Ruik de zee vanaf het IJsselmeer
Vertrekpunt Muiderslot is heel toepasselijk voor deze route op de grens van land en zee. Het staat letterlijk met de voeten in het water. Enkel een ophaalbrug biedt toegang. We parkeren de motor, strekken na de aanrijroute de benen en brengen het adrenalineniveau op peil met spannende verhalen over Floris V die hier werd vermoord.
De eerste kilometers voeren rond Amsterdam en dan via Durgerdam naar de vroegere Zuiderzee. We zitten meteen goed in de sfeer van de rit. Links het land, rechts de golven. Zo zal dat op bijna de hele route zijn. Met Marken tikken we meteen één van de voormalige eilanden af, die ondertussen allemaal door het land zijn ingelijfd of door het water verzwolgen.
‘Beetje naar voren schuiven, voeten steviger op de steps, pookje twee tikken omlaag en zoeken naar het randje!’
Ontspannen gaat het door Volendam, Edam, Monnickendam. Plaatsen als pareltjes, met tussendoor veel dijk en water. Het asfalt krult met de oevers mee en wiegt ons in een prettig ritme. En telkens als het net iets te glad en gemakkelijk gaat, ligt er zo’n meesterlijke bocht te wachten. Meestal kunnen we hem al van verre zien. Beetje naar voren schuiven, voeten steviger op de steps, pookje twee tikken omlaag en zoeken naar het randje!
Pak een adrenalineboost mee!
Als we de dijk van Enkhuizen naar Lelystad nemen, zijn we wel heel snel terug bij af. En dat willen we niet. Maar voor het gevoel van rijden over water is er geen beter traject te vinden. Dus… stukje heen, stukje terug. Pk’s in plaats van zeilen, kilometers per uur in plaats van knopen. Terug aan wal wachten het rechte stuk naar de Afsluitdijk en het dilemma: rustig op kruissnelheid de oversteek maken naar Friesland, of de grens opzoeken? Als de slagboom dicht is en je kunt van voren starten is de verleiding groot. 30 kilometer lege dijk voor je…
Aan de andere kant is het op tijd remmen om niet rechtdoor naar Leeuwarden te vliegen. Het IJsselmeer willen we rond, geen elf Friese steden. Daar komen we er trouwens wel een paar van tegen: Hindeloopen, Stavoren en als we blijven slapen eventueel Sneek. Overnachten heeft nóg een voordeel: sturen in de ondergaande én opkomende zon. En dat is nergens zo mooi als op de grens van land en water, waar het oranjeroze licht spiegelt en glinstert. Voetjes van de vloer, steps aan de grond.
Poldertoeren
Via de Noordoostpolder bereiken we Urk, het voormalige eiland en nog altijd eigenwijze vissersbastion. Natuurlijk gaan we er op zoek naar de weg die om de vuurtoren leidt. Nu het open water achter de Afsluitdijk ligt, voelt het minder bedreigend dan vroeger, maar bij stevige wind en kruiend ijs kan het hier nog altijd spoken.
Hebben we het lekkerst voor het laatst bewaard? Het is maar net hoe je het bekijkt. De Flevopolder is in elk geval een blauwdruk van de Nederlandse strijd tegen het water. Land gewonnen op de zee. Hoe stoer is dat? De wegen zijn er vooral recht zodat je de stuurpret moet halen uit het hoekig nemen van haakse bochten. Hoe meer je er rijdt, hoe lekkerder ze worden.
Voorbij Lelystad en Almere – hadden we ooit gedacht dat we dat nog eens mooi zouden gaan vinden? – rijden we een laatste keer door vertrouwd terrein: het land links, het water rechts. Daarna gaat het de dijk af en parkeren we op het Muiderstrand. Laarzen los, jack uit, voeten omhoog en afkoelen. Zou die Nuchtere Heit, het alcoholvrije Friese streekbier in de koffers, nog koud zijn?