Juni 2017, circuit van Mugello. Een aankondiging tijdens de GP van Italië. Triumph heeft zich als motorblokkenleverancier vanaf 2019 voor drie jaar verbonden aan de Moto2. Een opmerkelijke move voor het Britse merk dat een rijke historie heeft, maar sinds de jaren zeventig nog maar een kleine rol speelt. Echter, ze zijn terug! En dat merken we meer en meer.
Het is duidelijk. Triumph wil graag weer een woordje meespreken in de motorwereld. En een ideaal platform daarvoor is voor hen de Moto2. Niet dat de Britten tegenwoordig zelf nou zo gespecialiseerd zijn in wegracers. Integendeel, als je naar de huidige modellen kijkt. De afgelopen jaren heeft het bedrijf vooral moderne classics, adventure en naked-bikes ontworpen en gebouwd.
Wat dat betreft is de stap naar de Moto2 vreemd. Tegelijkertijd is het een terugkeer naar de roots. De zeer succesvolle roots in de wegracesport. En als we kijken naar de modellen van nu, dan zijn ze bij Triumph gek op het verleden. De Tiger en de Bonneville, ze hebben hun sporen tientallen jaren geleden al ruimschoots verdiend. En met de Daytona wordt gewerkt aan nieuwe historie.
Triumph No.1
Het is het jaar 1902. Vier jaar nadat het fietsenbedrijf Triumph besluit om motorfietsen te bouwen, rolt No. 1 naar buiten. Een stevige fiets voorzien van een 2,2 PK sterke Minerva-motor. Drie jaar later volgt de eerste motorfiets die volledig door Triumph is gebouwd. En in 1907 wordt het magische getal van 1.000 geproduceerde motorfietsen gehaald.
Als je wilt meetellen in die jaren in Groot-Brittannië, dan doe je mee aan Isle of Man TT. Of eigenlijk moet je hem winnen. In 1908 verschijnt Jack Marshall aan de start in de ééncilinderklasse. Met een ‘duizelingwekkende’ gemiddelde snelheid van ongeveer 65 kilometer per uur legt hij het circuit af. Hoe hij de heuvels in het parcours overwon, dat is altijd een beetje onduidelijk gebleven. Triumph heeft op dat moment een motor met een variabele katrol om een lichtere versnelling te kunnen gebruiken. Maar daarvoor moet je eerst tot stilstand komen. Of Marshall dat heeft gedaan? Mogelijk heeft hij gewoon stevig bijgetrapt met de pedalen die ook op de motorfiets zitten.

Het succes tijdens de Isle of Man TT past helemaal in de ontwikkelingen binnen Triumph in die tijd. Verkoopcijfers stijgen snel, de motorfietsen worden doorontwikkeld. In de Eerste Wereldoorlog worden 30.000 motoren voor de geallieerden gebouwd. Best opmerkelijk, als je bedenkt dat de oprichter van Triumph de Duitser Siegfried Bettmann is.

Gouden racejaren
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin 50.000 motoren voor de geallieerden worden gebouwd, breekt een gouden periode aan. Triumph richt zich op drie modellen: de Tiger 100, de Speed Twin en de Touring 349cc 3T. De Tiger blijkt op racegebied een schot in de roos in 1946. Ernie Lyons wint dat jaar de Manx Grand Prix op deze machine.
Is die overwinning al knap, de wereld snelheidsrecords die in de twee decennia daarna sneuvelen zijn ronduit indrukwekkend. In 1955 haalt Johnny Allen een ongelofelijk snelheid van 312 kilometer per uur op de zoutvlaktes bij het Amerikaanse Bonneville. Zijn Devils’s Arrow wordt aangedreven door een 650cc Thunderbird krachtbron. Maar het kan nog gekker. In 1966 wordt met de Gyronaut X-1-streamliner een wereldrecordsnelheid van 394 kilometer per uur neergezet tijdens de Bonneville Speed Week.
Ook op de circuits gaat het Triumph voor de wind en worden grote successen geboekt. In 1958 wint Mike Hailwood samen met Dan Shorey de Thruxton 500. In 1966 pakt Buddy Elmore de zege tijdens de Daytona 200 op een 500cc Tiger en een jaar later wordt dit succes herhaald door Gary Nixon.

