’s Winters rijden stelt eigenlijk niet zo heel veel voor. Tenminste, als je met vertrouwen op weg kunt gaan. Met een aangepaste rijstijl en je motor maar vooral ook je kleding goed voor elkaar, rijd je (het overgrote deel van) de hele winter vrolijk door.
Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Het is een bekende uitspraak onder motorrijders, waar natuurlijk een kern van waarheid in schuilt. Met goede kleding ben je beter voorbereid op de elementen. En dat is belangrijk: droog en warm rijden zorgt er namelijk voor dat je volledige focus op het rijden gericht kan zijn.
Met een slecht pak ben je toch al snel in je hoofd bezig met het nagaan waar het dichtstbijzijnde tankstation is om koffie te kunnen scoren. Hartstikke gevaarlijk, want daardoor ben je automatisch geneigd om bepaalde risico’s te negeren om maar vlotter door te kunnen rijden richting die warme bak troost.
Is je kleding niet bestand tegen de omstandigheden? Klim dan niet ‘op karakter’ toch op de motor. Maak een bewuste keuze om zo veilig mogelijk op je bestemming aan te komen; misschien is dat in dat geval een keer niet de motor.

Voorbereiding
Zelfs als je kleding wel goede bescherming tegen vocht en kou geeft, moet je met beleid je kleding kiezen. Het zal een open deur zijn die we intrappen, maar je kern warmhouden is het allerbelangrijkste. Voor motorrijders komen daar natuurlijk ook de handen en voeten bij, omdat je met koude handen nou eenmaal niet zo makkelijk je hendels en knoppen bedient.
Handvatverwarming kan klinken als iets voor watjes, maar zorgt er wel voor dat je reactietijd niet te veel wordt beïnvloed door koude handen die niet mee willen werken. Voor verwarmde kleding geldt hetzelfde. Het kan echter ook nooit kwaad om toch nog een extra vest, col of paar sokken in je koffer of tas te steken. Laagjes, laagjes, laagjes, is het credo.
Een dikke trui kan lekker warm voelen, maar hoe meer laagjes lucht je creëert, hoe beter je de warmte vast kan houden. Sta je nu onderweg met half bevroren handen en moet je nog een stuk rijden? Bij vrijwel ieder benzinestation hangen plastic handschoentjes die beschermen tegen de brandstofresten. Probeer je handen eerst even op te warmen en trek er dan één of twee aan. Beloofd: je kunt er weer even tegenaan. Isoleren kun je leren!
Nog zo’n tip: probeer je betaalpas of telefoon niet aan de binnenkant van je pak te bewaren zodat je die open moet ritsen om ze te pakken. Daardoor verlies je warmte die je zo graag in je pak houdt.
Zien en gezien worden
Hoewel veel motorrijders denken dat ze door een geel hesje te dragen beter zichtbaar zijn, is het bewezen dat deze hesjes in het donker bijna niet te zien zijn. Felle, opvallende kleuren zorgen er eigenlijk sowieso niet voor dat je beter zichtbaar bent. Bij bepaalde soorten straatverlichting vallen kleuren namelijk in hun geheel weg.
Wat je wel kunt doen om beter zichtbaar te zijn? Reflectiestrepen vallen altijd op. Zitten die op de rug van je jas? Doe er dan vooral geen hesje of rugtas overheen. Het gaat natuurlijk niet alleen om gezien worden: je moet zelf ook wat kunnen zien. Denk hierbij vooral aan je vizier. Doordat het buiten kouder wordt, condenseert het vocht dat in je adem zit op je vizier, waardoor je zicht sterk vermindert. En ja, een helder vizier is echt stukken handiger dan een getint vizier, omdat het laat licht is en vroeg donker.
Neem dan juist wel weer een zonnebril mee die je op kunt zetten tegen de laagstaande zon. Rijden in het donker is voor velen toch een ‘ding’. Als je ouder wordt, hebben je ogen steeds meer moeite om alles goed te registreren. En dat is nu juist wat je nodig hebt om al ver van tevoren te kunnen anticiperen op risico’s die er op je pad kunnen komen.
Hoe goed zijn je ogen in het donker? Dat is echt iets wat vaak overschat wordt. Zelfs met hulp van je koplamp(en) is het zicht in het donker erg beperkt. En die lichtbundel wordt niet sterker als je de snelheid opvoert. Dus hoe sneller je rijdt, hoe minder je in feite ziet.

Tempo!
De belangrijkste oorzaak van motorongevallen ligt bij het gedrag van de mens. Pas je dat gedrag op de omstandigheden aan, dan verklein je de kans op brokken enorm. Pas je tempo daarom aan, ook als het licht is.
De omstandigheden verschillen van dag tot dag en soms zelfs van bocht tot bocht. De stroefheid van het wegdek is daardoor onvoorspelbaar. Natte bladeren en vorst aan de grond, die op schaduwrijke plekken van de weg langer aanwezig blijft, maar ook je banden die minder snel op temperatuur komen waardoor ze harder blijven en minder grip geven. Het zijn allemaal redenen om het tempo er wat uit te halen om zo met meer vertrouwen op pad te zijn.
Gewoon doorrijden doe ik ook. Goede kleding, liefst ook windbescherming. De ene motor is erbetergeschikt voor dan deander. Bijv K 75 laat zich heel gedoseerd en soepel behandelen. En geen chroom ( zowat), dat kan dus niet roesten. Winterbanden ( als die leverbaar zijn) helpt ook. Ik heb daarom een aparte wintermotor die niet teveel kost.
Leuk verhaal, bedankt.
Rolf
Ook belangrijk is om putdeksels strepen driehoeken ed goed te vermijden,ben er inmiddels achter dat een regenjas prima de kou buiten houdt!
Ikheb jaren de winter doorgereden. Niks mis mee.
Alleen ik ging toch grenzen verleggen om niet in de file met de auto te staan. Dus teveel risico ivm gladheid …
Gelukkig ging het altijd goed.
Een ander probleem vind ik de pekel. Hoe goed je de motor ook behandeld, het blijft klerespul de pekel.
Dus vanaf dit jaar. De motor nu in de stalling, maart er weer uit.
Bevalt me goed, hoezeer ik de motor ook mis