Weet jij alle mooie plekken te vinden binnen jouw provincie? Van heerlijke stuurbochten, verborgen parels tot mooie verhalen? Neem dan contact met ons op!
Voor deze eerste aflevering van de rubriek Landgezant laten ambassadeurs Jan en Hendrik Dales ons zien waarom uitgerekend hun provincie Groningen dé mooiste plek van Nederland is om motor te rijden. Of ze gelijk hebben?
Een enthousiaste motorrijder die vol passie spreekt over zijn/haar eigen regio of provincie. Dat is een ‘Landgezant’. Motorrijders.nl zoekt voor deze nieuwe serie in alle Nederlandse windstreken zo’n Landgezant. Iemand die een route uitstippelt langs lokale (motor)highlights, om één van onze razende reporters ervan te overtuigen dat er geen mooier stukje Nederland is om motor te rijden! Is jouw regio mooier? Meld je nu aan en word Landgezant!
Groningen
Dat uitgerekend Groningen de eerste regio in Nederland is die we aandoen in Landgezant, is geen toeval. We zijn namelijk te gast bij de gebroeders Jan (61) en Hendrik (56) Dales. Samen vormen ze sinds 1992 MC de Dulles en moedigen zij motorrijders door het hele land al jaren lang op om Groningen te komen ontdekken op de motor. Het duo vormt de kleinste motorclub van NL met welgeteld 2 leden. Ze hebben tevens een ledenstop, maar vandaag worden we spontaan vergezeld door hun ‘nestor’, Harry (73).
De drie heren groeiden op in het dorpje Zeerijp waar Harry toen de enige inwoner van het dorp was met een motor. Als de broers in de verte het geronk van de Honda CB450 ‘Black Bomber’ hoorden, lieten ze hun speelgoed vallen en stoven ze naar buiten om bij het eind van de straat te kijken naar Harry en zijn motor. Niet lastig overigens: “dat ding had bijna geen uitlaat, toen mocht alles nog.” Daar werd het zaadje voor het motorrijden geplant. Inmiddels rijden ze al jaren regelmatig samen.
In Loppersum hebben we afgesproken bij hotel Spoorzicht. Na een bak koffie en een kennismaking gaan we op pad. De route die Hendrik heeft uitgestippeld, is ongeveer 200 km lang en loopt door Westerwolde en het noordoostelijk deel van Groningen.
Achteraf horen we van Hendrik dat het Groningse drietal voor vertrek nog even het slijtpatroon van onze banden hebben geïnspecteerd. Gewoon, om te besluiten of het normale tempo van de heren wat naar beneden bijgesteld moet worden voor deze rit. Ze oordelen dat het niet hoeft.

Bruikbaar vermogen op weidse vlaktes
Als we Loppersum uitrijden, worden we meteen al getrakteerd op een weggetje met enkel lage begroeiing langs de zijkant. De weg heeft qua bochten en asfalt veel weg van een circuit. Mijn hart maakt een klein sprongetje; dit belooft veel goeds!
Misschien is het een vooroordeel dat ik bij motorrijders van deze leeftijd heb, maar ik had verwacht dat de heren op een forse GS of Goldwing zouden verschijnen om lekker rustig mee te cruisen. Maar op deze weg waar we rijden snappen we precies waarom Jan een Kawasaki Z900 rijdt, Hendrik een BMW F 900 R en Harry een Kawasaki Ninja 650. Lekker veel bruikbaar vermogen.
Toch gaan we niet extreem voluit en is er genoeg kans om rustig om ons heen te kijken en de schoonheid van het landschap op te nemen. Het is begin juli. Ondanks dat Groningen niet te boek staat als de meest bosrijke omgeving, is ‘weelderig’ toch de best passende term wat betreft de begroeiing op de route.
Al snel zijn we geflankeerd door weidse vlaktes van enorme omvang. We bevinden ons in de veenkoloniën. Aan de horizon onderbroken door een klein stulpje en een haag bomen, zie ik rechts een traag wuivende zee van een groen- tot goudgeel grasachtig gewas met ragfijne pluimen. “Hier groeit bier”, zegt Jan. “..én jenever”, voegt Harry vlot toe. De kenners weten het al: gerst. Rechts van de weg is een al even groot veld met wat hogere groene planten, getooid met lichte lila bloemen. Aardappelplanten.
Meanderende wegen
Alles is hier groots, weids en mooi. Tot je verderop ineens een paar blokken goedkoop gebouwde huizen ziet. Letterlijk neergezet in ‘the middle of nowhere’. Surrealistisch en vervreemdend. Alsof een reuzenkind een legostad wilde bouwen, maar na een kwartier weer afgeleid werd en de stad nooit meer afgemaakt heeft. “Dat is voor mensen met huizen die beschadigd zijn door de aardbevingen”, vertelt Hendrik. “Je mag daar maximaal 2 jaar wonen tijdens het herstel van je huis. Na 10 jaar worden de huizen weer afgebroken. Triest in vele opzichten.”
