Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag Ieper midden in de frontlinie. Aan het eind van de oorlog werd de stad compleet vernield tijdens een bombardement door de Duitsers. Maar de grote vraag is: kun je hier in deze streek mooi motorrijden? Een naam op de kaart spreekt tot de verbeelding. Als de gemeente Heuvelland net zo heuvelachtig is als dat het doet vermoeden, dan moet dit de plek zijn om te toeren.

Rijden over het slagveld

Het is moeilijk voor te stellen dat de regio rond Ieper tussen 1914 en 1918 was opgesplitst. Aan de noordzijde zaten de Duitsers, in het zuiden de geallieerden. Honderdduizenden soldaten lagen hier in loopgraven te turen naar de overkant, wachtend op een vijandelijke aanval. Vanuit het achterveld bestookten ze elkaar met bommen, granaten en gifgas. Na de artilleriebeschietingen werden de soldaten het strijdveld opgejaagd door hun meerderen, om de vijand enkele honderden meters verderop te verslaan. Ratelende mitrailleurs, knallende geweren en vlijmscherpe bajonetten zorgden voor enorme bloedbaden. Zinloze bloedbaden. In vier jaar tijd werd door beide partijen vrijwel geen vooruitgang geboekt.

Van het oorlogsgebied is weinig meer zichtbaar. De loopgraven zijn verdwenen, de landerijen liggen er netjes bij, er groeien weer bomen. Maar let je op de bordjes langs de weg, dan ontkom je niet aan de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Om de zoveel kilometer ligt er wel weer een oorlogskerkhof of staat een monument.

De wegen liggen er verrassend goed bij. Hoewel we vlakbij de Franse grens zijn, klinken plaatsnamen als Zillebeke, Poperinge en Vleteren Nederlands. En dat klopt. Vlaanderen ligt hier direct tegen Frankrijk aan. We trekken richting Poperinge de gashendel even lekker open. Voor we het weten staan we midden in de historische binnenstad met zijn indrukwekkende Sint-Bertinuskerk.

Heuvels als scherprechters

Maar hiervoor zijn we niet gekomen. We willen naar de heuvels, we willen naar de Kemmelberg. Wielerliefhebbers zullen die naam onmiddellijk herkennen, het is een van de scherprechters in de semi-klassieker Gent-Wevelgem. Hoewel de wegen richting het zuidoosten nog vlak zijn, doemen in de verte de eerste heuvels op. Via Reningelst rijden we naar Kemmel. Aan de zijkant van de weg weilanden met koeien en akkers waar enkele weken eerder het graan is geoogst.

Het vlakke landschap maakt plaats voor de eerste heuvels en een bordje Kemmelberg komt in beeld. Terwijl we de Kemmelbergweg opdraaien zien we in de verte een bos op een heuvel liggen. Heel indrukwekkend ziet het er niet uit, maar een bordje dat waarschuwt voor een stijgingspercentage van 17 procent belooft veel goeds. Voordat we het bos inrijden, begint de weg ineens flink te stijgen. Het asfalt verandert in een strak aangelegde kasseienweg en de weg wordt steiler en steiler. Hoe makkelijk het ook is om met de motor naar boven te rijden, ons respect voor de wielrenners groeit met de seconde.

Op de 156 meter hoge top, daarmee is het de hoogste ‘berg’ in de omgeving, staat een pilaar met daarop de Griekse godin Victoria. Hier worden de Franse militairen geëerd die omkwamen bij de Slag om de Kemmelberg. Licht stuiterend over de kasseien rijden we naar beneden, 23 procent stijl. Er liggen meer heuvels op ons te wachten.

De Katsberg, Watenberg, Kasselberg, Monteberg en Sulferberg. De namen zijn indrukwekkend, de hoogtes een stuk minder. En toch, het is hier prachtig rijden. Misschien geen haarspeldbochten, het landschap is glooiend. We rijden heuvel op en dan weer heuvel af. Het zonnetje dat er bij schijnt maakt deze streek tot een geweldige plek.

