Meer lezen over Boris’ reis? Lees snel verder: Bikkelen door de Baltische staten – deel 3.
Op eigen houtje vertrekt Boris Messer op zoek naar avontuur, met als koers de Noordkaap. Vooral de tweede helft van zijn reis - waarbij hij landen als Finland en de Baltische Staten aandoet - komt hij dit verlangde avontuur tegen, soms iets onverwachter dan gewenst. Vanaf de Noordkaap neemt Boris ons mee!
Deel 1 van Bikkelen door de Baltische staten gemist? Lees dat verhaal hier.
Tekst: Boris Messer
Na prachtige stukken langs de Oostzee gereden te hebben, besluit ik dat ik toch weer landinwaarts moet gaan. Ik had overal op internet gelezen dat er op veel plekken in Scandinavië hutten in de natuur staan waarvan je gewoon gebruik mag maken. Als je de boel maar netjes achterlaat. Tot nu toe had ik nog niet het geluk gehad om zo’n hut tegen te komen. Na een lange maar mooie dag was ik wederom op zoek naar een slaapplek. Een zoektocht die nog niet zo voorspoedig gaat. Ik ben inmiddels midden in het Finse merendistrict aangekomen, dus ik moet en zal een plekje aan het water bemachtigen.
Bij toeval kom ik een kaart tegen waar zo’n hutje waar ik half naar op zoek ben op aangegeven staat, dus met veel plezier trotseer ik de bijzonder ruige offroadweg om daar te komen. De hut in kwestie is simpel, maar erg fijn. Houten valken houden immers stukken beter het licht buiten dan het nylon van mijn tentje dat kan. Helaas maken de muggen ook blij gebruik van de binnenkant van deze hut, dus besluit ik uiteindelijk om mijn binnentent als een soort klamboe te gebruiken. Pas daarna kan ik eindelijk, op de laatste nacht in de natuur van Scandinavië, in een gratis hut gaan slapen.
Voor op schema
De volgende dag vertrek ik naar Helsinki. Die stad bereik ik al slechts drie weken na mijn vertrek vanuit huis via de lange route bovenlangs. Ik had bedacht om een maand of twee weg te zijn, dus ik ga veel te hard en lig ver voor op schema. Gelukkig heb ik nu de Baltische staten voor me liggen, met meer leuke steden achter elkaar waar ik wat meer tijd voor kan inruimen in mijn planning. Ik besluit om in iedere hoofdstad ten minste één weekend te verblijven en in de tussentijd de rest van de betreffende landen te ontdekken.
Per boot laat ik het dure Scandinavië achter me om drie uur later de stuk vriendelijker geprijsde Baltische staten te bereiken, te beginnen met Estland. In hoofdstad Tallinn haal ik alle koffers en tassen tijdelijk van de Gele Kanarie af. Zo kan ik wat vrijer rondrijden, wat echt een gigantisch verschil maakt wat betreft het stuurkarakter van de motor. Daarbij ontdek ik overigens dat het rek van mijn topkoffer gedeeltelijk afgebroken is. Als ik op pad ga voor een midnight snack na het uitgaan in Tallinn, kom ik een andere motorliefhebber tegen die wel een goede zaak weet waar mijn motor gerepareerd kan worden.
Gammele Kanarie
De volgende dag rijd ik naar het adres dat ik de avond daarvoor gekregen heb. Ik kom terecht bij een zaak waar custom caféracers worden gebouwd en waar mensen custom onderdelen kunnen kopen. Er staan een aantal prachtige exemplaren in de showroom. Maar ook mijn gammele kanarie mag de werkplaats betreden. Daar wordt het rekje weer aan elkaar gelast en daarna terug gemonteerd. Voor een luttele tien euro kan ik weer veilig verder. Denk ik. Als ik na een aantal dagen vertrek uit Tallinn om weer de natuur in te gaan, merk ik dat mijn koppeling ineens een erg vreemd aangrijppunt heeft. Na een nadere inspectie kom ik er achter dat de koppelingskabel vrijwel helemaal door is. Ik ben gelukkig nog niet ver van Tallinn, dus ik pas mijn route aan en zoek direct een motorzaak op om te vragen om een nieuwe koppelingskabel.
Als ik bij een motorzaak aankom, vertellen de beste mensen mij dat ze niks op voorraad hebben dat op mijn BMW zal passen. Ik word daarom doorverwezen naar een andere winkel. Na een kort tochtje waarbij ik bang ben dat de kabel het helemaal zal begeven, kom ik aan bij een speciale BMW-motortuner. Nadat ik ook hier mijn probleem heb uitgelegd, wijzen ze de werknemers me al vrij snel de deur: ook zij hebben niets passends liggen. Maar na kort aandringen dat het me echt geen reet uitmaakt of de kabel 30 cm te lang is en dat ik al lang blij ben als ze iets voor me hebben dat ik werkend kan maken, krijg ik een veel te lange kabel mee van een BMW S1000RR.