Toch is dit gebied ook vergeven van statige oude kasten van huizen. Herenboerderijen en borgen (woningen van de edellieden) duiken sierlijk op naast de meanderende wegen. De huizen zijn in deze buurt niet dicht bij elkaar gebouwd, vanwege de grote bijbehorende landerijen. Jan vertelt dat veel van deze landheren rijk werden over de ruggen van de arbeiders, die letterlijk voor een appel en een ei het land bewerkten.
De enige aanwijzing dat we niet met een tijdmachine naar het Groningen van 1953 zijn gereisd, is het asfalt op de weg. Zelfs de verkeersdichtheid doet eerder aan toen dan nu denken. Best een verademing als je de Randstad gewend bent. Een verademing voor iedere motorrijder eigenlijk. Na zo’n vijftig kilometer weten we net als onze landgezanten: Groningen is zeer geschikt om prettig motor te rijden.

Landerijen met diverse gewassen bepalen grotendeels het beeld. Zo rijden we ook langs een vlakte met zeker zes voetbalvelden vol hennep. Nee, we zijn niet in Brabant en hier groeit dan ook de variant zonder werkzame stoffen. De plant wordt o.a. gebruikt voor de productie van textiel.
Op de route ligt de bezienswaardigheid Fraeylemaborg, het Museum Landgoed met een indrukwekkend gebouw dat stamt uit 1300. In de loop der eeuwen is het uitgebouwd tot een borg met een enorme tuin. Even verder rijden we langs Bourtange, een vestingstad vlakbij de Duitse grens uit 1742. Helaas komen we niet verder dan de stadsmuren vanwege verbouwingswerkzaamheden. Vanuit de lucht ziet het er uit als een reusachtige ster, omringd door grachten. Alles in het ontwerp is erop gericht de vijand buiten te houden.

Rock & Roll
Tijdens de lunch In Sellingen bij Bruut (maar in de volksmond nog altijd ‘De Heksenketel’ geheten) komen de sterke verhalen op tafel. Jan: “Ik rijd al sinds mijn 22ste motor. In mijn leven heb ik veel geld besteed aan drank en motoren. Drank nu al een tijd niet meer, maar ik heb al zo’n negentien motoren versleten. Waaronder negen Suzuki’s GSX-R750. Fred, een vriend van mij, had een Suzuki TL1000. Ondanks al die pk’s kon hij mij niet bijhouden op de bochtige weggetjes hier om de hoek. De volgende dag heeft hij ook een GSX-R gekocht. Geweldige motor.”
Er volgen legendarische verhalen over belevenissen van de heren die grotendeels onder de noemer rock & roll vallen (“maar what happened in Groningen, stays in Groningen”) en ook over talloze ongelukken. Vooral Harry schijnt met elke motor die hij ooit gehad heeft (ongeveer twintig stuks) minimaal één schuiver gemaakt te hebben. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Ondanks dat feit hebben de mannen het geschopt tot ervaren, gerespecteerde (en nog volop levende) motorrijders. Regelmatig mogen de broers op de motor de wielerklassiekers begeleiden. Hendrik vertelt dat hij onder escorte van een motoragent met spoed naar een kruispunt moest, dat men vergeten was af te zetten. Op de weg erheen was tachtig de limiet. Precies weet hij het niet, maar op aanmanen van de agent moeten ze op enkele gedeeltes onderweg zeker het dubbele aangetikt hebben. De veiligheid van de wielrenners mocht immers niet in het geding komen.
De polder in
We vervolgen onze weg. Hendrik geeft aan dat we nu voor de verandering ook wat rechte wegen gaan nemen, in de polder. Bijna jammer, want tot nu toe was het inderdaad een waar bochtenfestijn. Onderweg stoppen we nog bij de herenboerderij van een vriend van Jan. Een kast van een huis uit 1840 met een onmetelijk stuk grond.
Het leukste van een route in onbekend gebied zijn altijd de verassingen. Dit is zo’n verrassing. Mochten we ooit nog een rubriek onder de naam ‘schuurvondsten’ starten, komen we hier zeker nog een keer terug. Naast een gitzwarte VW Kever en een mintgroene Jaguar E-type van meer dan een halve eeuw oud, staan ook een Honda VFR 400, een MV Agusta F4 , een Yamaha YZF-R1 uit eind vorige eeuw en talloze andere klassiekers onherkenbaar verstopt onder doeken. Hier woont een liefhebber.