Nederlandse borden in Frankrijk

Via de Rode Berg passeren we ineens de Franse grens bij het plaatsje Mont Noir. Langs de kant van de weg een bunker. Niet uit de Eerste Wereldoorlog, maar de Tweede. Dik beton, maar de nazi’s werden er niet door tegengehouden. Dat lezen we op een informatiebord, waar de tekst verrassend genoeg in het Nederlands op staat, met klein daarnaast een Franse samenvatting.

Wat is er met die trotse Fransen aan de hand? Ook de plaatsnaamborden zijn verwarrend. Een Franse naam met daaronder Nederlandse vertalingen. Plekken als Steenvoorde en Terdege, dat zullen ze toch niet zelf hebben bedacht? Wikipedia brengt gelukkig uitkomst. Ooit was deze regio onderdeel van Nederland. Er schijnen nog steeds oudere inwoners te leven die hier een Vlaams dialect spreken.

Haarspeldbochten

Waar de Vlamingen spreken over de gemeente Heuvelland, mogen de Fransen dit aan deze zijde van de grens ook wel doen. Het ene moment rij je op een hoogvlakte en heb je een schitterend uitzicht over de omgeving, het volgende moment zit je weer tussen de heuvels. Als we via Steenvoorde Kassel naderen, doemt er weer een puist op. Terwijl de weg licht begint te stijgen, verschijnt daar een bordje waar we stiekem al een tijdje op zaten te wachten: haarspeldbochten!

Veel soeps kan het niet zijn. Hoewel? Tussen de landerijen omzoomd door heggetjes slingeren we omhoog. Verrassing, dit is veel meer dan een puist. Dit is een landschap dat niet zou misstaan in Limburg. We passeren wielrenners die steunend en kreunend omhoog fietsen, terwijl de weg maar blijft slingeren. Als we een rotonde hebben bereikt en de klim erop lijkt te zitten, volgt een volgende verrassing. Even verderop draaien we een kasseienweg op, de bochten worden scherper en de weg blijft maar stijgen. We worden getrakteerd op schitterende uitzichten, vlak voordat we het dorp in rijden.

Dat saaie Noord-Frankrijk blijkt dus veel leuker te zijn dan gedacht. Even overwegen we om naar de havenstad Duinkerke te rijden. In het kader van oorlogsgeweld een goed idee, aangezien de Britten hier aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ternauwernood wisten te ontsnappen. Maar havensteden, tja. We doen het niet en besluiten via kleinere weggetjes terug te rijden naar België, terug naar Ieper.

Uitgelichte hoogtepunten

Tyne Cot Cemetery

Rondom Ieper liggen talloze oorlogsbegraafplaatsen. De grootste is de Tyne Cot Cemetery ten noordoosten van de stad. Rijen vol met witte grafstenen, allemaal strak in het gelid. Op deze Britse begraafplaats liggen bijna 12.000 soldaten, waarvan het merendeel omkwam bij de Slag om Passendaele. De meeste soldaten konden niet worden geïdentificeerd. Tyne Cot Cemetery

Ieper

Hoewel er na de Eerste Wereldoorlog helemaal niets meer van Ieper over was, zul je dat niet zien in de huidige stad. In de jaren twintig van de vorige eeuw is het helemaal in oude middeleeuwse glorie hersteld. Een must see is de Menenpoort. Hier worden bijna 60.000 vermiste soldaten uit de Britse gebiedsdelen geëerd. […]

Reviews over Belgisch/Franse Westhoek

1 review

prachtige streek

4

prachtige streek en ook zeer geschikt voor een meerdaagse rit... eten drinken restaurants zijn top.. met veel streekproducten, zoals kaas, bier, mosterd, enz. vanuit Zeeuws Vlaanderen klein uurtje rijden.

  • heuvels
  • overzichtelijk
  • historisch
  • belgisch bier
  • terrassen
  • lokt wel wat uit op gas geven