Beste reisperiode:

Van de lente tot de herfst

Reispapieren:

Paspoort of identiteitskaart.

Verkeer:

Maximum snelheid: 50/100 km/h.

En houd je daar aan, want ook motoren worden geflitst. Staat er geen snelheidsbord op de Autobahn dan geldt er ook geen maximum snelheid. Adviessnelheid is dan 130 km/h. In de file (Stau!) mogen motorrijders niet tussen de stilstaande of langzaam rijdende auto’s door rijden. Dimlicht overdag is verplicht. Let op: bij een inhaalverbod mogen ook motoren geen voertuigen met meer dan twee wielen inhalen – terwijl motoren zelf wel ingehaald mogen worden.

De wegen:

De kwaliteit van het Duitse wegennetwerk is vrijwel overal erg goed. Dus hoe je ook rijdt, het schiet altijd lekker op. En ook over de bergen en door de dalen is het heerlijk rijden. Duitsers gedragen zich over het algemeen zeer beleefd in het verkeer: na het inhalen weer keurig rechts gaan rijden, stoppen voor voetgangers. Neem er een voorbeeld aan.

Het weer:

Ongeveer hetzelfde als bij ons: af en toe heerlijk en af en toe rotweer. Op sommige hoger gelegen plekken zal er tot in de late lente nog sneeuw liggen. In heuvel- en bergachtig terrein, zoals in bekende regio’s als Sauerland, Harz, Eifel, Saksen en het Zwarte Woud, kan het weer – en vooral ook de temperatuur – behoorlijk wisselvallig zijn.

Overnachten:

Duitsland is gemaakt om gasten te ontvangen. Hotels, pensions, Gasthöfe: overal staan de bordjes ‘Zimmer frei’. En voor welke regio je ook kiest: motorhotels en -campings vind je er in overvloed.

Munt:

Euro.

Info:

3 sub-gebieden in Duitsland

Saksisch Zwitserland

Diep in Oost-Duitsland, tussen Dresden en de Tsjechische grens, ligt een van de mooiste gebieden van het land: Saksisch Zwitserland. Rijden over goed asfalt tussen tafelbergen, kastelen en ruïnes en door het misschien wel laagste middelgebergte van Europa.