Het heeft niet de spectaculairste bergen, de diepste ravijnen of de mooiste stranden. Maar het heeft wèl een prachtige natuur, een hoge “kijkdichtheid” aan bezienswaardigheden en een eindeloze verzameling bochtige weggetjes. En het mooiste is, dat die er zelfs in het hoogseizoen vrijwel leeg bijliggen!
De Périgord Vert is officieel een noordelijk deel van de Dordogne. Het is vrij heuvelachtig en heeft veel bossen en wel 4000 prachtige vennetjes, die voor vissen, zwemmen en voor de watersport worden gebruikt. Drie van die vennen liggen op kasteelcamping Chateau le Verdoyer bij Champs Romain, de uitvalsbasis voor deze reis en al meer dan tien jaar mijn vaste adres voor mijn zomervakantie. Het eerste reisdoel is het nabijgelegen St-Jean de Côle, dat als een van de mooiste dorpjes van Frankrijk wordt betiteld. Het dorp is ontstaan uit een klooster, dat in 1086 is opgericht. Een kasteel uit dezelfde tijd moest de monniken beschermen. Niet overbodig, want het waren roerige tijden. Rond 1400 hebben de Engelsen het dorp bijvoorbeeld veroverd en versterkt, kort daarna hebben de Fransen het weer teruggekaapt. En later werd het dorp door protestanten bezet, tijdens de godsdienstoorlogen. Vanuit een aantal mooie terrasjes heb je mooi zicht op het kasteel, het kerkje en de oude, overdekte markt. Leuk!
Benieuwd naar Peter zijn gereden route? Hier vind je hem!

Hautefort
Van St Jean de Côle rijden we naar Hautefort over prachtige weggetjes. Er ligt in de Périgord een compleet netwerk van kleine bochtige wegen, waarover bijna alleen de lokale bevolking rijdt. Daardoor kom je op die wegen bijna geen kip tegen. Zelfs in het hoogseizoen niet. Tot je in een groter stadje komt, zoals Hautefort, dat een kasteel heeft dat op een heuvel hoog boven de stad uittorent. Dit kasteel is gebouwd op de resten van een middeleeuwse burgt, die in de negende eeuw al bestond. In 1183 woonde Richard van Leeuwenhart hier. Deze in het iets noordelijker gelegen Chalus geboren vechtjas werd later nog koning van Engeland. In de 17e eeuw is het fort tot een fraaier en luxeuzer kasteel omgebouwd. In 1929 werd het vergaand vervallen kasteel verkocht aan de baron en barones Henry de Bastard. Het duurde bijna 30 jaar voor het kasteel volledig gerestaureerd was, mede omdat de baron overleed en de barones het verder alleen moest opknappen. Tot tweemaal toe, want in 1968 brandde een groot deel van het kasteel af, waarop de barones het kasteel opnieuw restaureerde. Ze richtte daarvoor een stichting op, die het kasteel sinds haar dood in handen heeft en openstelt voor het publiek. En dat is zeer de moeite waard!

Grotten van Tourtoirac
Vlak bij Hautefort ligt Tourtoirac. Dit is een heel klein dorpje, dat bekend is vanwege de prachtige grotten. Daarvan zijn er meer in de Périgord, aangezien de bodem er uit kalksteen betstaat Die laag kan soms honderden meters dik en wel 200 miljoen jaar oud zijn. Door regenwater zijn in die tijd gaten, grotten en ondergrondse gangen ontstaan, waarin ook veel stalagtieten en stalagmieten zijn gevormd. Heel bekend zijn de grotten van Villars, een tiental kilometers verderop. Die zijn in 1953 ontdekt en zijn al veel langer open voor publiek. De grotten van Tourtoirac zijn sinds 1 mei 2010 pas toegankelijk, via een nieuw geboorde trap- en liftschacht die 25 meter diep is. Over een stalen loopbrug loop je dan door de diverse grotten, waarin zeer verschillende rots- en druipsteenformaties te zien zijn. Een prachtig gezicht, die speling van de natuur. En een goede tip voor warme zomerdagen, want in de grotten is het altijd koel!

