Het noorden van Engeland geldt als de kribbe van de industriële revolutie. Er werden machines uitgevonden, kanalen gegraven, kolen gewonnen, bruggen gebouwd en motorfietsen ontworpen. Het is een verleden dat niet altijd mooi, maar wel razend interessant is. En daar rijden we dwars doorheen.
Mijn motor vreet zich vast in het landschap van Lincolnshire, het graafschap dat ik na het verlaten van de veerboot induik. Compromisloos motorrijden. Spelen met blok, wegdek en de elementen. De schakelbak staat bijna constant in de derde versnelling om zo vloeiend mogelijk door heuvels en bochten te gaan. Soms één tandje terug, soms één tandje omhoog. Pas bij Woolsthorpe Manor zet ik de motor aan de kant.
De reden voor mijn stop: de appelboom van Isaac Newton, grondlegger van de klassieke mechanica en naamgever aan de power van mijn motor, newtonmeter (Nm). Het verhaal is legendarisch. Newton staarde uit het raam, zag een appel vallen en vroeg zich af waarom deze naar beneden viel en niet omhoog of opzij. Zwaartekracht. Na een kort bezoek zet ik de drie cilinders van de Triumph Tiger 800 XCx weer aan het werk. Langs marktstadjes als Stamford en Peterborough, door moerasland, over heerlijke heuvels en via uitgestrekt polderland dat met Hollandse kennis is aangelegd.
Zelf de route rijden? Onderaan de pagina vind je de route!
Sluitstuk is Cambridge, de universiteitsstad die goed is voor 90 Nobelprijswinnaars. Toen halverwege de 18de eeuw de industriële revolutie begon, groeide Engeland uit tot het machtigste land in de wereld. Dat bleef niet beperkt tot fabrieken en uitvindingen, maar zorgde ook voor noviteiten op het gebied van kunst en wetenschap. Cambridge was het epicentrum van kennis en vooruitgang.
De uitvinder van PK
Genoeg. Tijd om te rijden. Heuvel op, heuvel af. Naar het racecircuit van Silverstone, de geboorteplaats van Shakespeare en een portie motorcultuur: het National Motorcycle Museum aan de rand van Birmingham. Er staan 850 Britse motorfietsen van 170 merken, die nagenoeg allemaal zijn verdwenen. Het wordt een rondje ademloos bewonderen. Ariel, Brough, Calthorpe, BSA, Douglas, Matchless, Hesketh, Griffon, Rover, Norton, Imperial, New Hudson, Excelsior… Terug in het zadel gaat het zo rap mogelijk naar Hinckley, de huishaven van Triumph. Het herhaaldelijk overleden merk beleefde hier in de jaren negentig zijn succesvolle wederopstanding.
Kom, de grote doorgaande wegen af en de kleine wereld weer in. Weilanden, tarwevelden, akkers vol bloemen, klimmetjes zonder uitzicht, afdalingen met een droompanorama. Op zoek naar Papplewick Pumping Station, onze halte ter ere van James Watt. Het is de man die de moderne stoommachine uitvond en het begrip pk bedacht om de kracht ervan te classificeren. Nadat hij zijn krachten had gebundeld met de ondernemer Boulton uit Birmingham, is Watt buitengewoon rijk geworden van zijn uitvindingen die uitblonken in betrouwbaarheid en efficiëntie. Acht keer per jaar stoomt en dampt het in Papplewick nog als in de 19de eeuw. Dan pompt een reusachtige Boulton Watt-stoommachine het drinkwater weer even omhoog.
Lockdown in pestdorp
Rijdend naar het Peak District voelt het 800 cc dikke blok lichter aan dan ooit. Vizier dicht, voeten stevig op de steps en motorrijden zoals het bedoeld is. Scherp sturend langs heggen en weilanden. De wind in het gezicht, het geluk in het lijf.
