Je zou haast denken dat ze gratis weggegeven worden. Ga maar eens op een zaterdagmiddag naar een willekeurige multibrand-dealer en observeer het parkeerterrein voor een paar uurtjes. We durven te wedden dat je flink wat Honda’s gaat tellen. Vreemd is dat ook niet, want de Japanse fabrikant Honda is het grootste motormerk ter wereld.
Aan de huidige Nederlandse verkoopcijfers zou je dat overigens niet zeggen, want de afgelopen jaren ging het niet al te best met Honda in ons land. Het blijkt echter totaal geen juiste afspiegeling te zijn van de huidige toestand van het merk. Wereldwijd verkochten ze in 2019 namelijk meer dan 20 miljoen motorfietsen en dat is dan weer een verdubbeling ten opzichte van het aantal in 2010. Heel slecht gaat het dus niet met Honda.
Het is een knappe prestatie die ze daar in Japan hebben weten neer te zetten. In iets meer dan zeventig jaar tijd is er een waar imperium opgebouwd en dat alles vanuit de handelsgeest van Soichiro Honda. De Japanner richt vlak na de tweede wereldoorlog een werkplaats op en ziet in de jaren erna de vraag in eenvoudig transport stijgen. Honda duikt er gelijk op en begint fietsen te bouwen met 500 gekochte radiogeneratoren van Mikuni. Niet veel later ziet Model A het levenslicht, een vervoersmiddel dat volledig door Honda ontwikkeld en gebouwd wordt. Direct is ook duidelijk dat Soichiro Honda alles op alles zet om hoge kwaliteit te leveren. Diverse onderdelen kunnen goedkoper geproduceerd worden, maar Honda-san kiest voor het duurdere proces. Het betaalt zich gelijk uit, want het model verkoopt uitermate goed.

Nog betere producten
Het kersverse merk krijgt daarna vrij plotseling te maken met technische malheur bij verschillende modellen, maar gelukkig kunnen ze de stijgende lijn weer voortzetten door de 250 en 350 cc Dream-modellen. Eind jaren vijftig maken ze nog een klapper, met de komst van de Super Cub. Het model wordt uiteindelijk zelfs het bestverkochte vervoersmiddel ooit. In diezelfde tijd start Honda ook met de verkoop in andere landen, zoals de Verenigde Staten. Ook daar is het merk gelijk succesvol.
Het is ook de periode dat Honda besluit om te gaan racen met zijn motoren, met als doel om nog betere producten te kunnen maken. In 1959 doen ze voor het eerst mee aan de Isle of Man TT, maar het is niet direct een groot succes. De mindere resultaten zorgen ervoor dat de Japanse fabrikant alles op alles zet om zo snel mogelijk het podium te kunnen bestijgen.
Twee jaar later weten ze dat al voor elkaar te krijgen. En hoe! Mike ‘the bike’ Hailwood wint de TT in zowel de 125 als 250 cc-klasse. Ook in het wereldkampioenschap maakt Honda indruk door twee titels te pakken. De Australiër Tom Phillis is de beste coureur in de 125 cc, Hailwood schenkt Honda de titel bij de kwartliters.

Lees ook: Kawasaki – Welkom in het groene kamp
In één klap
Op het moment dat Honda uitgroeit tot de grootste motorfabrikant ter wereld storten ze zich ook op de productie van auto’s. In 1963 komen ze met de T360 en slechts twee jaar later weten ze ook succes te boeken in de Formule 1. Het zegt alles over de visie die bij Honda heerst. De verkoop van motorfietsen blijft maar doorgroeien en dat dankt de Japanse fabrikant aan verschillende iconische modellen, waarbij de CB750 Four de meeste impact genereert. In oktober 1968 presenteren ze deze motor en is een directe rechtse in het gezicht van de Europese motorindustrie. Met dit model zetten de Japanners zich in één klap op de kaart.

In de daaropvolgende decennia is Honda een toonaangevend merk binnen de motorindustrie en de nieuwe modellen blijven elkaar opvolgen. Racesuccessen ontbreken uiteraard ook niet en er zijn maar weinig competities waar Honda nog nooit een wereldtitel won.
Ook anno 2020 is er niets veranderd aan de sportieve aspiraties van het merk en spelen ze een belangrijke rol in haast alle takken van de motorsport. Die diversiteit vind je ook terug in de huidige line-up van Honda, waardoor in principe elke motorrijder bij het Japanse merk terecht kan. Of het nu gaat om een lichte CB125F, multifunctionele CRF1100L Africa Twin of de übersnelle CBR1000RR-R Fireblade; iedereen vindt wel een geschikte ‘brommert’ bij club Honda.
Nou, dat iedereen wel iets geschikt vind bij Honda, ben ik ’t niet mee eens. Gelukkig zijn er meerdere merken.
Tegenwoordig maken ze gelukkig weer wat spannendere fietsen dan pakweg 10,15 jaar geleden. Technisch wel altijd zeer goed…net zoals mijn Z 🙂
Mooi in het kort de geweldige ontwikkeling en door braak van Honda weer gegeven in tekst en beeld.
in 1959 verworf Honda meerdere patenten oa het abs en traction control, het abs patent van bosch uit 1975 lijkt er op.
Erg kort door de bocht maar de nadruk ligt terecht op de hoge kwaliteit en de enorme variatie in elk constructief aspect. Zelf heb ik een CB 400A uit 1978, waarbij je niet hoeft te schakelen. Deze lijn van “automaten” (CB750A t.m. CM 450A) hebben ze alleen tussen 1976 en 1983 gemaakt. Waarschijnlijk was de klant er nog niet aan toe. Maar ook na veertig jaar functioneert het nog uitstekend .
leuk de reacties, als heropstapper heb ik een Cub gekocht in 2019 en zoek in de provincie zeeland lotgenoten die ook cub enof monkey rijden en af en toe met elkaar een rondje zeeland doen.
Mooi weergegeven maar erg kort door de bocht, IMijn eerste motor was de CB 750 Four goudkleurig tweedehands gekocht, Toen een nieuwe CBR 1000 DCBS,
En nu rijd ik al jaren de Honda CBR 954RR Fireblade. Maar allemaal geweldige bikes. Bikers have more fun than Ordinary people.