De route van vandaag zit er bijna op, maar voor wat actiefoto’s gaan we nog richting het industrieterrein van Delfzijl. Hier dringt het tot ons door: we zijn geen enkel stoplicht tegengekomen op deze route van 200 kilometer lang. Ja, u leest het goed. De regenbuien waar we tot nu toe succesvol tussendoor gelaveerd hebben, hebben hier echter wel een vers laagje regen op het anders smetteloze asfalt achtergelaten. Dus een kneedown laten de broeders even voor wat het is.
Zeer hoog aantal motorrijders
Vlak voor we Loppersum weer inrijden, zijn de wegen weer droog en haalt Jan me in. Ik zie meteen waarom: dit is weer zo’n ‘circuitweggetje’ dat puur aangelegd lijkt te zijn om er zoveel mogelijk lol op een motor te hebben. Loppersum heeft een zeer hoog aantal motorrijders per hoofd van de bevolking. Begrijpelijk. De heren rijden deze weg al enkele decennia en we moeten alles uit de kast trekken om ze niet kwijt te raken. Het slijtpatroon op onze banden is vandaag dan ook nog een stukje verder naar de zijkant opgeschoven.
Aangekomen bij het terras doen de broers hun helm af. De grijns en de fonkeling in hun ogen spreekt boekdelen: motorrijden is het mooiste wat er is. En dat blijft het ook, hoe lang je het ook doet.
Sportief rijden, rustig toeren langs uitgestrekte velden en statige oude landhuizen, grotendeels goed onderhouden wegen en genoeg spannende bochten. En dan de rust en het weinige verkeer. Waar vind je dat nog in Nederland? Gaat er niks boven Groningen?
Voor de ‘beoordeling’ (vooral ter vergelijking) van deze route en daarmee voor de provincie geven we de volgende cijfers:
Kwaliteit van de wegen: 8,5
Bochtigheid: 8,5
Verkeersdichtheid: 9,5
Natuur/mooie uitzichten: 8
Diversiteit van het landschap: 7,5
Leuke plekken voor een versnapering: 7
‘Weapon of choice’ voor deze route: een roadster zoals de F 900 R van Hendrik komt hier goed tot zijn recht!
Zelf de route rijden? Download hem dan hier.

Bedankt voor de mooie middag Bas
Jan, Hendrik en Harry, ik wil jullie nogmaals bedanken voor deze mooie dag!
Kleinste club klopt niet helemaal, in Schetens (Friesland) is MC Ouboet van de Heren Gerrit en Meinte Buwalda.
MC de Dulles bestaat een stukje langer dan MC Ouboet. Ze noemen zichzelf dan ook de kleinste motorclub van Friesland, fantastische club trouwens.
Ik rijd vaak in Oost-Groningen. Ga vanuit Zwolle via Zuid Oost Drenthe Klazinaveen richting Ter Apel, Sellingen, Veelerveen, Bellingwolde en via de Hondsrug terug naar Zwolle. Mooi gebied daar in Oost-Groningen, echt de moeite waard.
leuk he, zo’n stuk Nederland waar je zonder een stoplicht tegen te komen kunt rijden. Wij genieten ook graag in de buurt (overijssel, gelderland, drenthe, groningen, friesland)
Wanneer je in oost nederland (omg. Hardenberg) woont, is dat allemaal dichtbij.
Zo’n veertig jaar geleden bracht militaire dienst en de liefde mij naar de Veluwe. Tot die tijd woonde ik in Onstwedde. Geweldig dit verhaal te lezen. Die route gaat mijn navi in en gaan we rijden als ik een bezoekje aan moeders breng. Geweldig verhaal mannen!!
Toevallig vorige week 4 dagen noord oost groningen en stuk ost Friesland gereden. Heerlijk rijden op mooie landwegen, leuke dorpjes en hele aparte kust. Rustig en weinig of geen stoplichten. Zeer de moeite waard zeker in de zomermaanden .
Prachtig mooie route, vanmiddag even gereden.
Had alleen eerst het verhaal gelezen en aan de hand daarvan dacht ik dat de route rechtsom was.
Dus na een paar kilometer even de richting aanpassen naar linksom.
Vandaag de route gereden en er erg van genoten. Westerwolde is erg mooi, het lijkt Drenthe wel 😉.
Af en toe dacht ik ‘waarom over die N-weg, je had ook zo of zo gekund en dat gedraai bij de Eemshaven en ook weer stukken over N-wegen, mwaaah, maar dat zijn ook mijn enigste aanmerkingen. Het was perfect motorweer vandaag. Ik rijd veel in Groningen en de provincie verrast mij elke keer weer! Met dank aan de mannen uut Zeerijp!