Op vrijdag 29 januari verschijnt deel 4 van Tims reis online. Wil je meer van zijn avonturen lezen, dan is zijn vorige trip zeker een aanrader → De Stella Alpina
Tim Janssens is op avontuur in de Italiaanse Alpen. Deel 2 sloten we af met wat technische trammelant die Tim provisorisch wist te verhelpen op een camping.
Vorige aflevering gemist? Lees Avontuur in de Alpen – deel 2 hier!
Donderdag 9 juli
Om 08:00 uur ben ik weer op weg. Nu langs de andere zijde van het Comomeer wat uiteindelijk 2 à 3 keer sneller blijkt dan de ‘snelle’ route die Google Maps me gisteren voorschotelde. Richting Milaan waar het natuurlijk een drukte van jewelste is zo in de spits. Dus op z’n Italiaans lekker tussen het verkeer doorsturen dan maar! Via Milaan vervolg ik mijn route binnendoor naar Turijn om vervolgens in het offroad walhalla van Italië aan te komen. Na die 300 km door het Italiaanse laagland te hebben gereden is het fijn om weer de hoogte in te mogen. Ik sta namelijk aan de voet van de Colle delle Finestre. Gestaag klautert de Tengai over het gravelpad omhoog. Eenmaal boven, gaat het gravelpad over in een geasfalteerde weg omlaag. Deze volg ik tot dat ik bij de Strada dell’Assietta aankom.
Hier gaat het pad weer over in gravel en grote stenen. Een bekende weg inmiddels, want precies een jaar geleden reed ik hier ook. Het verschil met nu is dat het toen sneeuwde en ijzig koud was. Vandaag is het beter te houden met 25 graden en volle zon. Weer een hele andere beleving dus. Ik kom een handjevol andere adventure motorrijders tegen samen met wandelaars, 4×4 rijders, mountainbikers en ezels. En ergens bovenaan kom ik nog een Nederlander tegen op een Honda Transalp, Henk. Na even gekletst te hebben rijden we samen verder tot we beneden zijn en om daar afscheid te nemen. Henk gaat meteen door Frankrijk in waar ik eerst nog – ondanks dat het al 4 uur in de middag is – heel graag de Col de Sommeliers (ook wel de Stella Alpina) op en af wil.
Binnen een half uur ben ik aan de voet van de berg in Bardonechia. Voor de zekerheid vraag ik een andere motorrijder, die net van de berg lijkt te komen, of de weg open is. De Stella Alpina – het hoogste motortreffen van Europa – is dit jaar namelijk afgelast vanwege Corona. Ik kan me daarom voorstellen dat de weg voor de zekerheid gesloten is om eigenwijze mensen zoals ik die toch in de bekende vallei willen kamperen te weren. Gelukkig is alles toegankelijk en kan ik op weg naar boven. Aangekomen bij de vallei waar normaal honderden tentjes opgezet staan tijdens de Stella is er nu helemaal niemand te zien. Er staat enkel een motor bij de rifugio (een berghut). Kamperen doen we dus maar niet aangezien er verder ook niemand anders staat.