Richting Rusland
Na wat prutsen in de brandende zon – het is ruim dertig graden Celsius – heb ik dan weer een perfect werkende koppeling. Het hele geintje kost me in totaal bijna drie uur en ik ben eigenlijk nog steeds niet weggereden uit Tallinn. Ik rijd richting het oosten, richting de Russische grens en met de zee aan mijn linkerhand. Uiteraard ben ik door al het gedoe vergeten te tanken in Tallinn. Een volgend tankstation op mijn route blijft uit en dus rijd ik al snel net een stukje buiten mijn comfortzone wat betreft mijn brandstofvoorraad.
Eindelijk bereik ik een pompstation. De pomp is nog analoog, het bedrag wordt met een rekenmachine uitgerekend en de pompbediende spreekt geen woord Engels. Hoewel het wel even anders dan ik gewend ben van de Scandinavische benzinestations, is het wederom een verademing als ik de prijs zie. Een schijntje! Van hieruit vervolg ik – in een rustig tempo – mijn koers richting het oosten, tot ik het tijd vind om een slaapplek te zoeken. Ik pak de eerste de beste weg naar het noorden, in de hoop bij het strand uit te komen. Dat blijkt een bijzonder goed idee, want na heel kort zoeken vind ik een ruige, onverharde weg die ook dienst doet als riviertje. Ik rijd door het stroompje water naar beneden, tot ik een prachtig en leeg zandstrand tegenkom.
Ik geniet van de in het noorden ondergaande zon en overdenk mijn avonturen tot dit punt nog een keer. Hoewel er veel mis lijkt te gaan, gaan er ook een heleboel dingen goed. Ik maak mijn avondeten op mijn benzine gestookte campinggasje en ga tevreden in mijn tent liggen.

Door Rusland
De volgende dag ziet de weersvoorspelling er voor het eerst sinds ik in Stockholm was er slecht uit voor de nacht. Aangezien mijn tentje niet volledig waterdicht is – iets wat ik uiteraard pas leerde toen het regende – besluit ik een hostel te boeken in de tweede stad van Estland: Tartu. Om daar te komen rijd ik eerst een prachtig stuk door het Estse platteland, langs de Russische grens. Estland is één van de rijkste voormalig Oostbloklanden, maar daar is op het platteland weinig van te zien. Verspreid door het landschap zie ik verlaten fabrieken die nog uit de Sovjettijd lijken te stammen, ingestorte stallen en asbestdaken.
In Tartu slaap ik in een ecohostel, waar ik een Lada-rijdende Duitser tegenkom. We besluiten de volgende dag samen op te rijden en Rusland in te gaan. Ja, dat lees je echt: we steken de Russische grens over. Helemaal in het oosten van Estland liggen twee piepkleine dorpen die verbonden zijn door een weg die één km over Russisch grondgebied loopt. Dit staat uiteraard overdreven groot aangegeven met borden waarop ook te lezen valt dat stoppen op dit gedeelte van de weg strikt verboden is. Op dit – letterlijk – ‘kilometerlange avontuur’ door Rusland gaat er gelukkig voor de verandering niets mis en luttele minuten later rijden we Estland weer in.
Wildkamperen
In Estland is wildkamperen – net als in Scandinavië – gewoon toegestaan en bovendien zijn hier speciaal aangewezen wildkampeerterreinen. Daar vind je een plee (of gat in de grond met vier houten planken eromheen), brandhout en een vuurplaats. Dit maakt kamperen iets aangenamer en ik en mijn Lada-rijdende reisgenoot genieten van de relatief donkere nacht hier. De volgende dag rijd ik weer solo verder. Dit keer is het westen van Estland mijn doel, om in ieder geval nog één nacht op het strand te slapen.
Halverwege deze tocht begeeft de epoxy noodreparatie aan mijn radiator het, die ik nog voor ik de Noordkaap bereikte heb aangebracht omdat er door steenslag een gat in was geslagen. Dat gebeurt tijdens het rijden waarbij ik besproeit wordt met warm water. Na wederom een snelle zoektocht op mijn telefoon, zie ik dat de dichtstbijzijnde bouwmarkt vijftig kilometer verderop zit. Gelukkig wel in de goede richting. Aangezien de eerste reparatie nooit helemaal perfect was, heb ik altijd al twee liter extra water bij me om bij te kunnen vullen als de motor te warm wordt. Het gat in mijn radiator is nu alleen zó groot geworden dat de motor na zo’n zeven kilometer alweer te warm wordt door een gebrek aan koeling.
Mad Max
Ik demonteer de kappen en bind deze achterop de motor. Vervolgens kan ik weer op pad met mijn soort van Mad Max-achtige motor over het Estse platteland, iedere tien minuten stoppend om water bij te vullen. Dit overigens tot groot vermaak van de dorpelingen in de vele dorpen waar ik doorheen rijd.
Na wat aanvoelde als een eindeloze hoeveelheid tijd, kom ik eindelijk aan bij de bouwmarkt. Gelukkig spreekt niemand daar een woord Engels – en ik nog minder Ests – waardoor ik weer met gebarentaal mijn verhaal kan vertellen. Dat werkt, enigszins, en ik word verwezen naar een muur vol epoxyspul. Met wat kneedbaar metaal op zak repareer ik de radiator, waarmee de Gele Kanarie weer met minimale lekkage op pad kan.

Mooi verhaal en unieke belevenis. Doet mij vaak terugdenken aan onze(3 maten) trip in 2014 langs delen van dezelfde route. Ook een geweldige mooie ervaring die in mijn geheugen gegrift staat.
Ben benieuwd naar de volgende aflevering!
Heerlijk verhaal!
Mooie ervaring, benieuwd naar het vervolg
Jaap
Prachtig wat ik lees, Mooi zo’n avontuur.
Heb 2 delen gelezen,
Ben benieuwd hoe het verder gaat.