Ibolya Moór is op de eerste plaats schrijver en op de tweede plaats motorrijder!
Lees hier Bestemming: Corsica – deel 3.
Door
Tom van Appeldoorn
Deel 1 gemist? Deze lees je hier: Bestemming: Corsica – deel 1
Opgetogen vervolgen we onze weg naar Mont Cenis, waar we geconfronteerd worden met een oogverblindend mooi, blauw meer. De teleurstelling dat we een omweg moeten maken smelt door deze aanblik als sneeuw voor de zon. Via vlak achter elkaar liggende krappe, steile haarspeldbochten rijden we vervolgens Italië binnen. Tot zover was het genieten. Dan begint de ellende. In Italië werken de tolpoortjes niet naar behoren. Eigenlijk kan ik beter schrijven dat het eerder een kwestie van geluk is om een poortje te treffen die het wel doet. Overigens lijken we de rest van de dag een zekere aantrekkingskracht te hebben op chagrijnige medewerkers die alleen maar een beetje zitten te schreeuwen vanuit hun hokje.
Dat schreeuwen helpt niks, want desondanks weigert het kaartje uit het tolpoortje te komen. Achter me beginnen automobilisten te toeteren en ik begin zenuwachtig te worden. Dan besluit ik een andere tactiek toe te passen. Ik draai de sleutel van het contact om, zette de motor op de standaard en stap af. Ineens komen de schreeuwende medewerkers uit hun hokje en voorzien me van een kaartje. Het is een tactiek die we in het vervolg van de reis nog heel vaak gaan toepassen.
Dan missen we een afslag op de snelweg. Een honderdtal kilometers extra op de teller en een paar uur later, rijden we dan eindelijk Genua binnen. Daar raakt onze navigatie het spoor bijster. Er zijn zoveel tunnels en wegen die door en over elkaar heen kronkelen dat e geen touw meer aan vast te knopen is. Tevens is de bewegwijzering te summier om de juiste richting te vinden. Het duurt dan ook niet lang of we verdwalen. Na twee uur ronddolen in het labyrint van stad Genua komen we op goed geluk bij de juiste haven terecht. We proberen informatie te krijgen over het reisschema en de tickets, maar we worden te woord gestaan met de zeer vriendelijke woorden “No tickets? Exit!!!”
We worden letterlijk van het haventerrein afgejaagd. Na dit debacle heb ik het helemaal gehad. Ik wil van mijn motor af en rust. Een camping is geen optie, dus boek ik het dichtstbijzijnde hotel. Voor de volgende avond boeken we een overnachting in een hut op de boot naar Corsica.
’s Ochtend om vijf uur schalt het “goodmorning ladies and gentlemen,” uit de speakers van de hut. Drie uur later begroet een blauwe hemel ons, terwijl we van de boot afrijden. In Bastia is het al behoorlijk warm. We rijden via de Col de Taghine, Saint Florent, désert des agriates en l’ll Rouge richting Lumio. Prachtige vergezichten vergezellen, terwijl we onze motoren door de vele bochten sturen. De camping blijkt een oude camping te zijn die vol staat met olijfbomen, eucalyptus, agaves, oleanders en eiken. De sanitaire voorzieningen zijn erbarmelijk, maar een splinternieuw zwembadje met een panoramisch uitzicht op de bergen, maakt een hoop weer goed. Het uitzicht is echter verpletterend mooi.
Die eerste nacht word ik wakker door de schoten van een geweer. “Welkom op Corsica.” Het is iets dat ik me nog van mijn vorige bezoek aan dit eiland herinner. Toen lagen we in hetzelfde tentje en waren we met onze rugzak de Mare El Mare aan het lopen. Tevens onweert het en de regen klettert hard op ons minitentje, maar de tent blijft gelukkig kurkdroog. Het zal de enige regen van de hele vakantie blijken te zijn.
De volgende dag rijden we richting Calvi. De zon laat zich alweer goed zien en we moeten ons een weg banen door de plassen. In Calvi is het zo druk dat we besluiten om de glooiende kustlijn verder af te gaan rijden. Plotseling verandert het wegdek in een grote lappendeken van stukken asfalt, grind, stenen en gaten. De gaten zijn gevuld met het regenwater van de afgelopen nacht. Het wegdek is zo slecht dat ik zit te stuiteren op mijn wegmotor, maar dat mag de pret niet drukken. Af en toe schakel ik terug naar zijn één om de steile, grillige, kapotgereden haarspeldbochten veilig te kunnen nemen. We vervolgen de kustlijn en komen via Olmo aan in Galeria. Het is ondertussen een uur of drie geworden en we besluiten de terugweg in te zetten. Via Olmo rijden we naar Cuare. Deze weg is een ware droom voor motorrijders.
We zijn zo in de ban van de lekkere bochten dat we de afslag richting Calvi missen. Rijden in Corsica vinden wij een geweldig avontuur, maar het is handig dat we geen haast of vaste routeplannen hebben. Zo ook nu genieten we van het feit dat we ons op een pas bevinden die ons hoog in de bergen naar een refuge (Cirque de Bonifatia) brengt. De refuge ligt op de route van de GR20, de zwaarste wandelroute van Europa. De weg terug naar Calvi verloopt via diverse bergdorpjes, Moncale, Calenzale, Zilia, Monte Grosso, Cateri en Lumio, waarvan de weg zo erbarmelijk slecht en modderig is ik maximaal veertig kilometer per uur rijd. ’s Avonds trillen mijn armen nog na van vermoeidheid. Maar een ding is zeker: de wegen waren grandioos en het uitzicht formidabel.
Twee dagen later vertrekken we richting Porto Vechio. Het kwik stijgt al gauw ver boven de dertig graden. Een koelvest biedt uitkomst. Deze trek ik kleddernat over een technisch shirt aan. De wind die tijdens het rijden door de openstaande ritsen van mijn doorwaaijas waait, koelt mijn bovenlijf heerlijk af. Het komt mijn concentratie ten goede en zorgt ervoor dat ik ontspannen kan genieten van dit (motor)paradijs. De weg is geasfalteerd en zit boordevol mooie, glooiende bochten. Zodra we de plaats Aleria zijn gepasseerd, verandert de omgeving drastisch. Het landschap wordt vlakker en de bochten verdwijnen. Gelukkig duurt dat niet lang. Al gauw pakken we de route de Palembaggia op. De wegen van deze route zijn van ruwer asfalt en slingeren langzaam omhoog en omlaag. Het wordt mij al gauw duidelijk dat hier het recht van de sterkste geldt. De tegemoetkomende auto’s proberen mij regelmatig van de weg te duwen.
Wanneer we Picolovechio binnenrijden slaak ik dan ook een zucht van verlichting. Ik besluit dat het opzetten van de tent nog wel even kan wachten. Het is nog steeds erg warm en ik kan de aanblik van het geweldige infinity zwembad niet weerstaan. Nadat ik me van de motorkleding heb ontdaan en mijn bikini uit de koffer heb getrokken, duik ik een paar minuten later dan ook in het heerlijk verkoelende water van het zwembad.
Ibolya Moór is op de eerste plaats schrijver en op de tweede plaats motorrijder!
Lees hier Bestemming: Corsica – deel 3.
Elke week de laatste motortips, tricks, acties en mooiste verhalen in de mailbox? Abonneer je op onze nieuwsbrief!