Als ik verder naar boven rij komt er een Duitser met een gloednieuw uitziende 1250cc gelände tractor naar beneden rollen met een lekke voorband. Hij is op een scherpe steen gereden en heeft een scheur van 2 à 3 cm in z’n band. Ik kan hem helaas niet helpen en voor ik het weet rolt hij weer verder de berg af om het verderop te proberen. Dus ook ik vervolg mijn weg weer. Halverwege de route omhoog zie ik zelf ook een steen over het hoofd en lanceer ik mezelf bijna de motor af. De skidplate voorkomt grote schade en ik besluit op een rustiger tempo mijn weg te vervolgen. Verderop staan drie LC8 KTM’s opgesteld en dat blijkt voor dit jaar het einde te zijn: Een dikke laag sneeuw ligt hier nog over het pad waardoor de laatste paar 100 meter niet te bereiken zijn. Helaas.
Ik klets nog even met de enige van het drietal KTM-rijders die wel Engels spreekt. Hij vertelt dat ze hier elk jaar rijden en op camping Grand Bosco overnachten waar heel veel adventurerijders schijnen te komen. Het lijkt me een goed idee om daar ook naartoe te rijden. Gezamenlijk rijden we vervolgens naar beneden. Maar na een tijdje merk ik dat ik niet meer naar beneden kan schakelen. Ik heb net namelijk weer een steen geraakt – dit keer zonder mezelf te lanceren – alleen is de skidplate nu zo gebogen dat ik het schakelpookje niet meer naar beneden kan bewegen. Met een bandenlepel kan ik de skidplate gelukkig toch nog terug buigen en rij ik achter de Duitse mannen aan. Inmiddels heb ik wel besloten dat ik alvast weer richting Frankrijk wil en dus een andere camping neem. Opnieuw wordt er afscheid genomen en vervolgd ieder z’n eigen weg.
Er zijn verschillende mogelijkheden om vanuit Bardonechia in Frankrijk te komen. De makkelijkste is de tunnel. Maar omdat ze bij het tolpoortje 30 euro durven te vragen laat ik die even links liggen. Ik pak de Col du Echelle. Deze begint aan de andere kant van Bardonechia en brengt mij naar Frankrijk. Onderweg naar beneden, en inmiddels in Frankrijk aangekomen, rij ik langs een camping waar ik besluit te blijven voor de nacht. Even inchecken bij de receptie en meteen vraag ik maar om een douchemuntje. Die krijg ik, maar vlak voor ik weg wil lopen krijg ik er nog één extra. Het zal wel nodig zijn…
Tentje opzetten, eten maken, het bekende ritueel inmiddels. Als ik eenmaal het hele avondprogramma doorlopen heb en wil gaan douchen kom ik tot de conclusie dat m’n handdoek weg is. Die had ik vanmorgen namelijk op m’n tas gebonden zodat hij kon drogen. Alleen had ik vanmorgen ook m’n camelbag achterop gebonden om deze vervolgens ’s middags weer op m’n rug te dragen. Resultaat: vergeten de gespen weer aan te halen… Weg is de handdoek. Die ligt nog ergens op de Strada dell’Assietta. Morgen maar ergens een nieuwe scoren onderweg. En vanavond stinkend m’n bedje in. Maar ja dat is avontuur toch?

Vrijdag 10 juli
Voor m’n gevoel heb ik lang uitgeslapen maar in werkelijkheid is het pas 06:30 als ik wakker word. Helaas heb ik even geen ontbijt dus dat moet ik onderweg maar halen. Voor nu dan maar een schamel mueslikoekje naar binnen werken. Om precies 08:00 uur rij ik de camping af, het dal in. Na een tijdje rijden kom ik op de route van vorig jaar uit. Niet zo gepland maar wel grappig om ineens onverwacht weer bekende plekken te zien. Het verschil met vorig jaar is dat ik nu de Col du Galibier wél op ga in plaats van er enkel langs te rijden. En na die Col haal ik dan wel even wat ontbijt ergens, neem ik mezelf voor. Bijna bij de top besluit ik een foto te maken van het uitzicht over de gletsjer.

Als ik terug loop naar m’n motor, zie ik dat mijn achterwiel nat is. Mijn voorwiel is dat gek genoeg niet. Nader onderzoek wijst ook nog eens uit dat er olie ontbreekt achter het wel bekende raampje. Ik kom dan ook tot de conclusie dat de kering bij m’n voortandwiel er zeer waarschijnlijk uit ligt. Ook dat hoort bij het avontuur denk ik maar.. Het vervelende is dat ik dit niet zelf kan fixen. Dus de ANWB wordt gebeld en uiteindelijk krijg ik te horen dat er met een uur iemand is om de motor naar een garage af te slepen. Genietend van het uitzicht en de langsrazende gemotoriseerde tweewielers herken in ineens één van de motoren. Het blijkt Henk, de man waarmee ik gisteren nog over de Strada dell’Assietta heb gereden. Henk is ook op weg naar huis en komt even vragen wat er aan de hand is.

Leuk te lezen , ben het ook van plan na eerder uitsluitend op d e harde weg te hebben getourd, en door een wegomlegging “ gedwongen “ door het bos te crossen. De smaak te pakken gekregen