Geïnspireerd geraakt en zin om ook deze route door de Betuwe te rijden? Download de route: Landgezant – Betuwe!
Voor de tweede keer in deze rubriek zijn we in Gelderland te vinden, ditmaal in de Betuwe. Een streek waar Jesse Rubrech bekwaam werd op twee wielen. Eerst met de brommer, daarna met de motor. Over dijken en tussen boomgaarden verkennen we de regio in het spoor van deze landgezant!
Voor de rubriek ‘landgezant’ leiden enthousiaste ambassadeurs ons op de motor rond in hun regio. De landgezant laat daarbij – vol enthousiasme – zien waarom je in deze regio zo geweldig kan motorrijden. Word ook Landgezant van jouw regio! Aanmelden kan hier.
“We gaan wel hè?” stuurt Jesse me via WhatsApp, met daarbij een knipogend poppetje. Het is halverwege september en we hebben al twee keer eerder een dag afgesproken om dit verhaal op ‘papier’ te krijgen. Maar na een snikhete en gortdroge zomer is er eindelijk regen in het land, en niet zo’n beetje ook. In zeer onvoorspelbare hoeveelheden komt het uit de hemel vallen. Met het oog op de dag van rijden zegt de weersvoorspelling het ene uur dat het de hele dag droog blijft en nog geen uur later dat we kaplaarzen nodig hebben. Tsja. Dan maar kleden op standje ‘kaplaarzen’ en hopen dat het meevalt: “wat mij betreft absoluut!”, stuur ik Jesse terug.

De Prins
We ontmoeten elkaar bij hotel en restaurant ‘De Prins’ in Buren. Die naam is niet zomaar gekozen, Buren heeft namelijk een lange connectie met het koningshuis. Maar ook het feit dat we specifiek hier starten is geen toeval. Dat blijkt als ik wat verloren om me heen sta te kijken bij binnenkomst. Wel een Royal Enfield Intercepter 650 die staat te blinken voor de deur, maar geen bijbehorende motorrijder te zien.
“Kan ik u helpen?” vraagt de ober met een glimlach. “Nou ik eh…” stamel ik, terwijl er ineens een motorrijder uit een kamer achter de bar loopt, “…ben denk ik op zoek naar hem!” Het blijkt inderdaad Jesse te zijn: “ik heb hier een aantal jaren in de keuken gewerkt als kok, dus ik heb mijn oud-collega’s even gedag gezegd.” Inmiddels is Jesse helemaal niet meer als professional in de keuken te vinden, maar werkt hij als conducteur bij de NS. “Of ik dat ‘opeens wist’? Nou het zat al wel een tijdje in mijn hoofd als ik die gele treinen door ons landschap heen zag rijden. Wat mij uiteindelijk vooral aantrok was het meer sociale karakter van deze functie in vergelijking met mijn werk in de keuken.
Als we na een kop koffie op weg gaan, rijden we eerst een klein rondje door het centrum van vestingstadje Buren. Zo passeren we het Koninklijke weeshuis, dat al in 1613 gesticht werd door prinses Maria van Nassau (dochter van Willem van Oranje) en tot 1952 dienst deed als weeshuis. Sinds 1972 is het Marechausseemuseum gevestigd in dit fraaie, monumentale pand. Over kinderkopjes hobbelen we verder en steken we al gauw tegenover De Prins rivier de Korne over. Wanneer we de dorpsgrens van Buren verlaten, rijden we over de Kornedijk in de richting van Geldermalsen. Deze voelbaar oude dijk wordt gekenmerkt door heerlijk kombochten waardoor je in een natuurlijk reactie de gashendel steeds iets verder opendraait. Erg fijn rijden hier!

Storm chasers
In Geldermalsen moeten we even van de route af om de weekmarkt te omzeilen, al missen we daardoor niet veel; we zouden immers toch helemaal tot aan Waardenburg op de ietwat saaie hoofdweg blijven. Net voor Waardenburg slaan we naar links af en rijden we in Neerijnen de dijk dan eindelijk op. Die rijden we in oostelijke richting af, waarbij we goed zicht hebben op de donkere wolken die zich boven de Betuwe samenpakken. Een mooi plaatje, boomgaarden vol fruit met daarboven zo’n dreigende lucht.
Wanneer we zicht hebben op de Martinus Nijhoffbrug hebben, waarmee Jesse vanuit zijn woonplaats Zaltbommel toegang heeft tot de Betuwe, stoppen we even om van het uitzicht te genieten. Lang niet, want na een paar foto’s besluiten we dat het tijd is om de regenbui de pas af te gaan snijden. Als twee halfbakken storm chasers maken we tempo om vlot in Tiel te geraken. Succesvol zijn we daarin niet. Als Varik in zicht komt, zien we de laatste zonnestralen weggedreven worden door het wolkendek. Zodra we ter hoogte van de kerk zijn die recht aan de dijk staat, breekt de hel los. Dikke druppels bedekken onze vizieren.

