Ben jij net als Joram Huisman gek van motoren en wil jij jouw passie delen op Motorrijders.nl? Meld je dan aan via ons aanmeldformulier!
Motorrijders.nl is er niet alleen voor, maar ook dóór motorrijders. We delen een passie en daarom ook jouw passie! Wij nemen je mee in het verhaal van Joram Huisman en zijn passie voor motorrijden.

- Naam:
- Joram Huisman
- Leeftijd:
- 31
- Woonplaats:
- Giessendam
- Beroep:
- Procestechnoloog
- Huidige motor:
- BMW F 800 GT
Hoe lang rijd je motor en wat is het dat je zo aantrekt in motorrijden?
“Ik rij motor sinds ik 21 ben. Dit is inmiddels al 10 jaar! Een aardig jubileum. De reden dat ik motor ben gaan rijden is mij niet volledig duidelijk; er was geen enkele stimulans vanuit mijn omgeving. Daarin was ik echt de eerste die dat wilde en ging doen. Ik heb ook geen scooter gehad of brommer of ook maar bij iemand achterop gezeten. Het was een beleving dat ik wilde motorrijden. Het leek mij tof en stoer om met zo’n ding rond te rijden, te accelereren, die vorm van vrijheid t.o.v. de standaard autorijder. Eenmaal dit in mijn kop gehaald te hebben, ben ik dit gaan doorzetten. Dat ik een motorrijles kreeg van vrienden was wel de katalysator.
Mijn eerste motor was een Suzuki GSX 600F uit 1996 waar ik een goede zestigduizend kilometer mee gereden heb. Daarna heb ik in 2016 mijn huidige motor gekocht, een BMW F800GT. Ik heb ooit een auto gehad, maar files waren niet mijn ding. Liever nat op de motor aankomen dan aansluiten in de rij!”

Een jubileum is een mooi moment om terug te kijken. Wat zijn de dingen die je zijn bijgebleven in tien jaar motorrijden?
“Ik heb het nodige met mijn motoren meegemaakt. Aardig wat angstmomentjes, maar ook mooie momenten. Meerdere malen ben ik in mijn eentje op vakantie geweest: een keer naar de Alpen en een keer naar de Noordkaap. Samen met vrienden ben ik nu drie keer in de Alpen geweest. De top 3 van allermooiste dingen die mij bijgebleven zijn op een rij:
1. De laatste 300 kilometer richting de Noordkaap. Ik was er geheel alleen, het was koud, diep in de nacht maar wel licht! Keihard rijden over deze wegen en als afronding een mooie bochtige heuvelachtige route naar het eindpunt met rendieren en poolvosjes waarvoor ik nog flink in de ankers mocht;
2. Het schrapende geluid van een hert dat zich in de Dolomieten voor mijn motor wierp nét toen ik, bergop, een auto inhaalde. Ik heb de motor feilloos rechtop gehouden; het was hard remmen en de ABS heeft feilloos zijn werk gedaan. Het gekke is, ikzelf schrok er niet zozeer van, maar de twee vrienden achter me uiteraard wel – net als de auto die ik inhaalde. Bij deze momenten leer je de waarde van een goede rijschool enorm waarderen. De uitwijkmanoeuvre is hiervan de allerbelangrijkste!
3. De vrijheid elke keer als ik weer naar huis rij vanuit mijn werk. Als ik het van mezelf mag zeggen ben ik erg bedreven in filerijden!”
Is dat filerijden ook echt iets waar je plezier in hebt?
“Files zijn nooit leuk, altijd vertragend. Het vraagt veel aandacht als motorrijder. Maar stiekem, ja ik kan er ook plezier aan beleven. Het voelt als overwinning als jij gewoon door kan, al is het dan maar iets langzamer dan wanneer er geen verkeer is. Ontelbare keren heeft mij dit op tijd op mijn bestemming kunnen brengen zonder te veel vertraging. Daar waar jij er een kwartier langer over doet, kan het voor je collega met zijn auto zomaar eens 1,5 uur zijn.
De grootste truc in filerijden is het lezen van de file. Dit hangt volledig samen met het weer, tijdstip, dag en niet geheel onbelangrijk: het verkeer dat zich in zo’n file begeeft. Het klinkt misschien raar, maar elke locatie en filegebied heeft zijn eigen karakteristieke eigenschappen, het lijkt in die vorm een soort van cultuur tussen de snelwegen.”
Hoe zou jij jezelf omschrijven als motorrijder?
“Zoals je merkt ben ik een doorrijder. Ik ben altijd met de motor! Op mijn huidige werk heb ik met slecht weer al regelmatig vragen gekregen als: ‘weer met de motor? met dit weer? is het niet koud?’ Waarop ik dan rustig antwoord: ‘Ik had vandaag geen zin om met de fiets te gaan’ (want ook dat doe ik met een mindere regelmaat).
Ik ben een naar eigen zeggen een keurige motorrijder. Ik doe geen stomme of gekke dingen, op een misschatting van de weersomstandigheden na dan. In Nederland rij ik alleen naar mijn werk. En mijn snelheid op de snelweg is te omschrijven als langzaam. Ik heb geen haast, lig graag rustig iets uit de wind achter een grotere wagen. Ingehaald worden is dan ook niet zo erg, ‘ik pak ze wel weer terug als de file er weer staat’. Bij hoge uitzondering wil ik nog wel eens met vrienden of collega’s in een ommetje maken. In het buitenland ga ik het liefste de bergen in, dat is genieten. Daar krijg je het gevoel als motor rijder weer echt terug als je alleen snelwegkilometers gewend bent.”