Teloorgang en wedergeboorte
Maar net als andere Britse merken kan Triumph het geweld uit Japan niet aan. Qua massaproductie lopen de Japanners ver voor de Britten uit. Triumph verdwijnt. Daar kan de T120 Bonneville 650 ook niets aan veranderen. Na het iconische snelheidsrecord op de zoutvlakten van Bonneville in 1955 komt het merk vier jaar later met dit al even iconische model op de proppen. Ontelbare wereldrecords worden ermee geboekt. Het model groeit uit tot een van de bekendste en best verkochte Britse 2-cilinders aller tijden. En toch, het wordt halverwege de jaren 70 stil in de fabrieken van Triumph.
Gelukkig niet voor eeuwig. In 1990 keert de naam voorzichtig terug in de motorwereld. En het mooie aan Triumph is dat zij dit nog altijd met dezelfde achterliggende gedachte doen. Langzaam is in de jaren daarna weer gebouwd aan een stabiel merk. Dat gebeurt vooral diep in het Verenigd Koninkrijk.
Met succes volgt er ook een terugkeer in de racewereld. Na de laatste triomf tijdens de Isle of Man TT (1975) in de Production 750-klasse, moet het merk 28 jaar wachten op nieuw succes. Maar in 2003 is het de Nieuw-Zeelander Bruce Anstey die de Junior TT wint.
Heritage
Het bijzondere aan de huidige collectie van Triumph is dat er niet zo veel is veranderd in vergelijking met 50 jaar geleden. Natuurlijk, het merk heeft gemoderniseerd. Maar de Bonneville bestaat nog steeds en heeft nog immer dezelfde looks. Gepresenteerd in 1959 als eerbetoon aan Johnny Allen, die als een wervelwind over de zoutvlakte bij Bonneville raasde en een ongelofelijk snelheidsrecord neerzette. Ontworpen als een machine die zowel op de weg, het circuit en off road kan presteren, is het tegenwoordig de toermotor van Triumph.
En welk merk kan zeggen dat het 80 jaar na de introductie nog altijd een model voert? Triumph. Ooit werd de Tiger ontworpen als robuuste motor voor off road en op de weg. Doorontwikkeld voor de geallieerde strijdkrachten in de Tweede Wereldoorlog en voor coureurs tijdens internationale zesdaagse wedstrijden. En nu mag hij als het paradepaardje op het gebied van allroad worden gezien.
Maar ook ‘nieuwe’ modellen krijgen namen met een historische link. Zoals de Daytona, die in 1990 wordt geïntroduceerd en is vernoemd naar het succes in 1966 op het circuit van Daytona. En de Thruxton, een naam die ondubbelzinnig doet herinneren aan de glorieuze momenten tijdens de Thruxton 500 in 1958.

De snelste ter wereld
“Winnen zit in ons bloed”, zeggen ze bij Triumph. Net als de ambitie om de snelste ter wereld te zijn. Een goede combinatie. Jack Marshall zette in 1908 een trend door de Isle of Man TT te winnen op een Triumph. Met het Moto2-contract boekte het Britse merk misschien wel de grootste overwinning tot nu toe. En als we de geschiedenis mogen geloven, dan zal dit in de toekomst flink worden uitgebuit. En toekomst, dat zit er zeker in Triumph.
Een super merk heb een Daytona uit 1993 en een Speedtriple uit 1994 en ze vervelen nog lang niet en kijk uit naar alle nieuwe ontwikkelingen die ze op de markt uitbrengen 👍😎