Ibolya Moór is op de eerste plaats schrijver en op de tweede plaats motorrijder!
Lees hier Bestemming: Corsica – deel 4.
Door
Tom van Appeldoorn
Deel 2 gemist? Lees het hier: Bestemming: Corsica – deel 2
De volgende ochtend trek ik de oordoppen uit mijn oren. Afgelopen nacht was het personeel van het op de camping gevestigde pizzatent nogal luidruchtig geweest. Ondanks de oordoppen hebben ze mij diverse malen wakker gemaakt met hun geschreeuw. Ook de ochtend was nogal luidruchtig verlopen. Om zes uur die ochtend waren de nabij de tent gelegen vuilnisbakken met veel lawaai geleegd. Dat bleek iets te zijn dat alle Corsicaanse campings gemeen hadden. Die dag ben ik dan ook veel te moe om te gaan rijden en ik besluit een dagje aan het zwembad te gaan liggen.
De volgende dag om tien uur rijd ik voor het eerst de enorm steile grindweg van de camping af. Op Corsica leer ik elke dag iets bij. Deze vakantie lijkt voor mij dan ook op het volgen van een cursus hogere motorrijschool. Gelukkig gaat het rijden me steeds soepeler en makkelijker af. De route van die dag begint in Palaverse. De eerste stop is bij een refuge waarvan de bar om een natuurlijk rotsblok heen is gebouwd. De puntige vorm van de rots lijkt op een boeg van een schip. Een creatieve Corsicaan heeft er een anker aan gehangen dat het beeld compleet maakt.
Na de koffiestop vervolgen we, in een heerlijk ritme van opeenvolgende vloeiende bochten, onze weg naar Pointe de Finaggia dat op 1056 meter hoogte ligt. Aan mijn linkerhand bevindt zich een meertje dat zo helder is dat ik de bergen erin weerspiegelt ziet. Het dorpje Zonza is een echte aanrader en we besluiten om daar de lunch te gaan gebruiken. Bij Herberge du Sanglier (vertaald Zwijn) eten we een lasagne du Sanglier en maken we kennis met de plaatselijke likeur “Liquer de Mirto”. (aangeboden door de waard) Aangezien ik nog moet rijden neem ik er slechts een klein nipje van. Met pijn in mijn hart laat ik het overgrote deel ervan staan.
De terugweg naar de camping is slechts 44 km lang, maar door de vele dorpen die aan de doorgaande weg liggen, doen we er lang over. Achtereenvolgens passeren we Plaza Vacca Morta (1315m), Col de Bacinu, Crone, Sotta en Ceccia, waarbij de weg steeds slechter lijkt te worden.
Op de FJR naar Bonifacio en off the road naar het strand
Dan besluiten we dat het tijd wordt om Bonifacio eens met een bezoek te gaan vereren. Het bastion in Bonifacio ligt op de punt van een rots die over de turquoise zee uitkijkt. In het bastion is een winkel waar men nog messen met de hand maakt. Als liefhebbers van messen kunnen we de aandrang om naar binnen te gaan niet weerstaan. In het kleine winkeltje hangen de wanden vol met prachtige exemplaren, maar de met de handgemaakte messen blijken onbetaalbaar te zijn. Voor een klein exemplaar ligt de prijs al gauw op zo’n 800 euro. We gaan verder met het verkennen van het labyrint en nemen de tijd om van de prachtige vergezichten te genieten.
Op de terugweg besluiten we om een duik in de zee te gaan maken. We slaan af bij het bordje “Bella Vista” wat “prachtig uitzicht” betekent. Eigenlijk kan dat bordje overal op Corsica staan. Ik heb in mijn leven nog nooit zoveel mooie uitzichten bij elkaar gezien.
