Geïnspireerd door Leonoors reis? Deel 3 lees je hier.
De Pyreneeën. Machtig steken ze tot ruim 3.000 meter hoog de lucht in op de grens van Frankrijk en Spanje. Groene wouden en rotsen, stralend weer en mist. Een ruig terrein waar de haarspeldbochten er niet zo keurig bij liggen als in de Alpen. Op hun Ducati Monster 821 en Multistrada ontdekken Leonoor en Niels dit pure gebergte.
Het vorige deel gemist? Lees hier De machtige Pyreneeën – deel 1
Dag 4 – ZATERDAG 17 JULI
🌤🌞🌞 19-29° // ESCALONA – CANFRANC-ESTACION // 221,6km – 5:46u rijtijd – Download route
We denken maar één ding als we wakker worden: zo snel mogelijk verder rijden. Wat een verschrikkelijk hotel. Gelukkig liggen de Col de Portalet en Col du Somport in het vooruitzicht.
Tijdens het ontbijt controleer ik nog even via Google Maps en Streetview of we geen rare wegen gaan tegenkomen. Ik zie namelijk op de kaart een smal kronkel H-weggetje die in het eerste stuk van onze route opdoemt. Gelukkig blijkt het mee te vallen. Het is een mooie smalle balkonweg. De Puerto de la Fanlo is dan ook echt een aanrader! Het eerste stuk is eenrichtingsverkeer met heel veel overhangende rotsen en stromend water. Het stuk daarna wordt twee richtingen en daardoor ook rustiger. Maar misschien moet je hier niet op een zaterdag gaan rijden.

Uitkomend op de N260a rijden we een stuk naar Biescas. Onderweg is er heel weinig uitzicht, maar de weg maakt dit ruimschoots goed. We stuitten op Hoz de Jaca, een stuwmeer met water zo blauw dat je er direct in wil duiken. Maar het enige waar we in kunnen duiken zijn de vele haarspeldbochten omhoog en naar beneden.
Bijna op de top van de Col de Portalet (1794m), dit is ook direct de grensovergang tussen Frankrijk en Spanje, stoppen we even. Een Hollands stel met een Dodge Ram 1500, inclusief even lange caravan, staat hier net als wij te genieten van het uitzicht. We raken aan de praat, ik maak wat foto’s en na hen rijden wij richting de top.
Het lijkt in de laatste kilometer tot de piek alsof we in niemandsland zijn aangekomen. De weg is hier zo hobbelig, dat we op onze stepjes moeten gaan staan. Een ding is duidelijk, deze weg wordt niet onderhouden.
Lees ook: Reisgebied: Navarra
Bovenop de Col de Portalet doen we een bakkie en ontdek ik een stukje ‘biker-tan’: het rode streepje tussen mijn handschoenen en opgerolde mouwen zal ik later wel gaan voelen. Na deze Zwitsers aanvoelende pas wacht onze volgende verrassing, de Col de Marie Blanque (1035m).
Terwijl het weer iets minder wordt, hebben we het gevoel alsof we in een filmset zijn beland. Groene weides in de mist en kleine hobbit-achtige huisjes. De weg naar beneden rijden we tussen perfecte rijen bomen door en de zon komt ook weer tevoorschijn. Terwijl we smullen van vers brood met lokale paté, glijden de paragliders door de lucht boven ons en verheugen we ons op de laatste pas van vandaag: Col du Somport (1632m).
Onderweg naar Somport zien we op de TomTom een kronkelige lus verschijnen en besluiten die nog even mee te pakken. Het blijkt het dorpje Lescun te zijn, met bergtoppen in de verte die geknuffeld worden door de wolken. Het is prachtig en je rijdt er heerlijk overheen, de moeite waard dus!
In het dal van de Col du Somport ligt ons hotel mét zwembad. Na een hele dag zweten in de hitte wil je niets liever dan een verfrissende duik nemen. En verfrissend is het! De temperatuur staat op standje ‘bergwater’. Om kwart voor tien schuiven we aan in de plaatselijke tapasbar. Terwijl we teruglopen naar het hotel vallen de sterren ons op tussen de zwarte bergtoppen. Het is kraakhelder.