‘Van niks naar nergens’
Veel zien we niet van de omgeving tussen Varik en Tiel, waar we de ogen op de weg houden . Via het industrieterrein banen we ons een weg tussen het Amsterdam-Rijnkanaal, de Betuwelijn én de A15 door waarna we eindelijk de uiterste rand van de bui bereiken.
Bij Echteld bereiken we de Prins Willem Alexanderbrug, die de Betuwe verbindt met het land van Maas en Waal. “Een brug met vele namen. Ik ken ‘m als de oude tolbrug, vanwege het tolhuisje dat vroeger halverwege het bouwwerk stond. Maar veel mensen noemen ‘m vooral de brug van niks naar nergens. Dat komt omdat hij eigenlijk een beetje plompverloren in the middle of nowhere start, en hier in de Betuwe bij niets uitkomt. Vroeger woonde ik hier aan de overkant en volgde ik in Wageningen mijn opleiding tot kok. Ik ben dus heel wat keren heen en weer gereden met mijn brommer.”
Dat alles vertelt Jesse als hij zijn motorjas net uit heeft getrokken en zijn doorweekte T-shirt voor een dikker vest aan het omwisselen is. “En dan herinner ik me net ook ineens waar ik mijn regenvoering heb gelegd dat ik ‘m vanmorgen niet kon vinden: in mijn kledingkast!”

Slingeren
Vanaf de brug volgen we de Waalbandijk naar het oosten. Net voor IJzendoorn ligt naar mijn mening het mooiste stukje dijk van heel Nederland. Slingerend van links naar rechts in een korte combinatie is het erg moeilijk om jezelf als motorrijder in bedwang te houden. Gek genoeg valt Jesse al snel stil en stopt hij zelfs. “Gestoken door een wesp!” roept hij, terwijl hij zijn helm in zijn handen houdt en over zijn linkerslaap wrijft waar al een kleine bult ontstaat.
Van IJzendoorn tikken we de dijkdorpen Ochten en Dodewaard aan. Voorbij laatstgenoemde stoppen we even bij een restaurant waar Jesse stage gelopen heeft in de keuken, en iets verderop bij de oude kerncentrale voor een foto. “Ik geloof dat er laatst brand is geweest hier tijdens werkzaamheden.” Moeilijk voor te stellen dat er een kerncentrale in zo’n vredige omgeving staat. Nog moeilijker dat er brand uitbreekt en dat de omliggende natuur blijvend beschadigd zou kunnen raken. Goed… Snel doorslingeren!
Als we in de verte Nijmegen op zien doemen, moeten we ineens de dijk af wegens wegwerkzaamheden. Dat is ter hoogte van Slijk-Ewijk, wat ook het meest oostelijke punt van de route is. Opnieuw slingeren we over glooiend asfalt, maar nu niet op dijkniveau maar tussen boomgaarden door. Een rondje rond het zandwinningsgebied en dan via de N-weg dwars door de Betuwe om aan de Rijnkant te komen van dit ‘eiland’.
Verklaar je nader
Bij Randwijk pakken we het Lexkesveer waarmee we – gek genoeg – de Betuwe verlaten en in Wageningen komen. De zon staat inmiddels flink te steken aan een blauwe hemel met slechts hier en daar nog een wolkje. Grappig eigenlijk hoe snel dat kan gaan als je wat meters maakt in dit kikkerlandje. “Maar eh Jesse, verklaar je eens nader. Waarom moeten we zozeer de Betuwe uit om deze regio te waarderen?”
Die vraag durft Jesse wel aan. “Ik denk dat de charme van de Betuwe niet zozeer die mooie dijkwegen zijn, maar het feit dat je in een relatief korte tijd heel veel verschillende landschappen kunt beleven. Die liggen niet zozeer in de Betuwe, maar het is vanuit de Betuwe wel gemakkelijk om snel andere gebieden te beleven. Even het land van Maas en Waal in, het Rijk van Nijmegen, de Liemers of in dit geval de Utrechtse heuvelrug beleven, en dan weer terug naar die fijne dijken. Hier, in Wageningen, maar ook verderop in Rhenen heb je een super uitzicht op die Betuwe.”
Via het centrum van Wageningen rijden we langs Hotel de Wereld. (“Weet je dat ik daar stage gelopen heb in de keuken?”) Daarna piepen we nog even de dijk op en komen we al snel aan bij de Grebbenberg waar we eerst de militaire begraafplaats passeren en een paar honderd meter later Ouwehands Dierenpark. Genoeg interessante plekken om een pauze in te lassen. Wij kiezen echter uit gemak – en tevens omdat er weer een bui nadert – om na een tankstop de straat over te steken en een kop koffie te scoren bij Cunera, een tentje naast het station van Rhenen.
Enfield
Jesse: “Ik heb echt veel plezier met die Royal Enfield Interceptor 650. Deze Enfield heb ik gekocht na een rit door Frankrijk op een gehuurde Moto Guzzi V7. Met die V7 kreeg ik echt het gevoel voor motorrijden terug. Dít is het, met je smoel in de wind. Comfort heb je niet, maar het voelt wel stukken leuker. Daarbij voel ik me een stuk avontuurlijk in het zadel van de Enfield. Dat je navigatie zegt dat je links moet, maar dat je in de verte een veel leukere weg een berg op ziet slingeren. Daar gaan we voor!”

