Dit was het laatste deel van Boris’ reis. Geïnspireerd geraakt of voel je de behoefte om nog meer reisverhalen te lezen? Onze site staat er vol mee! Neem snel een kijkje.
Op eigen houtje vertrekt Boris Messer op zoek naar avontuur, met als koers de Noordkaap. Vooral de tweede helft van zijn reis - waarbij hij landen als Finland en de Baltische Staten aandoet - komt hij dit verlangde avontuur tegen, soms iets onverwachter dan gewenst. Vanaf de Noordkaap neemt Boris ons mee!
Tekst: Boris Messer
Deel 2 van Bikkelen door de Baltische staten gemist? Lees dat verhaal hier.
Ik kan eindelijk weer veilig op pad met mijn Gele Kanarie nu het gat in de radiator gedicht is. Die nacht verblijf ik wederom op zo’n speciaal ingerichte campingplaats, al is deze wel van een ander kaliber dan de vorige nacht. Waar het afgelopen nacht gezellig en knus was, met maximaal drie voertuigen en een vuurplaats, is dit meer een onbeheerde camping in Franse stijl: hutje mutje op elkaar, gaten in de grond voor je behoeften en overal zooi. ’s Nachts wordt het oorverdovende geluid van krekels zo nu en dan afgewisseld door het harde gekrijs van kinderen.
De ouders van de betreffende kinderen waren mij wel dankbaar toen ik de volgende ochtend vertrok door een klein motorshowtje te geven: met brullende motor en een slippend achterwiel verlaat ik de camping, aangemoedigd door de andere aanwezigen. Hiermee komt mijn avontuur in Estland ten einde omdat ik vandaag Letland in zal rijden om het weekend in Riga door te brengen.

Riga
Ik ben inmiddels bijna vijf weken onderweg en dat is – zoals je al wel hebt kunnen lezen- verre van soepel verlopen. Toch heb ik wel mijn draai gevonden en kan ik vrijwel alle problemen zelf oplossen. Dat vind ik bovendien niet erg om te doen, ik ben immers niet vies van een beetje avontuur. Zo lang het goed afloopt aan het eind van de dag, ben ik tevreden. Ook realiseer ik me hoeveel geluk ik al gehad heb. Naast het feit dat ik gigantisch op m’n snufferd ben gegaan en daar wonderbaarlijk zonder kleerscheuren bij weggekomen ben, heb ik verder eigenlijk ook geen gevaarlijke situaties meegemaakt. Daarnaast heb ik in deze vijf weken slechts één keer écht regen gehad, in Zweden. Ik ben over het algemeen gezegend met heerlijk warm weer, zo ook als ik rond twaalf uur in de middag Riga binnen rijd.
Het is bijna dertig graden Celsius en er staat een stralende zon aan de hemel. De motor en ik hebben het warm, maar ik manoeuvreer ons behendig door het verkeer, over de hoge bruggen en langs de trams over de veelal met kasseien geplaveide straten. De komende paar dagen verblijf ik in een hostel midden in het centrum van deze bijzondere stad. Één van de bijzondere dingen aan deze stad is dat een derde van de bevolking er woont. Dit heeft ten gevolge dat de rest van het land er bijzonder leeg uitziet. Dat heb ik al vlot ontdekt als ik na een lang weekend in de stad weer met de motor op verkenning ga buiten de stadsgrenzen.

