Wat hebben huidige MotoGP-sterren als Valentino Rossi, Johann Zarco, Miguel Oliveira en Maverick Viñales met elkaar gemeen?
Juist, ze begonnen allemaal hun Grand Prix-carrière op een Aprilia. En heel vreemd is dat ook niet, want voordat we te maken kregen met de Moto2 (2010) en Moto3 (2012) was de Italiaanse motorfabrikant een zeer dominante speler in de lichtere GP-klassen.
In Noale draait het al decennia om goede prestaties behalen in de motorsport, al is dat niet altijd het geval geweest. In de beginjaren van Aprilia bouwen ze zelfs geen motoren, maar fietsen. Vlak na de tweede wereldoorlog worden de eerste centen op die manier verdiend door oprichter Alberto Beggio. Eind jaren zestig wordt de aandacht verlegd, te danken aan de toetreding van Ivano. De zoon van Alberto verandert de koers en begint zich te richten op scooters en lichte motorfietsen.

Eerste succes
Scoren doen ze al gelijk in 1970, met de komst van de Scarabeo. Deze crosser met koplamp is de katalysator voor de familie Beggio om de motorsport als hun voornaamste ‘marketingplan’ te gebruiken. Het eerste grote succes boeken ze zeven jaar later, met Ivan Alborghetti. De crosser verovert de Italiaanse titels in de 125 én 250 cc. Ook internationaal weet hij met Aprilia verdienstelijke resultaten neer te zetten. Zo pakt hij in ’78 de zesde plek in de eindstand van het WK Motorcross 125 cc.
De ingeslagen weg om motorsport als marketing te gebruiken, resulteert in groeiende verkoop. In de jaren tachtig breidt Aprilia haar line-up flink uit, mede doordat ze een samenwerking aangaan met blokkenbouwer Rotax. Strategisch blijkt dit een prima zet te zijn, want de combinatie zorgt voor heel veel successen. Het kleine Aprilia weet veel respect af te dwingen door hun sterke optredens in de wegrace. In die periode heersen de Japanse fabrikanten het wereldkampioenschap, maar toch willen de mannen uit Noale proberen om die hegemonie te ontwrichten. En dat lukt ze, op grandioze wijze.

Tweede poging
Een belangrijke rol is weggelegd voor Loris Reggiani. De coureur uit het Italiaanse Forlì komt in 1985 bij Aprilia te rijden en weet dat jaar gelijk twee podiumplaatsen te pakken. Toch loopt hij een jaar later over naar Yamaha, maar dat blijkt geen succes te zijn. Een tweede poging met Aprilia in ’87 levert een historisch moment op voor de Italiaanse fabrikant. Reggiani bezorgt op 30 augustus van dat jaar zijn werkgever de allereerste Grand Prix-zege. Op Misano is hij alle Honda’s en Yamaha’s te snel af. En het blijft voor Aprilia niet bij die ene keer.
Ruim dertig jaar later staat de teller op 294 (!) GP-zeges en 54 (nog eens !) wereldtitels. Indrukwekkende cijfers, maar helaas lijkt het erop dat dit totaal niet snel aangevuld gaat worden. Nu de Grand Prix-wereld al meerdere jaren om viertakten draait, verdwenen ook de successen van Aprilia. Het loopt niet al te gesmeerd meer bij de Italiaanse fabrikant. Het leeuwendeel van het motorsport-budget wordt nu besteed aan het MotoGP-team, maar grote successen blijven daar uit.

Minder perfect
Aprilia zit sowieso wel een beetje in de hoek waar rake klappen vallen. In 2004 verkoopt Ivano Beggio de eigendomspapieren aan de Piaggio Groep, omdat het financieel niet meer heel lekker loopt. Een aantal jaren daarvoor koopt hij nog de legendarische motormerken Moto Guzzi en Laverda aan, maar dat blijkt niet de meest handige zet.
In handen van Piaggio vallen er nog wel de nodige sportieve successen te vieren, zoals drie wereldtitels in het WK Superbike, maar verschillende projecten verlopen toch een stukje minder perfect. Zo is daar de RS Cube in de MotoGP. Deze racer wordt samen met het befaamde Cosworth (grootheid in de autosport) ontwikkeld, maar de machine blijkt onhandelbaar te zijn. Ook een terugkomst in het WK Motorcross met de MXV 4.5 loopt op niets uit, ondanks het aantrekken van goede rijders.
Momenteel plukt Aprilia nauwelijks nog vruchten van de eerder behaalde sportieve successen. Hoewel ze actief zijn in de MotoGP hoeven we niet te verwachten dat ze op korte termijn een belangrijke speler in deze koningsklasse gaan zijn. Ook de verkoop van de straatmodellen loopt op zijn zachts gezegd moeizaam, met alle gevolgen van dien. Aprilia is nauwelijks zichtbaar in het huidige straatbeeld en in Nederland ontbreekt bijvoorbeeld ook een sterk dealernetwerk. Zonde, want ze hebben echt een paar goede motoren in hun line-up zitten (wat te denken van de RSV4?). Hopelijk wordt daar op korte termijn verandering in gebracht door de komst van een volledig nieuw platform.
De Italianen richten zich nu namelijk op het middensegment met een 660 cc paralleltwin en het eerste model wordt de RS 660. En je raadt het natuurlijk al… De RS 660 is een sportmotor. Wat had je anders verwacht van Aprilia?