Périgueux
De volgende ochtend zetten we koers naar de hoofdstad van de Dordogne: Périgueux. Onderweg maken we eerst een stop in St-Pardoux, een geinig dorp dat rond een oude brug over de Dronne is gebouwd. De oude wasplaats is eigenlijk de enige bezienswaardigheid, dus we rijden snel verder via Milhac de Nontron en Villars naar Pyguilhem, ook bekend van alweer een groot kasteel. Het stikt ervan in deze streek. Gelukkig stikt het ook van de leuke weggetjes. Je hoeft maar van de hoofdwegen af te wijken en he vind de mooiste motorwegen. Dat doen we via St Pierre de Côle en Agonac, waarna we terecht komen in Périgueux zelf. Périgueux, dat een prachtig middeleeuws centrum heeft, is een stad met veel historie. Het bestond al in de eerste eeuw voor Christus, als Gallisch stadje onder de naam Vesunna. Toen Julius Caesar Gallie veroverde werd de stad omgedoopt tot Vésonne, dat in de eerste en tweede eeuw na Christus een enorme bloei kende. Daarvan zijn nog talloze overblijfselen te vinden, zoals de Tour de Vésonne, de resten van een amphitheater en de oude stadsmuren.
Bedevaart
In de zesde eeuw na Chrisus werd buiten de stadsmuren een kapel gebouwd ter ere van de heilige Sint Front. De kapel werd een pelgrimsplaats, waardoor een tweede stadskern buiten de originele stadsmuren ontstond. Toen de kapel in 1120 afbrandde, werd op dezelfde plaats een enorme witte slagroomtaart van een kerk gebouwd. De kerk, die maar liefst vijf koepels had, werd in 1669 tot kathedraal verheven en vormt een belangrijke stop op de bedevaartsroute naar Santiago de Compostella. Rond deze tweede stadskern verscheen in de middeleeuwen ook een ringmuur met 28 torens en 12 poorten. De Mataguerretoren was er een van. Met zijn kruisvormige schietgaten is hij nog altijd prominent aanwezig bij de ingang van het historische stadscentrum. Dat centrum is met zijn smalle straatjes, vakwerkhuizen, winkeltjes en talloze terrasjes erg leuk om doorheen te slenteren en rond te hangen. Zeker op marktdag, als er voornamelijk regionale producten worden verkocht.

Venetie van de Périgord
Van Périgueux rijden we terug via een bredere N-weg, die uitkomt in Brantôme. Dit stadje ligt op een eiland, tussen twee takken van de Dronne. Het is omgeven door water. Vandaar dat het ook het Venetië van de Périgord wordt genoemd. Op de riviertjes kun je prachtig kanoën. Kano’s zijn te huur. Je ziet ze dan ook bij bosjes op de hoofdtak van de Dronne, waarachter een grote overhangende rotswand oprijst. Onder die rotsen, die vol met dolmen zitten, schijnen in de prehistorie al mensen te hebben gewoond. In de achtste eeuw werd er een Bendictijner monnikenklooster gebouwd, dat in de 10e en 11e eeuw verder werd uitgebouwd met een romaanse klokkentoren, die niet op het klooster zelf maar op de rotsachtige heuvels erachter is gebouwd. Door de Engelse bezetting is het een en ander verwoest en in de 15e eeuw herbouwd in gotische stijl. Tegenwoordig is het klooster een cultureel centrum.
Nontron, stad van messen
Vanuit Brantôme rijden we verder langs de Dronne omhoog, om vanaf St-Pardoux la Rivière de prachtig kronkelende D707 naar Nontron te nemen. Vlak voor Nontron sla ik linksaf, onderlangs de rotskliffen waarop Nontron is gebouwd, zodat ik het stadje van de “andere” kant kom binnenrijden en uitkom bij de messenfabriek van Nontron. De Couteaux de Nontron zijn een begrip in de wereld van lemmetten en heften, een wereld die zich elk jaar in augustus in dit stadje verzamelt tijdens het messenfestival. Een groot deel van de stad is dan omgeturnd in één grote markt, waarop messenfabrikanten uit heel Europa hun producten laten zien. Er worden ook terplekke messen gesmeed en je kunt zelfs je eigen zakmes in elkaar zetten. In de Coutellerie Nontronnaise kun je ook zien hoe de professionele messenmeesters uit Nontron het doen. Deze Coutellerie bestaat al sinds 1653 en maakt zijn messen nog altijd op traditionele manier. Met de hand dus. De handvatten worden gedraaid uit buxushout, dat minstens vier jaar gedroogd is om kromtrekken te voorkomen. De voor Nontron specifieke versieringen worden in het hout gebrand, waarna de messen netjes worden gepolijst en afgewerkt.

