Teutoburgerwald, verrassend dichtbij
Het Teutoburgerwald is goed te bereiken: vanuit Utrecht krijg je Osnabrück via de A1/E30 al na een uurtje of twee in je vizier. Wil je meteen naar het epicentrum van deze regio, richt je navigatie dan nog zo’n 50 km verder, op Bielefeld. Deze stad, thuisbasis van de beroemde Duitse bakspullenfabrikant dr. Oetker, is een schoolvoorbeeld van een klassiek Duits stadje-met-historie: het marktplein kan met gemak het decor vormen voor een sprookjesfilm. Wil je Bielefeld van boven bekijken, dan loont het om even omhoog te rijden naar Sparrenburg, de burcht aan de rand van het oude centrum. Vanaf het terras op de binnenplaats heb je een prachtig uitzicht over de stad.

Rijdend door het woud bekruipt je af en toe het gevoel alsof je door een modelspoor-decor rijdt, gemaakt van papier-maché en huisjes op schaal
Heerlijke wegen combineren met cultuur
Kilometers maken doe je hier vooral in het Teutoburgerwald zelf. Het wegennetwerk is goed vertakt, het asfalt overwegend prima en in elke richting valt genoeg te genieten. Vooral fijne stuurwegen en natuur, maar ook veel verschillende bouwstijlen. Het woud is bezaaid met middeleeuwse kerken en kastelen uit de tijd van de Renaissance of nog verder terug – zelfs tot het jaar nul. In het begin van onze jaartelling lagen de Germanen en de Romeinen hier af en toe al flink met elkaar in de clinch. Soms won de ene kant, soms de andere. In het jaar 9 gaf de Germanen-baas Arminius (Hermann, op z’n Duits) hier de Romeinen een flink pak op hun donder. Hij ‘leerde de Romeinen wat bang zijn is’, zeggen ze hier met gepaste trots. Dat leverde hem postuum (in 1875, bijna twee millennia later!) een enorm standbeeld op: het Hermannsdenkmal. Je vindt het in Detmold en het is echt niet te missen: 25 meter hoog, uitgevoerd in inmiddels groen uitgeslagen koper, op een dertig meter hoge voet bovenop een 386 meter hoge heuvel. Je kunt het standbeeld beklimmen en bij helder weer is het uitzicht echt prachtig. Die wil je echt even afvinken.
Altenbeke en de Köterberg
Rijdend door het woud bekruipt je af en toe het gevoel alsof je door een modelspoor-decor rijdt, gemaakt van papier-maché en huisjes op schaal. Heel bijzonder. Voelt dit lekker, dan is Altenbeke een goede stop. Dit ‘treinstadje’ is beroemd door de 453 meter lange en 35 meter hoge spoorbrug die met 24 bogen het Tal der Beke overspant. Nog mooier: wil je terug in de tijd en ook eens een ander ijzeren gevaarte berijden, kies dan voor een ritje in de stoomtrein over de brug.
Hoogtepunt in de regio, letterlijk, is de 496 meter hoge Köterberg. Daar moet je zéker heen als je hier gaat rijden. Voor een goeie lunch, voor de sfeer, voor het ruime uitzicht. Of voor een kop hete goulashsoep (zie ook het kader ‘Goed eten…’). Met een hoogste bergtop van nog geen 500 meter hoogte weet je meteen wat het Teutoburgerwald te bieden heeft op het gebied van bergrijden: de heuvels hier reiken fors hoger dan bijvoorbeeld in Zuid-Limburg, maar het blijft mild en vriendelijk. Dus heb je weinig of geen ‘bergervaring’ op de motor, dan is het Teutoburgerwald een perfecte regio om onder relaxte omstandigheden eens goed te oefenen. En nog lekker dichtbij ook.
Foto’s: Horizon Motor Reizen
Reisinformatie
Grootte gebied: ruim 800 km2
Moeilijkheidsgraad: beginner tot expert
Beste reisperiode: voorjaar, zomer, najaar
Hoogte: tot 496 meter
Must see: Hermannsdenkmal
Extra kosten: € 3,50 entree Hermannsdenkmal