Custom motoren zijn hip. De grote merken zijn er bovenop gesprongen en de tweedehands prijzen van oude motoren schieten de lucht in. Zelfs doorgewinterde GS-rijders kopen er voor de lol een custom bike bij, puur voor de look en feel van zo’n ‘oud beestje’.
Dat is het vaak, een oud beestje wat een nieuw leven krijgt als custom. Uiteraard moet hij daarvoor wel even worden aangepakt om het een ‘custom’ te kunnen noemen. Tanden op elkaar; het subframe is er zo vanaf geslepen. Een nieuw loopje achterop, het zadel laten bekleden en een lager stuur erop! Ziezo, klaar is jouw custom café racer, brat, scrambler, tracker, bobber of chopper. Nou ja, hoe moet je ‘m nou eigenlijk noemen? Vandaag duiken we in de vooroordelen van deze motoren en duwen we even fijn customs in hokjes.
Custom caféracer
In de jaren 60 ontstonden in Engeland de caféracers. Standaard motoren werden lichter gemaakt door er onderdelen af te halen. Lage clip-ons of een m-stuur moest de Norton, Triumph of BSA een nog lagere look geven. Het hedendaagse meest iconische deel van deze motor, een bol race-kontje, sierde de kont en hiermee was de Caféracer geboren. Deze motoren werden gebruikt om in korte tijd van het café naar een kruispunt te racen en weer terug. Dit moest dan wel binnen de tijd van één nummer uit de jukebox! Haalde je hierbij ook nog eens ‘The Ton’ (100mph), dan was je helemaal een held.

Scrambler
Door vele mensen gedacht als één van de nieuwere type motoren, maar ook deze stijl gaat way back. Dit keer gaat de historie naar de andere kant van de oceaan. In de jaren zestig waren de scramblers in de Verenigde Staten, wat de enduro-motoren nu zijn. Crossmotoren mét een kenteken en verlichting. Bruikbaar voor op de weg, maar ook voor onverhard gebruik. Hoger op zijn poten, de uitlaat langs de zijkant zodat deze niet beschadigd door takken, boomstronken en keien en een hoog breed stuur voor perfecte controle over de bike.

Brat
Een afgeleide van de caféracer is de brat. Een kruising tussen een scrambler en een caféracer maakt dit type motor een vaak gezien type in de scène. De lage voorbouw van een racer met een dito stuur van de caféracer, maar achter weer een plat zadel zoals een scrambler. Er gaan geruchten dat deze stijl is ontstaan in Tokio, maar precies weten doet niemand het. Het grote voordeel van deze bouw is dat de kosten laag liggen door het makkelijk te bouwen zadel. Spuitkosten liggen laag, aangezien alleen de tank een nieuwe kleur zou moeten krijgen en er kan ook nog eens iemand achterop.

Flat-, street- & dirttracker
Een crossmotor, maar ook weer niet. Ook geen scrambler, maar toch ook weer wel. Het is in ieder geval geen caféracer, al heeft dit type wel weer een kontje wat een scrambler niet heeft. Hoog op zijn poten, net als een scrambler en een uitlaat hoog aan de rechterzijde. De tracker is gemaakt om op een ovale baan zo snel mogelijk een rondje af te leggen. Driftend door de bocht. Het type kont en zit heeft een vorm als geen ander, waardoor de tracker direct opvalt. Wat zijn nu de grootste verschillen tussen de drie trackers?
- De flattracker heeft 19inch velgen met bijbehorende flat track-banden, goedgekeurd voor het circuit.
- De street-versie heeft geen wielmaat eis, maar is voorzien van wegbanden.
- De dirttracker is weer een streetversie, maar dan met banden met veel profiel, zodat hij ook in de ‘dirt’ kan worden gebruikt.

Boardtracker
Bijna dezelfde naam als hierboven, maar deze motoren lijken totaal niet op elkaar. Afkomstig uit de tijd dat Harley Davidson en Indian hun rivaliteit uit vochten op een circuit. Racend op lage motoren met grote smalle banden op een ovalen wielerbaan reden deze boardtrackers tot 160km/u rond. Spectaculair, maar levensgevaarlijk doordat de blokken olie lekte en de houten baan spekglad werd. Tegenwoordig zie je dit type niet veel, meer vanwege de zithouding welke nog spartaanser is dan een volbloed race Ducati.

Chopper
Voor de chopper heb je eigenlijk heel wat pagina’s nodig. Deze kun je in zoveel versies indelen, dat je het overzicht zo kwijt bent. Een vaak geziene aanpassing is een verlengde voorvork, maar is geen directe must. Een stuur met een bijzondere vorm is wel een ‘eis’ Het hebben van een V-twin blok is een ongeschreven regel en een sissiebar maakt de achterkant helemaal. Perfect trouwens zo’n sissybar. Hier kun je prima de kentekenplaat tegenaan monteren. Bij de bobber kom je hier namelijk vaak niet helemaal mee uit.

Bobber
De caféracer onder de V-twins. Alles eraf wat niet nodig is. Dit keer niet om gewicht te besparen, maar om een zo clean mogelijke look te krijgen. Spatborden, dempers, kentekenplaathouders, alles mag vertrekken. Maar ja, die laatste moet er wel op en krijgt dan vaak een plaatsje naast het wiel op de achteras. Een laag stuurtje erop en je hebt globaal een bobber.
