IJsspeedwaycoureur Jasper Iwema, zijspancoureur Tim Reeves en Supersport 600-coureur Melvin van der Voort zweren bij hem, monteur Jarie Scheepstra. Pas 25 jaar oud werkte hij al in het WK Supersport, het IDM en in de ijsspeedwaywereld en sinds drie jaar heeft hij zijn eigen motorzaak. “Op mijn lijstje met doelen in het leven komen steeds nieuwe doelen te staan.”
Op een pand op een bedrijventerrein aan de rand van Assen staat groot het logo van Volare motoren. Achter de roldeur staat een tiental motoren te wachten op onderhoud of een reparatie. Aan de muur hangen racepakken van coureurs waarmee Scheepstra ooit samenwerkte. Alles ademt hier de liefde voor de motorfiets. Jarie Scheepstra is hier helemaal in zijn element.
Niets liever doet hij dan sleutelen aan de tweewielers. “Die motorzaak was in eerste instantie eigenlijk helemaal geen doel in mijn leven”, lacht de Assenaar. “Het is gegroeid. Maar bij alles wat ik doe, wil ik het goed doen. Ik ben perfectionistisch ingesteld.”

Selfmade
25 jaar oud en al twaalf jaar ervaring. Het verhaal van de selfmade man is bijzonder. Als hij naar de middelbare school gaat, lijkt het een leven in de wereld van de auto’s te worden. Tijdens een snuffelstage krijgt hij een bijbaantje in een garage. Doordeweeks kranten rondbrengen, in het weekend de werkplaats aanvegen. “Dan mag je een keer een wiel verwisselen en een bandje om een velg leggen. Totdat er eens een wrak binnenkomt waaraan iets gelast moet worden. Zo leer je het vanzelf.”
“Toen mijn werkgever het raceteam START overnam, verhuisde ik vrijwel automatisch mee. Ook hier was het eerst vooral poetsen en andere klusjes doen, maar zo heb ik me kunnen ontwikkelen. Dan krijg je een doel, monteur worden. Dat lukte in 2016 bij Bryan Schouten. Dat jaar werden we direct kampioen in het IDM.”

Liefde voor de motor
Aan de wand in de kantine van Volare motoren hangen talrijke foto’s. Van coureur Jaimie van Sikkelerus, van Iwema en Reaves, maar ook twee zwartwit foto’s. Actiefoto’s van een zijspan, gesponsord door een sigarettenmerk. Foto’s van de gouden tijden uit het zijspansport. De coureur is niemand minder dan zijn vader Jan Scheepstra, die jarenlang internationaal reed.
Lees ook: Maak werk van motorrijden
“Ik heb de liefde voor de motorsport niet van een vreemde”, lacht Scheepstra. “Van huis uit kreeg ik het met de paplepel binnen gegoten. Al voordat ik geboren was, stond er een kleine crosser voor me klaar. Maar zelf crossen, daar had ik niet zoveel mee.” De net aangeschoven pa Scheepstra bevestigt het verhaal, als Jarie even later een klant helpt. “Jarie had zelf niet zoveel met crossen. Mijn dochter daarentegen was er niet vanaf te slaan. Die wilde de hele dag wel crossen. Zij is nog twee keer Nederlands kampioen grasbaan geweest bij de MON.”
Bekroning
Maar die liefde voor motoren groeit in zijn tienerjaren snel. Mede dankzij zijn neef, die jarenlang monteur was bij het raceteam van Ten Cate. “Ik kreeg een doel, het hoogst haalbare bereiken in de motorsport. Voor mij is dat geen MotoGP, maar het WK Superbikes. Die klasse is toegankelijker. Daarom ging ik me als freelance motor verhuren. Maar een freelancer zonder diploma motortechniek is raar. Daarom ben ik een opleiding tot motortechnicus gaan doen op het TT Instituut.”
“Ik was de eerste niet-topsporter in Nederland die een topsportcontract kreeg. Dat betekende dat ik niet alle lessen op school hoefde te volgen. In de praktijk kwam het erop neer dat ik alleen maar toetsen op school deed. Leren deed ik als ik in het vliegtuig zat of even tijd had tijdens een raceweekend. Dat is zwaar, maar ik had een doel waar ik aan werkte.”