Op zoek naar (ont)spanning
Terug de Betuwe in via de Rijnbrug duurt even vanwege het vele verkeer in Rhenen, maar geeft wel een mooi uitzicht op het rivierenland. Direct kiezen we de Marsdijk die ons in westelijke richting langs de Rijn leidt. Nog heel even stoppen we op de dijk waar we uitzicht hebben op een restaurant aan de Rhenense kant van het water. Jesse: “Je verwacht het niet maar eh.. ook daar heb ik stage gelopen. Soms kom ik hier in de zomer nog om in het gras te liggen, ik vind dit uitzicht echt prachtig.”
We rijden verder, op zoek naar (ont)spanning. Iets waar Jesse sowieso bekend mee is: “Jarenlang heb ik parachute gesprongen. Dan zit je soms de hele dag omhoog te kijken tot er misschien een gaatje komt. Of dan is het veld nat. Nee, daar was ik goed klaar mee. Die motor staat er en kan ik pakken wanneer ik wil. Dat ligt mij veel meer.” Of hij dan ook een soort verslaving aan adrenaline heeft? Nee. “Mensen die op zoek zijn naar zo’n boost adrenaline stoppen vaak al redelijk snel met parachutespringen. Ik deed het juist omdat je heel erg gefocust bezig moet zijn met wat je doet. Dat werkt voor mij erg ontspannend, omdat ik op die manier alles kon los laten waar ik op dat moment mee bezig was. Motorrijden heeft precies hetzelfde effect. Even niet opletten, en je slingert zo de dijk af.”

Bunkeren
We trotseren nog een stevige bui en moeten een kleine omweg maken vanwege wegwerkzaamheden op de dijk bij Eck en Wiel. Tussen Maurik en Rijswijk klaart het ineens op en lijkt het alsof het de hele dag al droog is geweest. De zon schijnt weer zomers en de uitgereden modder of klei door een landbouwvoertuig stuift van het smalle achterbandje van de Enfield voor me. Het is zó’n wonderlijk beeld dat we beiden te opgelaten zijn om te stoppen voor foto’s.
Via Beusichem en Culemborg komen in de defensieve linies van de Nederlanden terecht. We rijden recht door fort Werk aan het Spoel, aangezien de dijkweg daar gewoon doorheen gelegd is, en met een boog om fort Everdingen.
Daarna gaan we links en koersen we over de kaarsrechte Diefdijk langs verschillende batterijen van de Hollandse Waterlinie, een kazemat en dan langs de reden waarom we überhaupt deze dijk gekozen hebben: de doorgezaagde bunker, vlak langs de A2. Een bijzonder plaatje, zo’n betonnen bunker die doorgeslepen is en waar je recht doorheen kunt lopen. “Dit vind ik zo mooi aan motorrijden: er af en toe gewoon even af om je te verwonderen over dingen die je langs de route ziet. Dat is dan ook volgens mij vaak de fout die mensen maken die beginnen met motorrijden maar verder nooit in aanraking zijn gekomen met deze hobby. Het gaat echt niet alleen maar om het rijden, want motorrijden kan enorm saai zijn. Je moet echt wel alleen met je gedachten kunnenzijn, in die volle focus.”
IJzig einde
We volgen de Diefdijk nog iets verder langs een aantal waaien en slaan dan naar links af richting Rhenoy en Beesd. We piepen onder de A2 door en sturen door Heerlijkheid Mariënwaerdt richting de eindstreep. Die ligt voor deze rit net buiten Buren, bij de boerderij waar Wilco Ambachtelijk IJs is gevestigd. “In de zomer loopt het hier storm, maar nu we tegen de herfst zitten is het stukken rustiger.” Voor Jesse is de ijszaak geen onbekende: “ja nou dat zit zo… zij leverden ijs voor De Prins haha. Mooie zaak hoor! Geen verzoek is ze te gek wat betreft aparte smaken.”
We kijken nog even rond bij de ijsautomaat en de koeien die in de stal klaarstaan om gemolken te worden. Daarna nemen we afscheid van elkaar met een stevige handdruk; hét universele teken voor motorrijders dat de gereden rit indruk heeft gemaakt. En niet alleen de route zorgde daar vandaag voor maar ook het bijzondere weer én deze prachtige regio.
Beoordeling
Voor de ‘beoordeling’ van deze route – en daarmee voor deze streek – geven we de volgende cijfers:
- Kwaliteit van de wegen: 8
- Bochtigheid: 9,5
- Verkeersdichtheid (gebrek aan ander verkeer): 7,5
- Natuur/mooie uitzichten: 9,5
- Diversiteit van het landschap: 7,5
- Leuke plekken voor een versnapering: 8
‘Weapon of choice’ voor deze route is een sporttourmachine. Doordat je op een groot gedeelte van deze route op dijkwegen rijdt, kan een beetje windbescherming prettig zijn. Een motorfiets als de comfortabele Yamaha Tracer 7 is een prima keuze.
