Wat gebeurt er als een journalist en wereldreiziger een roman over motoren schrijft? Dan ontstaat De Coureur. Paul van Hooff heeft een boek geschreven waarbij, wanneer je hem op zijn zij houdt, de motorolie eruit drupt. Van de momenten voor de start van de TT Assen tot de zoektocht in Argentinië naar de verdwenen Vincent-motoren van dichter Jan Hanlo, Van Hooff laat je dankzij zijn passie voor motoren het boek in een rotvaart uitlezen.
Vik Hofstede is MotoGP-coureur. Wat zijn moment van ultieme glorie moet worden tijdens de TT Assen, verandert in een persoonlijk drama. Ineens is zijn carrière over. Als daarna ook nog eens blijkt dat zijn vader, die hem zijn hele carrière heeft begeleid, niet lang meer heeft te leven, valt alle vaste grond onder hem weg.
Maar zijn vader, een vermogend motorverzamelaar, heeft een droom. Hij wil eigenaar worden van de Vincent Black Shadow, die tot 1969 in bezit was van dichter en motorfanaat Jan Hanlo. Een motorfiets die ooit de snelste productiemotor ter wereld was. Hofstede belooft zijn vader deze legendarische fiets op te sporen.
Het wordt een zoektocht die van het Friese Vrouwenparochie tot diep in Argentinië leidt. Daarbij krijgt Vik hulp van de bloedmooie pitspoes Fatima. Het wordt een ontdekkingstocht naar het verhaal achter die schitterende Vincent Black Shadow, naar zichzelf en de toekomst.
Met De Coureur gooit Van Hooff het over een andere boeg
Na twee reisboeken die lezen als avonturenromans, Man in het zadel en Van hier tot Tokio, gooit wereldreiziger en journalist Van Hooff het over een andere boeg. Twee jaar geleden begint hij te schrijven aan zijn roman De Coureur. Over een idee dat al jaren in zijn hoofd rondzingt, maar ook omdat hij iets wil doen.
“Ik woon al meer dan twaalf jaar in Bolivia met mijn tweeling Sebastian en Santiago. In dat land valt helemaal niets te verdienen en door het coronavirus al helemaal niet. Bolivia ligt volledig op zijn gat”, vertelt Van Hooff. “Van mijn tweede boek Van hier tot Tokio had ik nog wat geld over. Dat moest ik goed besteden. En omdat een non-fictie verhaal er niet in zat vanwege het virus, heb ik me vastgeketend aan mijn bureaustoel en ben ik gaan schrijven aan De Coureur.”
Met een rustige polsbeweging opende hij de gasschuiven. Met twaalfduizend toeren per minuut op de display leek zijn RC213V recht omhoog te willen opstijgen.
Hulp van oud-coureur Jeffry de Vries
De motorwereld is geen onbekende plek voor de 57-jarige avonturier. In zijn jonge jaren als journalist werkt hij onder meer voor motorbladen en test hij motoren. “Het idee om een verhaal over een coureur te schrijven, zat al lang in mijn hoofd. Om een echte coureur te creëren heb ik heel veel research gedaan. Zo heb ik uren zitten bellen met oud-coureur Jeffry de Vries. Elk detail in het boek moet waar kunnen zijn.”
Met het verhaal van de coureur als basis is Van Hooff meer verhaallijnen gaan bedenken. Zo komt hij terecht bij de Vincent-motoren van dichter Jan Hanlo.
“Al in de jaren negentig hoorde ik als journalist van die motoren van Hanlo. Destijds had ik het idee om zelf een zoektocht te beginnen naar de motorfietsen van hem. Uiteindelijk heb ik dat nooit gedaan en daar heb ik spijt van. Met dit boek heb ik Vik zijn eigen fictieve zoektocht kunnen laten maken naar deze motorfietsen.”
