Lekker afglijden in vakantiemodus
Vanuit midden Nederland is het een schamele veertien snelweguren (bijna 1400 kilometer) rijden naar Portbou. Dit is een kleine gemeente van negen vierkante kilometer net na de grens aan de kust. Bij het passeren van de landsgrens tussen Frankrijk en Spanje kom je een verlaten douanestation tegen waarna het bochtenwerk begint. Maar, voor wie uit de richting van Argelès-Sur-Mer komt gereden, zit er al een flink stuk spectaculair bochtenwerk op. Het asfalt is hier gloednieuw en met de positieve wegverkanting waan je je in bikers paradise. De waanzinnige kustlijn verlies je geen moment uit het oog. De haventjes met gezellig drukke boulevards en het mediterrane klimaat laten je helemaal afglijden in vakantiemodus. Voor een supervers vis- of vleesgerecht ben je in elk dorp eigenlijk wel op het juiste adres. De smaakpapillen worden sterk geprikkeld in Catalonië, wat na hard buffelen op de weg zeer welkom is!
Een drieduizender!
Hoewel de kustlijn adembenemend is, mag je het binnenland absoluut niet overslaan. Met enkele grootse natuurgebieden is dit het andere gezicht van deze regio waar je je echt niet zal vervelen op de motor. De N260 is dé nationale weg die horizontaal door het noorden van Spanje loopt en ook in Catalonië zal je deze weg dus vaak tegenkomen op de kaart. Hoewel er prachtige kronkelweggetjes tussendoor lopen, is de N260 altijd verreweg de meest perfecte keuze om te blijven volgen. Saaie lange rechte stukken kennen ze hier niet. Goed asfalt, heerlijke bochten die je gemakkelijk met 80 kilometer per uur in kan sturen en fijn doorrijden. Wat wil een motorrijder nog meer? In de toenemende hitte van de afgelopen jaren is dat ook een welkom pluspunt. Deze nationale route snijdt ook dwars door het grootste natuurgebied van Catalonië: Parc Natural de l’Alt Pirineu, dat bestaat uit ongeveer 80.000 hectare. Het ligt tegen de landsgrenzen van Andorra en Frankrijk. De Pica d’Estats is de drieduizender die je van verre al ziet uitsteken, maar daarmee nog niet de hoogste piek in de Pyreneeën.
Van groene velden naar ruige hoogte
In het noorden vind je natuurlijk de uitlopers van de Pyreneeën, dus echte bergmonsters zullen deze kant prefereren boven de kust. Een van de verborgen pareltjes is de Port de la Bonaigua. Met meer dan vijfentwintig haarspeldbochten op perfect asfalt en zo’n tweeduizend meter hoog is dit een pas zoals je die kan herkennen van andere grote gebergtes in Europa. Eenmaal de hoogte in, verruilt het groen zich voor steeds meer rotspartijen. Zodra je westelijker komt, begint de hoogte van de Hautes-Pyrénées steeds zichtbaarder te worden in laagjes.
Cliché: klein maar fijn
Op een uurtje rijden van Girona ligt het indrukwekkende Parc Natural de la Zona Volcànica de la Garrotxa. Het vulkanische gebied is een afschildering van het vroegere natuurgeweld, waarbij lavabergen grotendeels zijn veranderd in groene heuvels. Her en der kan je nog wat sporen ontdekken, waarbij Castellfollit de la Roca het perfecte voorbeeld is. Het ligt goed verscholen tussen het groen, maar opeens duikt dit piepkleine rotsachtige puntje op. Met één vierkante kilometer van vijftig meter hoog is dit misschien wel het meest pittoreske dorpje in het noorden, maar ook heel makkelijk te missen. Het gebied eromheen is prachtig, waar rotsen met groene heuvels afwisselen.
Een soort lagere Dolomieten
Zak je nog verder af naar het zuiden, dan kom je vijftig kilometer ten noordwesten van Barcelona de Montserrat. Deze immens populaire berg en tevens heilige plek, door het Benedictijnse klooster bovenop, wordt ook wel de ‘gezaagde berg’ genoemd. Je waant je echt even in de Dolomieten, maar dan op slechts 1200 meter. Naast het klooster is Hotel Abat Cisneros gevestigd, waarmee reizigers nog langer kunnen genieten van deze omgeving.. De wegen om dit gebergte heen zijn adembenemend en je bent snel weer aan de kust of nog dieper het binnenland in.
Doorrijden of omkeren?
Krijg je geen genoeg van deze omgeving? Denk dan eens aan een rondje door de Pyreneeën! Met gemiddeld vierduizend kilometer ben je anderhalve week onderweg. Toch niet zoveel zin of moet je weer aan het werk? Rijd dan terug via het oosten van Frankrijk, waar je nog een paar Alpen-passen mee kan pakken en via de Vogezen en Luxemburg weer uitgerust thuis komt.