18 jaar, altijd alleen reizen, lang weg zijn van je familie, ver van huis en geen leraren die je vertellen wat je moet doen. “Ik moest op school zelf aangeven welke toetsen ik wanneer wilde maken. Op wilskracht heb ik het volgehouden. Zo kon ik rustig drie maanden in Limburg blijven, waar we destijds met MVR Racing een nieuwe werkplaats bouwden.” In 2016 volgt de bekroning. Scheepstra wordt gevraagd door Kallio Racing in het World Supersport. “Ik was 19 jaar oud en had al mijn doelen bereikt.”
Van coureurs naar klanten
Maar de internationale motorsportwereld heeft ook zijn nadelen. Je bent altijd onderweg. “In mijn vrije tijd begon ik als ik thuis was ook wat mensen te helpen met hun motoren. In het schuurtje bij mijn vader achter het huis. Met het toenemen van het aantal klanten heb ik in 2019 besloten om te stoppen in de racewereld.”
Waar je in de sportwereld altijd bezig bent om de motor te perfectioneren, om die paar tienden extra snelheid te vinden, heeft Scheepstra die drive to perfectie bij zijn gewone klanten ook. “Als er een storing is, dan werk ik net zo lang door totdat ik heb gevonden wat het probleem is. En als een achterwiel eruit moet, dan komt hij er keurig gepoetst weer in te hangen en smeer ik de ketting ook direct.”

Bloed kruipt waar het niet gaan kan
Perfectie. Dat is waar het om draait bij de Assenaar. En daar hoort ook weer een nieuw doel bij. Een echte zaak. Zijn manier van werken slaat aan. Het schuurtje wordt al snel ingeruild voor een echte werkplaats en het aantal klanten neemt toe. Maar in een hoek op de zolder in de werkplaats wordt duidelijk dat de monteur zijn passie voor de racerij niet helemaal heeft los kunnen laten. Hier staan de rode kuipen en banden met blinkende spikes van ijsspeedwaycoureur Jasper Iwema.
“Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een jaar nadat ik gestopt ben in het World Supersport, ben ik via Iwema aan het werk gegaan voor Dion Otten. Daar zijn later Iwema zelf en een aantal zijspancoureurs bijgekomen. Hen ondersteun ik met de techniek. Daarnaast ben ik tegenwoordig werkzaam als vaste monteur voor Melvin van der Voort in het SWPM team. Zij zijn actief in het IDM. Dit is toch makkelijker te combineren dan het World Supersport.”
En zo komt hij via zijn kennissen in de paddock ook in contact met wereldkampioen zijspan Tim Reaves. De Brit rijdt niet alleen in het WK, maar staat ook aan de start tijdens de TT op het Isle of Man. “Dit jaar ga ik met Reaves mee. Dat is een doel dat in de loop der jaren op mijn lijstje is terechtgekomen. Een nieuw uitdaging.”
‘Doelen moeten realistisch zijn’
Een diploma als motortechnicus, monteur in het World Supersport, een eigen zaak en straks de Isle of Man. Scheepstra heeft zijn doelen gehaald. Blijven er dan nog doelen over? “Natuurlijk. Uitdagingen blijven komen. Belangrijk is dat ze realistisch zijn. Je kunt direct wel het allerhoogste als doel nemen, maar er zijn allerlei tussenstappen om die te behalen. Elke tussenstap is voor mij een doel.”
“Daarnaast loop je in je leven tegen nieuwe uitdagingen aan. Ik had nooit verwacht dat ik een eigen motorzaak zou openen. Maar op het moment dat ik daar inrolde, had ik een nieuwe doel. Er een succesvolle zaak van maken. Mijn volgende doel is een eigen huis bouwen met motorzaak daarbij. En een eigen raceteam? Dat is absoluut geen droom van mij. Zoiets kost zoveel geld, ik denk dat dit niet haalbaar is. Voor mij geldt: je doet iets goed, of je doet het niet. Maar zeg nooit nooit.”
mooi verhaal. een echte doorzetter.
Topper
Leuk stukje het is ook gewoon een topper en een man van goud ook ik heb veel aan jarie met de zac races
Mooi verhaal over Jari, doe wat je leuk vindt en wordt daarin wereldkampioen 👊
Jarie is een topper. Hij heeft mijn Monster geprepareerd voor een retourtje Noordkaap!