Op je foto’s zien we flinke tassen en koffers en ook een paar keer een tentje staan. Is dat ook de enige manier dat je op reis overnacht, leven vanuit je koffers in je tentje?
“Klopt, eigenlijk is dat wel altijd mijn ding geweest. Als ik alleen ga vind ik dat de beste methode. Je reist van punt A naar punt B. Ik heb wat betreft iets nodig wat voelt als een bestemming, een doel, en niet iets dat als ‘een rondje rijden’ omschreven kan worden. Dat maakt voor mij wel iets meer het avontuur. Maar naast dat tentje ben ik ook wel meermaals met vrienden in een huisje gegaan voor een overnachting. In de gevallen dat ik met vrienden ben kan ik dus echt wel afwijken van mijn standaard motorvakantie.”

Vanwaar de keuze voor deze F 800 ST?
“Mijn BMW F800GT heb ik gekocht na veel zoekwerk en sparen. Ik zocht iets wat ik kon betalen en iets dat onderhoudsarm en betrouwbaar is. Mijn grootste eis was dan ook dat deze geen ketting meer had! Ik ben eigenlijk ook vrij lui met onderhoud; elke week je ketting smeren en zeer regelmatig spannen was niet iets waar ik me elke keer weer mee bezig wilde houden. Mijn Suzuki GSX 600F uit 1996 was mijn eerste motor voor 1500 euro. Deze heeft zijn kilometers zeker bewezen, maar volledige betrouwbaarheid en lekker rijden leverde hij mij niet. Met veel rijden kreeg je last van de polsen en hij had geen ABS. Daarnaast werd de viercilinder te pas en te onpas ook zomaar een drie- of tweecilinder.
Na zestig duizend kilometer was het voor deze motor echt de hoogste tijd om plaats te maken voor de opvolger. Een serieuze fiets die mij echt niet in de steek ging laten. Ik ben erg blij met mijn huidige motor. Hij is mooi, strak en onderhoudsarm door de tandriem. Die tandriem heb ik tot nu toe slechts één keer verrot gereden in de honderdvijfentwintigduizend kilometers die ik inmiddels op de klok heb gezet. Woon-werk verkeer is waar ik hem het meest voor inzet, maar mijn volgende vakantie zal ook weer op de motor zijn. Ik denk dat ik naar de Pyreneeën ga!”