Vik zakte door zijn knieën en bekeek het blok aandachtig. Hij zag geen dragend frame; het blok wás het frame. Knap geconstrueerd. Hij zag de korte stoterstangen, de glimmende klepdeksels, de buitenom liggende olieleidingen. En twee flinke puisten van cilinders. Zijn vingers gleden langs de koelribben. Hij knikte bewonderend.
Exclusieve Vincents
“De Vincent Black Shadow is een prachtige motor. Hij heeft een platte stroomlijn en er is geen frame. Hij komt uit de jaren vijftig en kon 200 kilometer per uur”, vertelt Van Hooff vol vuur. “Die dingen waren toen al ontiegelijk duur. Je kon van dat geld ook een huis kopen. Het was echt een heel exclusieve en zeldzame motor.”
“Zelf heb ik er nooit één in het echt gezien, maar er werd in mijn jeugd wel over gepraat. Ik woonde in De Zilk en daar hoorde je wel eens van iemand: ‘Ik weet dat er in Noordwijk een Vincent staat.’ Mensen hadden het erover. Het waren praatjes uit de derde hand. Zo’n iconische machine was het.”
Lees ook: 9 boekentips voor de motorrijder
‘Reis door mijn hoofd’
Met zijn achtergrond als wereldreiziger, Van Hooff reed onder meer van het noordelijkste puntje van Alaska naar het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika, kon het niet achterblijven dat er een reis naar Latijns-Amerika in De Coureur zit.
“In mijn verhaal zitten allemaal momenten die ik zelf ook heb meegemaakt in dit land. Het is wat dat betreft ook een reis door mijn eigen hoofd geworden. De momenten dat ik over Argentinië schreef, dat waren ook de momenten dat ik het gevoel had weer op reis te zijn.”
Nieuw werk
“In totaal heb ik ruim twee jaar aan De Coureur gewerkt. Ik ben nu 57 en dan wil je maar één ding met je eerste roman: niet afgaan. Daarom kostte het enorm veel tijd om het verhaal te schrijven. Maar ik vond het mooi om te doen.”
Als het goed is, zijn we nog niet van Van Hooff zijn schrijfkunsten af. Hij denkt alweer na over een nieuw boek. Daarin zal opnieuw een motor een belangrijke plek innemen. “Dat heb ik ooit beloofd. Als ik schrijf, gaat het over motoren. Er zit iets in mijn hoofd over de Tweede Wereldoorlog en Hitler, maar daarvoor moet ik eerst veel research doen. Of misschien wordt het toch weer een reisverhaal.”
Want stiekem droomt de Zuid-Hollander nog over een reis door Afrika. Niet op zijn trouwe Moto Guzzi Guus, maar op een elektrische motorfiets. “Ik wil een voorbeeld geven vanwege het veranderende klimaat. Maar elektrische rijden in Afrika, dat zie ik nog niet zo zitten. Misschien wordt het toch wel Guus. Maar ja, een jaar weg bij mijn jongens, dat zie ik ook niet zitten. Ik weet het nog niet.”
Wat vinden wij van De Coureur?
Er zijn niet veel romans waarin motoren de hoofdrol spelen. Paul van Hooff is het gelukt. Zijn passie voor motorfietsen heeft hij op stijlvolle wijze op papier gekregen. Elke liefhebber van motorfietsen zal die passie direct herkennen. Hoofdpersoon Vik Hofstede verandert in een vriend die jou meeneemt op zijn reis.
Door de losse schrijfstijl en het aanstekelijke enthousiasme van Van Hooff leest het boek heerlijk weg. Paul zet jouzelf op de RSV213VR op de grid in Assen en laat je het TT Circuit beleven. Hij laat je in schuurtjes snuffelen en rijden over de Argentijnse pampa’s. Aan het eind van het boek wil je nog maar één ding; zelf eens op een Vincent Black Shadow rijden. Of op zijn minst eens je vingers langs de koelribben laten glijden.