Ik passeer de Mills van Richard Arkwright, de man die in de 18de eeuw een manier bedacht om met een watermolen verschillende spintoestellen tegelijk aan te drijven. Het was een van de eerste aanzetten tot de industriële revolutie. Via het gezellige stadje Bakewell bereik ik Eyam, het beroemdste pestdorp van Engeland. Toen de pest er in 1665 arriveerde besloten de bewoners om het dorp af te sluiten van de buitenwereld. In plaats van het redden van hun eigen leven, bleven ze allemaal waar ze waren om verspreiding te voorkomen. Meer dan een kwart van alle 800 bewoners bezweek tijdens deze vrijwillige lockdown.
Bij de huizen staan bordjes met daarop de namen van hun overleden bewoners, stille helden. Met speels gemak stuur ik mijn allroad door het heuvelland van het Peak District. Hoewel Engelands eerste Nationale Park uit 1951 populair is, zit er vandaag weinig verkeer op de weg. Ik laat de 800 cc’s doen waar ze zo goed in zijn. Power van onderuit, souplesse middenin, pieken waar dat nodig is. Ontspannen toeren tot de Winnats Pass, een nauwe passage door een rotsformatie. Gevolgd door Castleton en de Devil’s Arse. Vanuit een donkere spelonk zou af en toe een scheetje klinken, maar in werkelijkheid is dat klotsend water
Het eindschot naar de voormalige industriemetropool Manchester gaat door het ruigste en leegste deel van de streek met eindeloze heidevelden. Vechten tegen de elementen. Het is weer gaan regenen, een gure wind beukt vanuit het noordwesten en slierten nevel trekken over het desolate landschap. Het kost nauwelijks fantasie om te begrijpen dat reizigers vroeger verdwaalden en nooit meer werden gevonden.
Avond in Manchester. In de binnenstad van baksteen, beton, glas en staal is de keuze uit sfeervolle pubs groot. Ik drink een pint in de Peveril of the Peak en eet een eenvoudige sandwich met frites in The Angel Inn. Voor later op de avond heeft de stad enkele legendarische plekken voor goede livemuziek zoals Night & Day, waar grote bands optraden zoals Oasis en The Stone Roses voordat ze beroemd werden.
Lekker rauw geluid
Langzaam maar zeker bereik ik het epicentrum van de industriële revolutie, daar waar het allemaal begon. Hoewel ik een route heb gepland, weet ik niet hoe de rit er precies uit zal zien. En of dat wel zo leuk motorrijden is. De industriële revolutie staat immers voor fabrieken, schoorstenen, kolenmijnen, grauwe dorpen, stoomtreinen, kinderarbeid… Maar voorbij een verlaten kanaal, een draaibaar aquaduct en een gesloten kolenmijn, slingert de route heerlijk door het platteland van het graafschap Lancashire.
De dorpen zijn typisch Engels met hun lage stenen huizen, kleine voortuinen en grasveldjes bij de vierkante kerktorens. De 800 XCx rijdt op souplesse over de keurige wegen. Bocht links, bocht rechts, stukje gas erop, derde versnelling, bocht links, bocht rechts. Het is nauwelijks voor te stellen dat deze landelijke streek ooit de machinekamer van de wereldeconomie was. De reden was overigens eenvoudig. Lancashire beschikte over de belangrijkste grondstoffen voor de revolutie: kolen, wol en spotgoedkope arbeidskrachten.
De West Pennine Moors kondigen zich aan. Een handvol huizen, een kapotte schutting en hup, daar schiet het asfalt omhoog. Ik gooi de schakelbak in de derde en vierde versnelling en voel de motor vanuit de wielen oprijzen. Lekker rauw geluid ook. Rechts en links verschijnen de heidevelden. Ze vormen de ronde toppen van hoogbejaarde bergen zonder bomen. De wind heeft er vrij spel. Hij beukt vanuit de rechterflank en heeft onderweg ook wat regendruppels opgepakt. De grote luchten dreigen.
Ongepolijst Engeland
Vanaf de hoogte zie ik Blackburn en Bolton liggen, twee voormalig metropolen van de industriële revolutie. Ik besluit om niet af te dalen, maar door te rijden. Dit is tenminste sturen. Strak en vast. De Tiger is gebouwd voor deze hoekige wegen met asfalt dat honderdduizend keer is geplakt, gevuld en opnieuw gerepareerd.