Dag 5 – ZONDAG 18 JULI
🌬🌤🌞 16-30° // CANFRANC-ESTACION – SAINT-JEAN-DE-LUZ // 311km – 6:08u rijtijd – Download route
De wekker gaat vroeg, want we willen proberen op tijd in Biarritz aan te komen om de Formule 1 te kijken. Direct na vertrek krijgen we onze portie offroad en zijn we klaarwakker. Hoog zijn de verwachtingen niet vandaag, omdat we richting de Atlantische kust rijden. Gelukkig hebben we mazzel met onze wegen en kunnen we in ieder geval gewoon echt doorrijden.
Terwijl de temperatuur razendsnel stijgt richting de dertig graden, komen we in een groot natuurgebied waar weinig te zien of te doen is. We stoppen even voor een meegebrachte snack uit het ontbijtbuffet en zien een wandelaar naar een tuutje in de muur lopen. Er stroomt bergwater uit en na een korte pauze vullen we onze flessen bij en rijden we verder. Notitie voor onszelf: veel stoppen en drinken vandaag. Het is om elf uur al bloedheet met 32 graden. De groene heuvels worden verruild voor knalgele graanvelden die afsteken tegen zwarte rotsachtige puntjes.
We kunnen merken dat het zondag is, want het aantal motorrijders is niet bij te houden. De eerder volop aanwezige allroads worden verruild voor een waanzinnige hoeveelheid nakeds en sportmotoren. Het gros rijdt als gekken langs ons heen, alsof ze willen zeggen ‘rijd eens door, *&$# toerist’.
Het lange stuk naar Pamplona is erg saai en warm en we kunnen nergens een eettentje vinden. Vanaf hier gaan we de bergen weer in. De flanken van de Puerto de Artesiaga (999m) zijn in ieder geval een stuk groener. Het begint met een bos met raar overhangende bomen en daarna groeien er op de bergpas varens zover we kunnen kijken.
Tijdens het afdalen horen we bellen rinkelen en staan er plots wilde paarden voor ons. Snakkend naar verkoeling rijden we door een piepklein dorpje en in mijn ooghoek zie ik een blauw-gele Husqvarna 401 staan bij een terrasje. We draaien om en het blijkt een Nederlander te zijn die blij is om wat andere motorrijders tegen te komen. Nou, idem dito! Hij reed offroad en had net als ons dorst gekregen.
Via Col d’Ibardin (329m) rijden we de grens weer over. Maar in plaats van een mooi uitzicht kijken we uit op een ordinair drank-inkoop-dorp. Omdat we de hete temperaturen (38 graden!) helemaal zat zijn, besluiten we voor Biarritz te eindigen, in Saint-Jean-De-Luz. Nadat we ingecheckt hebben bij het Mosaikhotel (zeer motorvriendelijk) lopen we naar de boulevard en het haventje. Ons wacht een relaxte avond en het koude zeewater voelt goed aan onze voeten.
We zoeken een restaurant waar Niels mosselen kan eten (ik gruwel ervan) en kunnen pas een uur later terecht. We reserveren een tafeltje en lopen de boulevard op voor een drankje. Terwijl we een biertje en een Mojito drinken, lonken de hamburgers die uit het kleine keukentje van het barretje komen. Niet veel later happen we in een dikke sappige burger en zien we de zon in de zee zakken.
Terug in het hotel starten we snel de race op Silverstone, maar die stoppen we net zo rap als Verstappen in de eerste ronde eruit geketst wordt door Hamilton. We kijken de samenvatting morgen wel.

Dag 6: MAANDAG 19 JULI
🌞🌫 16-31-14° // SAINT-JEAN-DE-LUZ – COL DU PORTALET // 316,2 – 7u rijtijd – Download route
In 2021 zou het motorevent Wheels and Waves voor de tiende keer georganiseerd worden in Biarritz. Helaas is het double digit feestje uitgesteld naar volgend jaar. Nieuwsgierig naar de locatie rijden we naar museum Cité de l’Océan. Er staan twee jongens met motoren en één van hen draagt een shirt met ‘Wheels and Waves’ op de achterzijde. Toeval bestaat niet, toch? Ik loop naar ze toe en vraag of zij van de organisatie zijn. Dat niet, maar ze inspecteren het terrein omdat ze voor Throttle Production filmproducties maken.
We praten nog wat en ze geven tips voor routes. We besluiten alles om te gooien. Binnen een halfuur hebben we een, zo het lijkt, compleet andere route met alleen dezelfde eindbestemming: Hotel du Portalet. Jawel, op de Col du Portalet die we eergisteren nog hebben gereden. Nu is dat absoluut geen straf, want we krijgen nooit genoeg van bergpassen.
Met ruim zeven uur rijden voor de boeg gaan we kijken hoe ver we komen vandaag. Het eerste stuk bij het Spaanse Jaizkibel is erg mooi en hoewel ik nog een flink stuk van de berm afzit, weet ik mezelf toch het gras in te sturen. We hebben toch een paar overlappende wegen met gisteren, maar het merendeel is nieuw voor ons en echt prachtig! Always trust the locals.
In de omgeving van Larrau komen we rond halfvijf een tentje tegen waar we neerploffen voor een late lunch. Een rauw stuk kalfsvlees voor hem en een geitenkaassalade voor haar. We zijn al best moe en blijven ruim een uur zitten. Verzadigd maar moe stappen we weer op, richting de Franse D918. Daar gaan we het laatste stuk van de originele route van vandaag oppikken. Deze weg is gelijkwaardig aan de N260 in Spanje en net zo mooi.
Col d’Ispeguy (672m) en Col de Burdincurucheta (1135m, spreek die maar eens vloeiend uit) doen sprookjesachtig aan door de lichtinval en zijn echt een cadeautje zo aan het eind van de middag. We stoppen in het dal bij een klein supermarktje voor wat eten, want we arriveren te laat om in het hotel nog te kunnen eten.
Rond half negen staan we aan de voet van de Portalet en met elke meter die we klimmen, komen er meer wolken tevoorschijn. We horen de koeienbellen wel, maar zien ze bijna niet. Er hangt een hele bijzondere sfeer. Pas aan de top zien we wat beige vlekken verschijnen in het gras. Eenmaal aangekomen hijsen we uitgeput de spullen naar binnen, twee verdiepingen zonder lift. Na een lange dag gaan we liggen, maar helaas valt de late lunch voor een van ons niet lekker.

blijft toch wel gaaf om te bedenken dat we zulke.mooie natuur ook gewoon in europa hebben. en dat heb je erg mooi laten zien😁👍🏻
Ha Melle, je hoeft inderdaad niet heel ver te rijden voor prachtige landschappen. Dank voor je leuke reactie!