Er is een Nederlandse Ténéré-club waar ook Léon lid van is. Deze Dutch Ténéré Association bestaat sinds 1987 en heeft momenteel ongeveer 130 leden. Het is (inmiddels) een online vereniging die begon als landelijke club rondom de Ténéré. Later kwamen er ook mensen zonder Ténéré bij. Léon: “Inmiddels is het naast de Ténéré’s, Super Ténéré’s vooral een club waar alle ‘Ténéréachtige motoren’ welkom zijn.” Ieder jaar organiseert de DTA het Ténéré-treffen: kamperen, biertje bij de barbecue met bijpassende sterke verhalen en een mooie route voor zowel on- als offroad – gemaakt door een clublid. Kleinschalig, maar erg gezellig. Meer info vind je hier.
Dit jaar viert de Ténéré haar veertigste verjaardag. In 1983, toen Léon Römers een jaar of vijftien was, zag hij voor het eerst een Yamaha XT600 Ténéré. Hij had geen idee hoe het zou rijden, maar wist direct: ‘Als ik later groot ben, wil ik er ook een.’ Inmiddels zijn dat er drie.
De Ténéré, wie kent ‘m niet. Net zoals de Fazer is het één van de langlopende succesverhalen van Yamaha. Maar waar de Fazer inmiddels plaats heeft moeten maken voor een splitsing tussen een MT en een Tracer, die beter bij de tijdsgeest passen dan zo’n sporttoermachine als de Fazer, is de Ténéré na veertig jaar ontwikkeling een van de best verkopende motoren van Nederland. En hoewel deze slanke tweecilinder fysiek nog maar weinig weg heeft van die verkapte eencilinder offroadmachine met een gigantische 28 (!!) liter tank waar het verhaal ooit mee begon, is het idee nog steeds hetzelfde: een basic motor voorzien van alles wat je nodig hebt om prettig motor te kunnen rijden, en meer niet.
De Brabantse Léon Römers is een groot fan van de Ténéré sinds het eerste moment dat hij de motor ooit zag. Léon: “Het was of in 1983 of in 1984 dat ik er voor het eerst een zag, in Luxemburg. Ik was daar omdat ik met de zogenaamde Beneluxkaart door de hele Benelux kon reizen per trein. En daar stonden toen ergens twee Ténéré 600’s, het eerste model, die in dat jaar of het jaar ervoor waren geïntroduceerd. Dikke tank, hoog spatbord. Ja, een kale, eenvoudige motor eigenlijk. Maar ik vond ‘m wel heel erg stoer zo met bagage erop. Ik dacht alleen maar ‘als ik later groot ben, dan wil ik er ook een’.”

Geboorte van een legende
Halverwege de jaren tachtig zit de motorwereld in de uitloop van de Yamaha XT500 en Honda XL500. Stuk voor stuk succesverhalen, maar toch met name uitgesproken offroadmotoren die dito beperkingen hebben. Zeker als reizen per motor je interesse heeft. De XT600 was een antwoord op nagenoeg alle gebreken die de XT500 had. Zo had hij dus die enorme 28 liter brandstoftank, dubbele carburateurs, een revolutionaire monoschokdemper achter en een remschijf aan het voorwiel. Helemaal volgetankt weegt deze eerste generatie XT600 om en nabij de 160 kilogram. Om duidelijk te maken waar deze motor voor gebouwd is, bedenkt Yamaha de naam ‘Ténéré’, wat ‘woestijn’ betekent in de Toeareg-taal. Die taal wordt gesproken door de Berbers in het westen van de Sahara. Het gebied waar de Parijs-Dakar rally vanaf 1979 tot dan toe ieder jaar gereden wordt. 1 + 1 = 2.

De beste?
Léon: “Ik ben rond 1990 begonnen met motorrijden. Dat deed ik op een Honda XL500. Als student kon ik op dat moment niets anders betalen en die Ténéré’s waren niet heel erg veel te koop. En als er al één te koop stond was hij vaak afgeragd. In 1992 kwamen er overjarige, nieuwe modellen vanuit Zwitserland hier in Nederland op de markt. Dat was de derde versie van de eerste generatie, die in 1988 voor het eerst op de markt kwam. En daar heb ik er toen één van gekocht, omdat ik nog steeds idolaat van dat model was.
En ja, of het nou wel of niet goed reed? Dat was niet zo van belang op dat moment: ik wilde ‘m gewoon hebben. Daarbij had ik ook eigenlijk maar weinig interesse in andere motorfietsen. Ik heb wat betreft ook niet genoeg vergelijkingsmateriaal om statement te kunnen maken over of dit nu de beste motorfiets is of niet. Wat ik wel weet is dat de Ténéré voor mij altijd heeft voldaan. Misschien iets dat niet veel motorrijders herkennen, maar op een gegeven moment ga je met zo’n motorfiets rijden en dat wordt dan ‘jouw’ motorfiets. Jij past jezelf aan die motorfiets aan.”

