Op zoek naar Hermann
Maak je op voor een historische route, want het Teutoburgerwoud staat grotendeels bekend om de oer-Duitser Hermann (ook wel Arminius). Het gebied dankt zelfs zijn naam aan die Germaan die het opnam tegen de Romeinen, en won. De bergkam heette voor 1616 namelijk ‘Osning’, maar de naam werd aangepast om de ‘slag bij het Teutoburgerwoud’ te herdenken. Hierbij verenigde de Germaanse krijger met Romeinse opleiding (vandaar de naam Arminius) een aantal lokale stammen om het op te nemen tegen de legionairs. Een onverwachte ontwikkeling, en daardoor succesvol. Een legende was geboren.
En hoewel er in het nationalistische begin van de 20ste eeuw met andere gevoelens naar deze heldhaftige ‘Duitser’ gekeken werd door bepaalde figuren, is en blijft het een bijzonder verhaal.
Hermannsweg
Voor wandelaars is er de Hermannsweg, die langs de gehele bergkam loopt. Een flinke trip van 156 kilometer waarbij je flink wat hoogtemeters maakt door het bosrijke gebied. Wij blijven liever bij de gebaande paden mét een lekkere laag asfalt. De route start in het Teutopark.
Hoewel de naam beelden opwekt van een groene oase, is de realiteit iets minder romantisch. Dit kleine bedrijventerrein is nu eenmaal een perfecte uitvalsbasis (met tankstelle) dichtbij de Duitse A30 en A1. Maar, het is vanaf hier al bijna direct genieten van alles wat dit gebied te bieden heeft. Dat beloven we.
Op en af
Vanwege de geologische ligging van deze bergkam moet je echt je momentjes pakken om te genieten. Zeker aan het begin van de route is de bergkam zeer smal, waardoor je het gevoel hebt dat je er op en dan meteen weer af rijdt, om vervolgens aan de andere flank kort een doorgaande weg te pakken door dorpjes om weer bij de volgende slingerende ‘oversteekplaats’ te komen. Gelukkig zijn er genoeg van dat soort wegen om van noord naar zuid (en andersom) te komen. Het geeft het gevoel dat je iedere keer een soort hillclimb doet.
Collega Lars en ik kunnen het niet laten om de haarspeldbochten die kort nadat we Lienen uitrijden, op ongeveer kilometer 23 van de route tweemaal opnieuw te rijden. Maar we moeten niet te lang op en neer rijden, want de route van om en nabij 190 kilometer heeft nog veel meer moois in petto.
De toerist uithangen
Na Bielefeld, waar we noodgedwongen even doorheen moeten, wordt het woud wat uitgestrekter. Maar nog steeds is van een afstand goed te zien dat de bergkam zelf slechts smal is. In de buurt van het plaatsje Detmold houden we halt bij de Hermannsdenkmal. Een groot, koperen standbeeld boven op een heuvel.
De locatie van het standbeeld werd gekozen omdat destijds werd aangenomen dat de slag om het Teutoburgerwoud hier in de buurt zou hebben plaatsgevonden. Nu denken historici daar anders over, waarbij een locatie zo’n honderd kilometer ten noorden van het standbeeld aannemelijker wordt geacht.
Hoe dan ook: Hermann steekt zijn zwaard trots in de lucht bij Detmold, waarmee onder meer zijn ‘vereniging van Germaanse stammen’ wordt gesymboliseerd. Het uitzicht vanaf deze heuvel is werkelijk geweldig bij goed weer. Let er wel op dat de ingang voor de parkeerplaats middenin een haarspeldbocht ligt.
Ongeveer tien kilometer verderop kun je ook nog de Externsteine bezoeken. Deze formatie van zandsteen is een aantal tiental miljoenen jaren oud en heeft gedurende de menselijke geschiedenis flink wat rollen vervult. Zeker een stop waard. Let wel op dat de parkeerplaats betaald is en er – op het moment dat wij er waren – niet met PIN betaald kan worden.
‘Overgang’
Hoewel het gebied niet voelbaar anders wordt, komen we langzaam maar zeker wel aan in het Eggegebergte. Het verschil? Eigenlijk alleen de naam, want het is in feite dezelfde bergkam die we al de hele route volgen. Hier is het weer heerlijk slingeren. Nog even genieten, want we gaan langzaamaan richting het einde van de route.
Wanneer we via een laatste sectie echte slingers het dorpje Altenbeken inrijden móeten we wel even stoppen bij een bushalte. Het spoorwegviaduct dat hier langs en over het dorp loopt is geweldig mooi. Wanneer we daar staan om foto’s te maken, horen we een authentieke Duitse diesel achter ons tot stilstand komen. De al even zo antieke eigenaar stapt uit en begint ons in een redelijk dialect uit te leggen dat er verderop een brug ligt die nog mooier is. Hij rijdt wel even voor ons uit.
Wederopbouw
Franz, zoals onze gids blijkt te heten, is vlotter weg dan wij en verdwijnt aan de horizon terwijl wij onze dikke Harley-Davidson Street Glide ST en Indian Chieftain Dark Horse nog van de standaard moeten halen. Als we met een gangetje van 100 km/u over de doorgaande weg rijden, zien we Franz ineens in de berm staan te wuiven. We maken linksomkeer en volgen hem een smal landweggetje op waar, inderdaad een nog hoger viaduct uit het niets achter een boom zichtbaar wordt.
“Zien jullie die pijler halverwege het veld? Die is in de oorlog opgeblazen door een vliegtuigbom. Later hebben ze ‘m hersteld met een betonnen voet.”
Als we afscheid nemen van Frans en verder rijden, komen we uit in Paderborn. Ook hier heb je het idee dat er veel wederopbouw is geweest. Zeker aan het einde van de route. De finish ligt namelijk bij slot Neuhaus. Een eeuwenoude burcht met aan de overkant van de straat even oude huizen.
Het is dan ook enorm raar om nog geen twee straten verder over een zeer Duits industrieterrein te rijden. Ook wat dat betreft is het historische erfgoed als een zeer dun lijntje door de moderne wereld geweven, zoals ook het Teutoburgerwoud dat is.