Dat uitzicht komt dus wel goed, maar de weg ernaartoe blijkt er een te zijn voor een offroad motor. Ik ben blij dat ik deze dag achterop de FJR zit, want ik zit met de billen bij elkaar geknepen wanneer Wouter de dikke Yamaha door de modder en kuilen stuurt. Een dikke twintig minuten later wacht ons een woest, maar zeer aantrekkelijk strandje waar we voor het eerst in de vakantie een duik in de zee nemen.
We hebben geen accommodaties geboekt en daardoor hebben we de tijd aan onszelf en besluiten om er nog een dag aan vast te plakken. De schoonheid van de stad Bonifacio lokt ons er weer naartoe. In Bonifacio aangekomen, parkeren we onze motoren op een speciale motorparkeerplaats. Ik kan bijna al mijn motorkleding in mijn zijkoffers kwijt, behalve mijn motorlaarzen. In mijn jurk geflankeerd met de laarzen bestijg ik de flinke trap richting het Bastion. Bovenaan de trap slaan we linksaf de kustweg in die alleen voor voetgangers begaanbaar is.
Het is 35 graden en mijn voeten zijn drijfnat van het zweet, maar ik neem dat ongemak voor lief. De schoonheid vanaf de kustweg over de zee en de witte, kalkstenen rotskust is adembenemend. De krijtrotsen lopen steil naar de azuurblauwe zee steken magnifiek af tegen de bijna onnatuurlijke blauwe lucht. Het bastion balanceert met al haar charme op de punt van een grote krijtrots waardoor het net lijkt alsof het elk moment in de zee kan storten. Nadat we ons tegoed hebben gedaan aan een heerlijke pizza, rijden we op de terugweg weer naar het strand waar we een paar uur heerlijk gaan genieten van de zon en de zee.
Onze vakantietijd op Corsica loopt ten einde en omdat we de het noordelijkste puntje van Corsica, Cap Nord, nog willen bekijken vertrekken we vandaag richting het noorden. Ik merk dat onderweg de temperatuur merkbaar daalt. Het koelvest heb ik met ene temperatuur van zo rond de dertig graden, niet meer nodig. De weg is easy en het bochtenwerk verloopt soepel. Hoe verder we weer richting het noorden rijden, des te meer bergen we tegenkomen. Gelukkig. Ik begon ze al te missen. Op 22 kilometer voor onze bestemming voel ik ineens een waanzinnige, scherpe pijn in mijn bovenlip. Ik rij op het enige stukje snelweg van Corsica met zo’n honderd kilometer per uur wanneer ik een wesp uit mijn zie helm vliegen. Ondanks dat ik mijn vizier maar 4 centimeter open had, heeft de wesp kans gezien om in mijn helm te vliegen en mij te prikken.
Mijn ogen beginnen te tranen en even later zie ik bijna niks meer. De pijn, het slechte zicht en de drukte op de snelweg worden me bijna teveel en ik red het maar net om zonder ongelukken mijn motor aan de kant te zetten. De rechterkant van mijn gezicht zwelt in rap tempo op en al gauw kan ik mijn rechteroog amper meer opendoen. Ondanks dat de pijn nauwelijks te verdragen is, moet ik toch verder rijden. Die resterende 22 kilometer kustweg, waarbij ik weer ontelbare prachtige dorpjes passeer, duren zo lang dat ik tegen flauwvallen aan zit. Ik zie op dat moment niks meer van de pracht en praal en wil maar een ding. Aankomen op camping Pietracorbara en van mijn motor af. Daar aangekomen krijg ik met moeite mijn helm. Mijn gezicht ziet eruit alsof ik net bij een botoxkliniek ben geweest.
Ibolya Moór is op de eerste plaats schrijver en op de tweede plaats motorrijder!
Lees hier Bestemming: Corsica – deel 4.
Elke week de laatste motortips, tricks, acties en mooiste verhalen in de mailbox? Abonneer je op onze nieuwsbrief!
Bij het laatste deel komt er weer een video!
Groet,
Ibolya
Leuk verhaal een mooie tocht. Ook schitterende foto’s.
Inspiratie voor ons.