Encyclopedie
Inmiddels is Léon de trotste eigenaar van drie Ténéré’s. Twee daarvan zijn van de eerste generatie Ténéré, de 600cc luchtgekoelde eencilinder dus. En daarnaast heeft hij sinds 2020 ook de nieuwste generatie: de Ténéré 700, in de volksmond ook wel bekend als ‘T7’. Als we Léon aan de telefoon spreken, ontpopt hij zich als een lopende encyclopedie zodra we het fijne willen weten van die eerste generatie Ténéré.
Léon: “Er zijn in totaal drie uitvoeringen van die eerste generatie 600cc Ténéré geweest. Van 1983 tot en met 1985 werd de eerste luchtgekoelde variant verkocht. Dat was gewoon een offroadmotor met een dikke tank en kickstarter, klaar. Revolutionair waren de monoschokdemper achter en schijfrem voor. Daarna was er van 1986 en 1987 een tussenmodel met elektrische starter, maar die was minder betrouwbaar. De eerste Ténéré’s waren reismotoren bij uitstek, en dat legde Yamaha wat betreft de verkoopcijfers in Europa zeker geen windeieren. Dat tussenmodel deed echter af aan dat betrouwbare karakter. Dat werd met het 1988-model wel weer rechtgetrokken. Dat model kwam op de markt met – mede door de ontwikkelingen in de Dakar Rally – verbeteringen in het motorblok én een kuipje om de koplampen. Daarbij had hij ook een schijfrem aan het achterwiel en een betrouwbare elektrische starter. Dat model was tot ongeveer 1992 te koop.”Ah

Gravel > snelweg
Léon kijkt graag terug op zijn buitenlandse offroad reizen met de Ténéré. Die beschouwt hij als de mooiste momenten met zijn motor. Léon: “Met een vriend reden we op twee Ténéré’s naar de Noordkaap. Dat was prachtig! Dat is echt waar deze motoren tot hun recht komen omdat je er van die lange, échte gravelpaden vindt. Als je hier in Nederland offroad gaat zit je toch al gauw in dat zware zand, zeker in Noord-Brabant. En ja, als je dan zo’n grote, volle benzinetank zo hoog op de motor heb zitten. Tja, dan is dat toch al heel wat zwaarder. Ik rij met allroadbandjes, dus dat is ook niet ideaal in het zand. Maar in Zweden ging dat prima.
Ook de vakanties naar Spanje vond ik altijd heel leuk om te doen. Meestal gingen we dan zo’n beetje vanaf de Belgische of Franse grens binnendoor over de hoofdwegen naar het zuiden toe. Met die oude 600’jes een hele dag ver boven de 100 km/u rijden op de snelweg? Ik weet niet of de motor dat zo leuk vindt. En ikzelf ook niet!”

Never change a winning team
In 1992 kwam Yamaha met een update voor de inmiddels negen jaar oude XT600. Een flinke, want de watergekoelde eencilinders deed zijn intrede. De cilinderinhoud werd vergroot naar 660cc en er kwam een extra klep bij. Een vijfklepper dus, iets wat Léon bestempelt als: “zo’n typisch Yamaha-dingetje.” Overigens was de Super Ténéré er toen ook al: de 750 tweecilinder.
En hoewel Yamaha de Ténéré in verschillende uitvoeringen is blijven doorontwikkelen in de jaren hierna, werd Léons interesse minder. Léon: “Zeker nadat ik in 1999 het allereerste model van de 600 kon kopen van een medeclublid (van de Dutch Ténéré Association), was ik eigenlijk wel content. Ik had twee goede motoren die ik ook nog eens fantastisch mooi vond, dus waarom zou ik een andere kopen. Daarbij: die 660-modellen weken allemaal al meer af van dat hele rally-verhaal. Ja, de stickers waren op de straatmodellen nog hetzelfde als die rallymotoren. De vering werd goedkoper uitgevoerd en het werd in alle opzichten echt steeds meer een wegmotor. De Super Ténéré vond ik vanaf zijn introductie al te duur, maar vooral te zwaar. Dat was ook een beetje het begin van de zwaardere allroads. Maar de algemene gedachte was daarbij eigenlijk: ‘wat moet je met zo’n ding’?”
Wel weet Léon dat in 2008 de Ténéré wordt geherintroduceerd. Hoewel de Ténéré altijd een redelijk betaalbare motor is, komt de concurrentie steeds sterker voor de dag. En dat kost Yamaha marktaandeel. Een paar jaar lang is er dan ook helemaal geen Ténéré te koop. Maar in 2008 wordt de XT660Z Ténéré helemaal opnieuw in de markt gezet. Hoog ruitje, laag spatbord. Een typische, capabele, middenklasse allroad. Zo eentje als een Suzuki V-Strom of Honda Transalp. Enigszins offroad geïnspireerd, maar op en top wegmotor die zich ideaal leent voor reizigers of forenzen.

