Met een budget van 500 euro een minimaal 25 jaar oude motorfiets kopen. Deze opknappen voor maximaal 150 euro en er vervolgens met een groep motorrijders een tocht van enkele duizenden kilometers op rijden. Dat is in het kort de 500 Euro Challenge.
Foto’s: Sander Ram
Een Yamaha XJ 900 F voor 500 euro, een Honda GL 500 voor 350 euro of een Suzuki DR750 voor een fles rode wijn. De één ziet er eigenlijk wel piekfijn uit bij aankoop, terwijl de ander nog losgescheurd moet worden uit een heg. Een lekkend blok, een dip in de toerenteller of een machine die al twintig jaar niet meer op de openbare weg heeft gereden. Er zijn wat uitdagingen te overwinnen voordat je ermee op tournee kunt.
“Het idee is om met een oud ding, dat eigenlijk door iedereen is afgeschreven, leuke dingen te beleven”, lacht Sjoerd Dijkstra, die sinds 2014 de 500 Euro Challenge organiseert. “Het is een beetje de anti-heldenstatus. Waar we op rijden, dat ziet er niet uit. Toch komen we overal.”
Eerste challenge
In 2013 ziet Dijkstra het idee voor het eerst voorbij komen op internet. Een groep vrienden heeft in de kroeg een variant op de Carbage Run, een rally voor auto’s van ouder dan twintig jaar en voor maximaal 500 euro aangeschaft. “Zij gingen dit met een groepje doen en ik vond dit een interessant idee. Daarom heb ik contact met ze opgezocht over de regels. Daar heb ik er nog enkele bij bedacht en in 2014 heb ik mijn eerste 500 Euro Challenge gehouden.”
Het idee begint te leven op het Motor-Forum en tijdens de eerste editie doen er zes deelnemers mee. Een jaar later volgt de tweede editie met een man of tien. Tijdens de edities van 2017 en 2019 neemt het aantal deelnemers verder toe en voor de editie van 2021 melden zich zelfs 22 deelnemers zich aan. Helaas, corona maakt alles onzeker en daarom is de editie van dit jaar inmiddels verplaatst naar volgend jaar.
“22 deelnemers is voor mij ook echt het maximum”, zegt de 53-jarige Fries uit Leeuwarden. “Het is mijn vakantie en als er nog meer deelnemers bij komen, dan begint het op werken te lijken. Er komt bij de organisatie namelijk nogal wat kijken.”

Anderhalf jaar voorpret
Elke editie van de challenge wordt verreden in juni. Maar voor de deelnemers begint het al anderhalf jaar van tevoren te leven, wanneer Dijkstra een nieuw evenement aankondigt. Er wordt gespeurd op internet naar motoren die binnen het segment vallen, die betaalbaar zijn en de eerste plaagstootjes worden uitgedeeld op het forum.
“Wanneer het nieuwe jaar begint, dan mogen deelnemers een motor kopen. Iedereen maakt een eigen topic aan over zijn gekochte motor en bewijst daarin dat hij werkelijk voor maximaal 500 euro is gekocht”, is de organisator enthousiast. “Vervolgens laten de deelnemers zien hoe zij hun motor klaarmaken voor de tocht. Daarvoor hebben zij een budget van 150 euro. Maar koop je een goedkopere motor, dan neemt je sleutelbudget toe. Banden, remmen en kettingsets vallen buiten het sleutelbudget, want de reis moet veilig zijn.”
Lees ook: De kick van de 500 Euro Challenge
Enkele maanden voor vertrek is er een meeting. De deelnemers aan de challenge ontmoeten elkaar in het echt. Sommigen hebben al eerder meegedaan, anderen zijn er voor de eerste keer bij. Naast kennismaking wordt ook een besluit over de route genomen. En dan is het tijd om af te tellen.
Naar de Alpen
“Als ik de route maak, dan gaan we naar de Alpen. Al een jaar van tevoren verdiep ik me hierin. Mooie weggetjes, goede bergpassen en voldoende campings. De eerste twee dagen gaan vaak nog over de snelweg, maar daarna worden het alleen maar mooie routes. Ik probeer de route zo te plannen, dat het ook echt ontspannen rijden wordt. Dat heb ik van de eerste editie geleerd, waar ik te veel afstand wilde afleggen per dag.”
De Stelvio werd de afgelopen jaren meerdere keren beklommen, net als de Brunigpass bij Brienz. “Dan komen we boven en dan staan daar allemaal mannetjes strak in het leer met hun Ducati’s en GS-jes te pronken. Maar wij trekken het meeste bekijks. Mensen die vragen waar onze auto staat, niet begrijpen hoe we boven zijn gekomen of zich zelfs zorgen maken. Nou, gewoon rijdend. Het gaat iets minder snel dan op een Ducati, maar wij komen er.”

Niet voor iedereen
Het is direct de grote tegenstelling in motorland. Mooi en glimmend vs. gebutste brikken. En daarom is de 500 Euro Challenge ook niet voor iedereen weggelegd, is Dijkstra overtuigd. “Er is een groep mensen die enorm van knutselen houdt en op die manier de kosten laag houdt. Voor hen is dit echt een uitdaging. Maar er is ook een groep motorrijders die gewoon lekker wil rijden. Voor hen is deze challenge een nachtmerrie.”
De 500 Euro Challenge 2022 zit helemaal vol. Mochten er nog deelnemers afvallen, dan kunnen nieuwe kandidaten zich alsnog aanmelden.