Porcelein
Op vrijdagochtend vertrek ik over de D85 en D68 richting huis. Het eerste stuk naar Chalus is een prachtige kronkelweg, heerlijk om die met de motor te doen. Richard begeleidt me nog tot Aixe sur Vienne, waar we een kijkje nemen in het Maison de la Porcelaine. De streek rond Limoges is beroemd om het porcelein, dat ondermeer hier in Aixe wordt gefabriceerd. Ook weer op ambachtelijke wijze. Hiervoor wordt een witte kleisoort gebruikt. Deze “kaolien” wordt vermengd met kwarts en veldspaat. Het wordt als dikke vloeistof in een mal gegoten, gedroogd en daarna uit de mal gehaald. Dan wordt het gebakken op 900 °Celsius. Vervolgens wordt het geglazuurd en op 1400 graden afgebakken. Daarna worden de decoraties aangebracht. Dat gaat nog deels met de hand, veelal worden er echter zogenaamde “decals” gebruikt, een soort stickertjes. De decoraties worden vervolgens bij 600° tot 900° gemoffeld. En natuurlijk staan de producten vervolgens in de winkel naast de fabriek te koop. Stapels en stapels. Best mooi, maar hoewel de koffers van de BMW best groot zijn, kan ik nog geen boterhambordje kwijt. Wellicht de volgende keer…

Reisinformatie:
De Périgord is het gebied rond Périgeux en maakt in deel uit van de Dordogne en bestaat uit vier delen: Perigord Noir en Perigord Pourpre zijn de delen die door de meesten worden bedoeld als ze het over de Dordogne hebben. De Périgord blanc is het gebied dat direct rond Périgueux ligt en waarin ook Brantôme en Hautefort liggen. De Périgord Vert is het gebied rond Nontron, waarin ook Camping Château Le Verdoyer, Champs Romain, Mialet en Thiviers liggen.
Op Camping Le Verdoyer kun je kamperen, een stacaravan huren of een hotelkamer in het kasteel nemen. De eigenaar spreekt Nederlands.
De afstand van Nijmegen tot Champs Romain bedraagt over de kortste weg 950 km
De korste weg naar de Périgord loopt vanuit Nederland via Antwerpen, Brussel, Parijs en dan via Orleans en Châteauroux naar Limoges. Vandaar via de N21 naar Châlus en de D68 en D85 Naar Nontron. Voor Le Verdoyer bij Les Gravoux afslaan naar de D96.
Een goed alternatief is om over Luik, Sedan, Reims, Troyes naar Orleans te rijden. Het is ongeveer 120 km om, maar je ontwijkt de drukke, grote steden.
Rijd je met de motor over de snelwegen naar Limoges, dan ben je ongeveer 20 euro aan tol kwijt (enkel).
In Frankrijk kun je de tol het handigste met een creditcard betalen. Bij de loketten waar een creditcard boven staat, gaat dit via een betaalautomaat. Daar staan doorgaans de korste rijen, de meeste mensen betalen bij een bemand loket.
Interessante websites:
www.verdoyer.fr
www.dordogne-vakantie.nl
www.perigorddecouverte.com
www.best-of-perigord.tm.fr
www.Bisons-du-perigord.com
www.chateau-hautefort.com
www.grotte-de-tourtoirac.fr
www.foiegras-perigord.com
www.ville-saint-jean-de-cole.fr
www.tourisme-perigueux.fr
www.coutellerie-nontronnaise.fr/
www.maisonporcelaine.com