Het is een erg kleine provincie, qua oppervlakte past het namelijk vier keer in ons eigen landje. Hoewel het net niet aan de kust ligt, is het een populaire regio voor watersporters. Maar, ook de motorrijders weten het te vinden door het variërende aanbod van cultuur, natuur en de prachtige wegen. In het noorden is het overwegend bergachtig, omdat het zo dicht bij de Pyreneeën ligt, maar het zuiden wordt gekenmerkt door grote droogte. Hier vind je dus echt van alles wat. En een uitstapje naar de kust en het verdere binnenland is makkelijk gemaakt.
Een uitstapje naar ‘De Buik’
Navarra reikt net niet tot aan de westkust, maar het uiterste puntje van het Baskenland wel. Het is de moeite waard om hier dus even (door)heen te rijden. Bij Hondarribia kan je richting de Jaizkibel-pas, met prachtig uitzicht op de steile rotsen en de zee. Sommigen zeggen dat dit de meest westelijke top is van de Pyreneeën, anderen melden dat het maar ‘gewoon een heuvel’ is. Rijd je hierheen, sla dan zeker de knusse dorpjes Pasaia en Errenteria niet over. Mocht je behoefte hebben aan een gezellige lunch aan zee, dan kan je nog iets verder doorrijden naar de gastronomische hoofdstad van Spanje: San Sebastian. Deze stad wordt ook wel ‘De Buik’ genoemd vanwege de vele eetgelegenheden. Wanneer je klaar bent met eten, kan je uitbuiken op de kronkelwegen naar Navarra.
Zien we groen of geel?
Deze regio is eigenlijk heel tegenstrijdig: in het noorden liggen de groenste bergen van de Pyreneeën en in het zuiden een kurkdroge woestijnvlakte: Bardenas Reales. En dit op slechts honderd kilometer afstand van elkaar. Wanneer je door het centrale deel van Navarra rijdt merk je de overgang van de twee uitersten het best.
Het is nog enigszins groen, maar toch is de grond al hartstikke droog. Dit geeft hele bijzondere landschappen, waarbij de gele vlaktes afsteken tegen de rotspartijen met bebossing. Ga je verder naar het zuiden, houd dan rekening met bijzondere grote open vlaktes en een zeer droog klimaat. Genoeg water meenemen is een must.
Verademing na de hitte
Natuurlijk kan je Pamplona niet overslaan wanneer je in Navarra rondrijdt. Deze stad staat bekend om het festival van San Fermín: de stieren die door de straten worden gejaagd. Maar het biedt veel meer dan dat. Trek gerust een hele dag uit om Pamplona te ontdekken, want het heeft alles: een rijke historie, statige gebouwen, heerlijk eten in de wijk Casco Viejo en prachtige vestingswallen.
Kom je tijd tekort? Boek dan een overnachting in het uiterst gastvrije Hotel Maisonnave. Zo weet je zeker dat je overal de tijd voor hebt. Met uitzicht op de binnenstad vanaf jouw kamer kan je even bijkomen van alle indrukken. Heb je genoeg van de stad gezien of geen behoefte aan sightseeing? Rijd dan even veertig kilometer naar het noorden voor de bergpas van Artesiaga.
Het groen is een verademing ten opzichte van de droge vlaktes. Je rijdt omhoog via een heerlijke kronkelweg waar de boomwortels bijna over het asfalt hangen. Bovenop zie je groen tot in de verste verte en zijn de heuvels bekleed met varens. Kijk trouwens niet raar op als er opeens wilde paarden de weg oversteken.
Een mini rondje Pyreneeën
Vanaf de Artesiaga-pas kan je gemakkelijk doorrijden naar het Woud van Irati. Dan passeer je Arizkun en Elizondo. Het woud ligt verspreid over de Spaanse en Franse Pyreneeën. Na het Zwarte Woud in Duitsland is dit het grootste beuken- en sparrenbos van Europa. Het ligt in het stroomgebied van de Irati-rivier, naar waar het bos benoemd is.
Hier vind je genoeg kabbelend water, bijzonder veel groen en heerlijke rustige wegen. Geen wonder dat het een waar paradijs is voor onder andere motorrijders. Vanuit dit woud zijn er meerdere bergpassen te rijden en de hoogteverschillen worden ook steeds groter. Een teken dat je dichter bij de pieken van de Pyreneeën komt.
Wat zal opvallen, is dat je steeds vaker de grens oversteekt om passen ‘uit te rijden’. Let hier dus wel op, als je in Spanje wenst te blijven. Mocht je toch een rondje willen maken via het Franse deel, pak dan zeker de Col d’Ispéguy en de Col de Burdincurutcheta mee. Naast schilderachtige landschappen, word je ook hier begroet door lokale viervoeters. Via Roncesvalles of Elizondo kan je Spanje gemakkelijk weer in rijden.