Letse achterland
Ik heb niet heel veel uitgerust gedurende het weekend in het hostel. Niet al te fit over de hoofdweg de stad uit. Een erg saaie route, dus ik ga zo snel mogelijk op zoek naar een alternatief in de vorm van kleinere binnenwegen. Dat alternatief vind ik in de vorm van een gravelweg waar geen einde aan lijkt te komen als ik er eenmaal opzit. Ik had na mijn valpartij bij de Noordkaap nog geen lang stukken gravel gereden. Misschien uit angst om weer schade te rijden. Die angst blijkt echter onterecht want het voelt eigenlijk direct weer prima, afgezien van het feit dat mijn brakke lichaam helemaal door elkaar wordt geschud.
In de volgende dagen gebeurt er eigenlijk bijzonder weinig interessants. Ik rijd probleemloos prachtige stukken over het platteland, word omringd door ooievaars en boerderijdieren die nauwelijks onder de indruk zijn van mij en ik slaap op prachtige plekken. Ik ben er inmiddels zo aan gewend dat mijn dagbesteding bestaat uit problemen oplossen en andere moeilijkheden, dat ik me misschien zelfs een beetje begin te vervelen. Een gevaarlijke gedachte uiteraard, want avontuur ligt altijd op de loer.
Litouwen
Zonder moeilijkheden rijd ik Litouwen in. Eigenlijk verlopen alle grensovergangen op de terugreis probleemloos, wat enigszins vreemd is. Volgens de informatie die ik op het internet had gevonden was ik vanwege de coronapandemie eigenlijk in geen enkel land welkom als reiziger. Inmiddels had ik me in Estland laten vaccineren dus wat dat betreft kon ik eigenlijk niet meer geweigerd worden aan de grens. Maar ja, in een vreemd land blijven dat soort dingen toch altijd enigszins spannend.
Vanaf de grens rijd ik snel door naar Vilnius, de hoofdstad van het land waar ik gedurende het weekend voor de laatste keer in een hostel plan te verblijven. Wat betreft de route zullen er vanaf dit moment vaker dingen voor het laatst gaan gebeuren. Ik had al eerder besloten dat ik Polen wilde overslaan op mijn reis. Ten eerste omdat ik er al een keer geweest ben en ik vooral nieuwe dingen wil zien op deze reis en ten tweede omdat ik me de Poolse wegen niet als bijzonder comfortabel kan herinneren. Vandaar dat na een weekendje Vilnius niet verder naar het zuiden rijd, maar mijn koers naar het westen uitzet richting de stad Klaipeda. Daar vertrek ik wederom per boot naar het Duitse Kiel.
Ploeteren in het zand
Voordat ik in Klaipeda aankom moet ik nog één keer overnachten in Litouwen. Ik vind daarvoor een mooi plekje gevonden aan een grote rivier door een gravelweg te volgen die al snel overgaat in een zandweg. Hoewel ik voorzichtig ben in het mulle zand, komt er toch een moment dat ik stil kom te staan. Daarbij graaf ik mijn achterwiel flink in en sta ik tot de skid plate onder mijn blok klem op de grond. Ook hier is het warm met zo’n 25 graden Celsius, maar de lucht is hier ook nog eens erg vochtig.
Na een korte poging om mijn motor uit het gat te duwen, besluit ik dat het waarschijnlijk een beter idee is om de motor op de zijkant te leggen. Zo hoop ik de BMW een stukje te kunnen verslepen en vervolgens daar weer overeind te zetten. Natuurlijk gaat het omverduwen veel makkelijker dan de bepakte motor weer overeind te tillen. Toch ben ik ook blij. Blij dat ik een aantal maanden geleden gekozen heb om deze trip te doen op de F650GS en niet op een 1100GS of 1150GS. Dan was dit namelijk nog veel zwaarder geweest. Met de motor weer uitgegraven kan ik weer op weg en kom ik eindelijk bij een geschikte plek langs het water. Ik heb hier een klein strandje en kan redelijk beschut mijn tentje opzetten.

Lekke tent
Ergens onderweg, een paar duizend kilometer geleden, is de tent tegen mijn uitlaat aangekomen en zijn er een paar kleine gaten ontstaan. Tot nu toe was dat eigenlijk geen probleem aangezien het buitenzeil nog intact was en ik de binnentent enigszins kon repareren met tape om de muggen buiten te houden. Verder heb ik vooral op droge grond kunnen slapen. De gaten in het vloerzeil, hoewel redelijk geplakt met tape, waren dan ook nog geen probleem geweest. Je voelt ‘m misschien al aankomen: aan dat geluk komt vanavond een einde.
Dit is de tweede nacht dat ik regen heb, wat ik nog steeds een prima score vind op een reis van zes weken. Dit betekent wel dat gedurende de nacht het water zowel van onder als van boven mijn echt-niet-meer-waterdichte tent inkomt. Ik haal daarom mijn topkoffer naar binnen en leg al mijn belangrijke spullen daar in of op, zodat de spullen in ieder geval buiten het bereik van het water liggen. Zelf kies ik een goede plek om mijn matje neer te leggen, hopende dat het matje in combinatie met mijn gewicht en de tape voldoende tegendruk geven om het water dat van onder komt tegen te houden. Mijn oplossing blijkt redelijk te werken en de volgende dag is slechts een gedeelte van m’n spullen doorweekt. Vrij tevreden maak ik mijn ontbijt, laat ik de tent drogen en rijd ik richting de veerboot.

Eind goed al goed
Hiermee zat het meest avontuurlijke deel van mijn reis er wel op. Tijdens de boottocht van 24 uur naar Kiel kon ik even ontspannen na mijn minder goede nacht langs de rivier. Zo begon ik uitgerust aan de laatste etappe door Duitsland, helaas in de regen.
Het verschil met het vrije gevoel dat je in de Baltische staten ervaart wordt me in Duitsland al vrij snel duidelijk. Al bijna direct als ik vertrokken ben richting huis word ik aangesproken door wat doodgewone Duitsers die me erop attenderen dat het in Duitsland hartstikke verboden is om met mijn geïmproviseerde remhendel rond te rijden. Als ik ze lachend vertel dat ik met dat ijzeren plaatje als remhendel toch al bijna vierduizend kilometer achter de rug heb, kijken ze me geschrokken aan en laten ze het maar voor wat het is.
De tocht naar huis gaat verder zonder problemen en precies zeven weken na mijn vertrek ben ik weer terug in thuisstad Rotterdam. Of ik zo’n reis nog een keer zou doen? Zeer zeker! Maar de Noordkaap heb ik nu wel gezien. Dan zal de reis ergens anders heengaan. De motor was goed en heeft me heel trouw geholpen, maar de volgende keer kies ik misschien toch wel voor iets groters. Of misschien ga ik wel met de auto (mag ik dat hier überhaupt schrijven?). Het was de ervaring van mijn leven en het heeft me laten zien dat je met een beetje creativiteit, een vlotte babbel en heel weinig comfort toch heel erg ver kan komen!