T7 blijkt verkoopkanon
Tegelijkertijd kwamen toen ook de XT 660 X, een offroadversie, en XT660R, een supermotard, op de markt. Léon: “Die zijn ongeveer tegelijkertijd geïntroduceerd. En dat was volgens mij best wel een succes voor Yamaha, want daar zijn er best veel van verkocht. Die zie je momenteel ook veel te koop staan, ik denk omdat mensen ze inruilen op de nieuwe Ténéré 700 – ook wel de T7 genoemd. Ik weet dat die toen als prototype ‘T7’ is geïntroduceerd met allemaal teasers en zo. Dat was eigenlijk gewoon marktonderzoek om te kijken of het de investering waard zou zijn. De reacties daarover waren echt wel enthousiast.
En toen ging er eigenlijk best wel een aantal jaar overheen tot hij uiteindelijk daadwerkelijk op de markt kwam. Ik denk wel twee of drie jaar. Ik heb het toen even aangekeken met de Ténéré 700’s – om te kijken hoe dat zich zou ontwikkelen. Uiteindelijk heb ik in 2020 een proefrit gedaan en niet lang daarna ben ik tot de koop overgaan. Ja, fijne fiets.”
Hoe die nieuwe machine zich verhoudt ten opzichte van de oer-Ténéré? Léon: “In vergelijking met ‘die oudjes’ rijdt de Ténéré 700 goed, maar weldegelijk erg anders. Vergelijken is eigenlijk niet eerlijk, omdat mijn twee 600’s qua remmen, het frame en dat soort dingen gewoon zo anders zijn. Vergelijken is niet eerlijk.”

Is de T7 nog wel een ‘echte’ Ténéré?
Wat maakt een Ténéré eigenlijk een Ténéré? In Léons optiek is de kracht van een Ténéré dat hij zo eenvoudig uitgevoerd is. Léon: “De beste motorfiets ooit? Zo zou ik de Ténéré echt niet omschrijven, daarvoor zijn er veel betere motoren geweest. Een ander zou misschien zeggen dat hij ‘karig’ uitgevoerd is, maar in de basis heb je alles bij je wat je nodig hebt en nagenoeg niets meer dan dat. Als je het concreet stelt, dan denk ik dat de nieuwe Ténéré 700 in dat opzicht zeer zeker een echte Ténéré is. Ik kan met mijn T7 de ABS voor en achter uitschakelen. En het is een injectiemotor, maar meer dan dat zit er in principe niet op wat betreft elektronica. En zo was het bij die allereerste Ténéré in feite ook. Dat was een basic motorfiets. Remmen, verlichting vering. Meer niet, want om echt te rijden heb je meer dan dat niet nodig.
Zodra je het idee krijgt dat je moet remmen, had je dat al lang gedaan moeten hebben…
Kijk en de nieuwe Ténéré heeft dat ook, al zit hier dan wel alles op wat je naar de maatstaven van de moderne tijd nodig hebt. Ik denk dat de nieuwe 700 heel erg capabel is in het terrein, maar dan moet je het als rijder wel kunnen. Dat komt met name doordat hij afgetankt 200 kilogram weegt. Maar verder rijdt, stuurt en veert het allemaal goed. Eigenlijk is alles goed, op één ding na: het is geen ééncilinder…”
“Als ik op die alleroudste Ténéré rij, is dat voor mij nog het allerleukste motorrijden. Het is ver vooruit kijken, want zodra jij het idee krijgt ‘goh, het wordt tijd om te remmen’ dan had je dat al gedaan moeten hebben, want dat gaat allemaal niet zo hard. In die 600 zit 45 pk op de krukas – als hij goed loopt. Tja, wat blijft daar aan het achterwiel van over… 30 pk, zoiets? Het is heel veel schakelen. Ik rij voor mijn gevoel wel eens met bloedstollende snelheden over de dijk heen, waarbij alles klappert en rammelt. Maar als je dan naar de teller kijkt, zie je hoogstens een keer 70 km/u staan. Iedere GSX-R schakelt dan pas net door naar zijn twee en ik zit dan al op de top van mijn kunnen. Maar dat pure rijden, dat vind ik zo leuk aan die motor.”