Ik rijd door heuvelachtig terrein met de naam Pickup Bank, waar een deel van de wegen nog wel eens worden afgesloten voor een stratenrace. Beetje naar voor gaan zitten, vingers aan de rem, toerenteller diep in het rood! Het is vandaag een soort privécircuit. Niemand anders op de weg. Dit is ongepolijst Engeland. Schoonheid en lelijkheid wisselen elkaar hier in hoog tempo af. Binnen drie minuten kan de hele sfeer veranderen. Het zorgt voor precies het scherpe randje dat een motortocht zo boeiend maakt.
Vanuit de groene heuvels stuur ik zo Helmshore binnen, een dorp dat zoals zoveel dorpen in deze streek rondom een fabriek is gebouwd. Die textielfabriek is tegenwoordig een museum. Hier werd katoen en wol gemaakt. Het was een grote fabriek met eigen spoorlijn, viaduct en vijver met spoel- en koelwater. Binnen wordt onder meer uitleg gegeven over de industriële revolutie in de streek. Tussen machines en weefgetouw staan de pispotten waarin de arbeiders met hun gezinnen urine bewaarden. Het zorgde voor ammoniak die nodig was in het productieproces.
Stoflongen en frisse lucht
Boven Blackburn voert de route naar het Forest of Bowland. Over smalle weggetjes met wildroosters, eenzame boerderijen en woeste veengrond. Het asfalt wendt, keert, draait en krult. Het drukke verkeer is er verdampt tot anderhalve tegenligger en een tractor. Heel even beland ik toch nog in schattig Engeland met een lief bruggetje, stroompje, huisje en een helder groen grasveld vol mensen met picknickmanden. Maar de afdaling eindigt in Barnoldswick, ooit goed voor dertien zogenaamde mills, textielfabrieken dus. Eén daarvan werd door vrijwilligers opgeknapt en kan nu worden bezocht.
Voeten omhoog. Er staat ongebruikelijk veel water op de weg, dat links en rechts van me omhoog spat. Aanleggen bij een oud kanaal dat onderdeel wa van een vierduizend kilometer groot netwerk van waterwegen. Vroeger werd het gebruikt om goederen te transporteren, nu fungeert het vooral voor de pleziervaart.
Nog een laatste keer in de remmen: de Queen Street Mill in Burnley. Het is de enige fabriek ter wereld die nog altijd op stoom werkt. Het pand is in gebruik als museum, maar geeft een perfecte indruk van de oude tijden. Alle onderdelen van de fabriek zijn te bezichtigen, van de 500 pk sterke stoommachine uit 1894 tot en met de opslagplaats. Hoogtepunt is het moment waarop de stoommachine zo’n 300 weefgetouwen aan het werk zet. De herrie is gigantisch. En dan te bedenken dat in deze ruimte oorspronkelijk 990 weefgetouwen stonden… Ik leer over de weefsters die per stuk betaald werden en de tacklers (mannen die de machines aan de gang hielden) die een loon hadden. Ze maakten lange dagen en kregen bijna allemaal stoflongen door de rondzwevende katoenvezels.
Naar buiten! Frisse lucht en rijden. In Hull wacht de boot. Ik schakel op en rijd met de kop in de wind naar het oosten.
Zelf deze route rijden? Je vindt de route hier!
Deze en meer verhalen lees je in het lifestyle magazine GRIP
Dit verhaal komt uit GRIP; het ledenblad van de KNMV. Leden krijgen dit blad vol inspiratie, tips en acties 4 keer per jaar. Check alle voordelen van het lidmaatschap op KNMV.nl en join the club!
Mooi gemaakt blad vind ik
Mooi verhaal over dat stoom afblazen. Nog ff wachten en dan kunnen we er zelf heen.
Goed en leuk geschreven verhaal met respect voor de historie, dat inspireert om de tocht ook eens te rijden.
Bedankt!